Operation Manual
35
Foto leerprogramma
1. Druk tijdens de OPNAME modus één
maal op [2] ( ).
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste
flitserinstelling en druk daarna op [SET]
(instellen).
• U kunt de flitsermodus selecteren door in
één van de volgende twee gevallen op [2] ( ) te drukken.
– Wanneer “Flits” niet in het controlepaneel getoond wordt (pagina 32)
– Nadat [8] (DISP) ingedrukt word om de informatie van het beeldscherm te
wissen (pagina 146)
3. Druk op de sluitertoets om op te nemen.
• Zie pagina 174 voor informatie betreffende het flitsbereik.
Gebruiken van de flitser (Flits)
Autom. Flits
De flitser flitst automatisch in overeenstemming met de
belichting (hoeveelheid licht en de helderheid).
Flits Uit De flitser flitst niet.
Flits Aan
De flitser flitst altijd. Deze instelling kan gebruikt worden
om een onderwerp helderder te maken dat gewoonlijk
donker uitvalt wat te wijten is aan het daglicht of tegenlicht
(daglicht synchroon flitsen).
Milde Flits Bij milde flits wordt altijd geflitst ongeacht de belichting
Rode Ogen
Reductie
De flitser flitst automatisch. Dit type flits kan gebruikt
worden om de kans te verminderen dat de ogen van het
onderwerp rood te zien zullen zijn.
Achterindicator
Knippert oranje terwijl de flitser aan het opladen is om aan te
geven dat beeldopname gedeactiveerd is.
• Het is niet mogelijk een ander beeld op te nemen met flits totdat
de indicator stopt met oranje knipperen, hetgeen aangeeft dat
het opladen voltooid is.
< geeft aan dat de flitser gaat flitsen.
Flits
[2] ( )
>
?
<
_
¥
A