User manual - EX-Z11
73
OPNEMEN VAN EEN FOTO
■ Controleren van de flitserfunctie
De huidige flitserfunctie wordt aangegeven in het beeldscherm
en door de bedrijfsindicator wanneer u de sluitertoets
halverwege indrukt.
• Het is niet mogelijk een ander beeld op te nemen met flits
totdat de bedrijfsindicator stopt met oranje knipperen,
hetgeen aangeeft dat het opladen voltooid is.
■ De flitsintensiteit veranderen
1. Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2. Selecteer bij de “Quality” (kwaliteit) indextab
“Flash Intensity” (flitsintensiteit) en druk
vervolgens op [X].
3. Selecteer d.m.v. [S] en [T] de instelling voor
de gewenste flitsintensiteit en druk daarna op
[SET] (instellen).
U kunt uit vijf niveau’s kiezen van –2 (zwakste) tot en met +2
(sterkste).
BELANGRIJK!
• De flitsintensiteit kan mogelijk niet veranderen wanneer het
onderwerp zich te ver weg of te dichtbij bevindt.
N
2
“ ” geeft aan dat de flitser gaat flitsen.
Bedrijfsindicator
Knippert oranje terwijl de flitser aan het opladen is.