Operation Manual

79
OPNEMEN VAN EEN FOTO
Controleren van de flitserfunctie
De huidige flitserfunctie wordt aangegeven in het beeldscherm
en door de bedrijfsindicator wanneer u de sluitertoets
halverwege indrukt.
* Knippert groen wanneer het scherpstellen niet mogelijk is met
autofocus of macro scherpstelling.
De flitsintensiteit veranderen
1. Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2. Selecteer bij de “Quality” (kwaliteit) indextab
“Flash Intensity” (flitsintensiteit) en druk
vervolgens op [X].
3. Selecteer d.m.v. [S] en [T] de instelling voor
de gewenste flitsintensiteit en druk daarna op
[SET] (instellen).
U kunt uit vijf niveau’s kiezen van –2 (zwakste) tot en met +2
(sterkste).
BELANGRIJK!
De flitsintensiteit kan mogelijk niet veranderen wanneer het
onderwerp zich te ver weg of te dichtbij bevindt.
Beeldscherm
” geeft aan dat de flitser gaat flitsen.
Bedrijfsindicator
Knippert oranje :De flitser wordt opgeladen.
Brandt of knippert groen* :
Wanneer het opladen van de flitser voltooid is.