User manual - EXV8
5
INHOUDSOPGAVE
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN 123
Veranderen van de scherpstelfunctie . . . . . . . . . 123
■ Gebruiken van autofocus 124
■ Gebruiken van macrofocus 125
■ Gebruiken van een oneindige scherpstelling 131
■ Gebruiken van handmatige scherpstelling 131
Verminderen van de effecten van het
bewegen van uw hand of het bewegen
van het onderwerp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Opnemen met de opnamelamp . . . . . . . . . . . . . . 135
Corrigeren van de beeldhelderheid
(EV verschuiving) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Bijstellen van de witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Specificeren van de ISO gevoeligheid. . . . . . . . . 141
Specificeren van de meetfunctie . . . . . . . . . . . . . 142
Verminderen van de effecten van
overbelichting en onderbelichting . . . . . . . . . . . . 143
Verbeteren van de menselijke huidskleur . . . . . . 144
Gebruiken van de kleurenfiltereffecten
van de camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Instellen van de beeldscherpte . . . . . . . . . . . . . . 145
Instellen van de kleurverzadiging . . . . . . . . . . . . 146
Instellen van het beeldcontrast . . . . . . . . . . . . . . 146
Foto’s met datumafstempeling. . . . . . . . . . . . . . . 147
Gebruiken van het in-beeld histogram om
de belichting te controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Overige nuttige opnamemoduss . . . . . . . . . . . . . 150
■ Toewijzen van functies [W] en [X] d.m.v.
toetsaanpassing 150
■ Weergeven van een in-beeld raster 151
■ Weergeven van het beeld dat u zojuist
heeft opgenomen (beeldcontrole) 152
■ Gebruiken van icoonhulp 152
■ Het functiegeheugen gebruiken om de
defaultinstellingen bij het inschakelen van
de spanning te configureren 153
■ Terugstellen van de camera tot de
defaultinstellingen die oorspronkelijk in
de fabriek waren gemaakt (resetten) 155