Operation Manual
149
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
*1 “Aan” herstelt de geselecteerde BEST SHOT scene op
wanneer de camera opnieuw ingeschakeld wordt. “Uit”
verlaat de BEST SHOT scene wanneer de camera wordt
uitgeschakeld.
*2 Alleen bij de optische zoomstand.
BELANGRIJK!
• Door de camera uit te schakelen terwijl het
functiegeheugen voor de BEST SHOT functie
ingeschakeld is, worden de instellingen opgeroepen voor
de BEST SHOT scene die geselecteerd was toen u de
camera het laatst uitgeschakelde. Dit is het geval ongeacht
de aan/uit instellingen van elke instelling in het
functiegeheugen, behalve voor de zoomstand.
Instelling
Functiegeheugen
ingeschakeld
Functiegeheugen
uitgeschakeld
BEST SHOT
*1
Instellen bij het
uitschakelen van
de spanning
Verlaat de BEST
SHOT scene
wanneer de camera
wordt uitgeschakeld
Flits Automatisch
Scherpstelling Automatisch
Witbalans Automatisch
ISO Automatisch
AF gebied Puntmeten
Meten Meervoudig
Zelfontspanner Uit
Flitsintensiteit 0
Digitale zoom Aan
MF stand
Scherpstelfunctie
voordat handmatig
scherpstellen werd
geselecteerd.
Zoomstand
*2
Volledige groothoek