Operation Manual
147
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Gebruiken van icoonhulp
Icoonhulp geeft begeleidende tekst over een icoon wanneer u
deze selecteert op het beeldscherm tijdens de opnamemodus.
• De tekst voor icoonhulp wordt weergegeven tijdens de
volgende functies: Opnamefunctie, meten, flitserfunctie,
witbalans, zelfontspanner, EV verschuiving. Merk echter op
dat de icoon hulptekst voor de meten, de witbalans, de
zelfontspanner en de EV verschuiving enkel verschijnt
wanneer “Meten”, “Witbalans”, “Zelfontspanner” of “EV
verschuiving” toegewezen is aan de [W] en [X] toetsen met
de toetsaanpassingsfunctie (pagina 145).
1. Druk tijdens de opnamemodus op [MENU].
2. Selecteer bij de “OPNAME” indextab
“Icoonhulp” en druk vervolgens op [X].
3. Selecteer m.b.v. [S] en [T] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
BELANGRIJK!
• De hieronder gegeven iconen verschijnen niet in het
display wanneer de icoonhulpfunctie uitgeschakeld is.
– Flitserfunctie icoon (pagina 75)
–Witbalans icoon (pagina 132)
–Meetfunctie icoon (pagina 136)
Om dit te doen:
Selecteer deze
instelling:
De icoon hulptekst weergeven naast de
icoon van een functie wanneer u de
functie selecteert
Aan
Icoonhulp uitschakelen Uit
AWB