Operation Manual

OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
112
Camera instellingen van de REC (opname)
functie
Volgend zijn de instellingen die u kunt configureren voordat
u een beeld opneemt m.b.v. de opnamefunctie (REC).
L/R toetsinstelling
Raster aan/uit
Beeldcontrole aan/uit
Icoonhulp aan/uit
Default instelling bij inschakelen van de spanning
ISO gevoeligheid
Meten
Filter
Scherpte
Verzadiging
Contrast
Terugstellen van de camera (reset)
Toewijzen van functies aan de [] en []
toetsen
Een functie voor “toetsaanpassing” stelt u in staat de []
en [] toetsen te configureren zodat deze de camera
instellingen veranderen wanneer ze ingedrukt worden
tijdens de opnamefunctie (REC). Na het configureren van
de [] en [] toetsen kunt u de instellingen veranderen die
er aan zijn toegewezen zonder door het menuscherm te
lopen.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“L/R Key” (linker/rechter toets) en druk
vervolgens op [].