User manual - EXS12_M10_FB
36
Foto leerprogramma
1. Druk tijdens de OPNAME modus één
maal op [2] ( ).
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste
flitserinstelling en druk daarna op [SET]
(instellen).
Wanneer het “R Paneel” item van het menu
(pagina 150) “Verbergen” is (zodat het controlepaneel niet weergegeven wordt),
wordt bij indrukken van [2] ( ) door de beschikbare instellingen van de flitser
gegaan.
3. Druk op de sluitertoets om op te nemen.
• Zie pagina 191 voor informatie betreffende het flitsbereik.
Gebruiken van de flitser (Flits)
Autom. Flits
De flitser flitst automatisch in overeenstemming met de
belichting (hoeveelheid licht en de helderheid).
Flits Uit De flitser flitst niet.
Flits Aan
De flitser flitst altijd. Deze instelling kan gebruikt worden om
een onderwerp helderder te maken dat gewoonlijk donker
uitvalt wat te wijten is aan het daglicht of tegenlicht (daglicht
synchroon flitsen).
Milde Flits Bij milde flits wordt altijd geflitst ongeacht de belichting
Rode Ogen
Reductie
De flitser flitst automatisch. Dit type flits kan gebruikt worden
om de kans te verminderen dat de ogen van het onderwerp
rood te zien zullen zijn.
Flits
[2] ( )
>
?
<
_
¥
AF
N
N
3
Achterindicator
Knippert oranje terwijl de flitser aan het opladen is om
aan te geven dat beeldopname gedeactiveerd is.
• Het is niet mogelijk een ander beeld op te nemen
met flits totdat de indicator stopt met oranje
knipperen, hetgeen aangeeft dat het opladen
voltooid is.
< geeft aan dat de flitser
gaat flitsen.