Operation Manual
88
Geavanceerde instellingen
Procedure
[r] (OPNAME) *[MENU] * OPNAME indextab * L/R toets
U kunt één van de drie hier ondergegeven functies toewijzen aan de [4] en [6]
toetsen.
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Snelsluiter
Wanneer de Snelsluiter ingeschakeld is kunt u de sluiter geheel indrukken zonder te
wachten op Autofocus. Hierdoor wordt opgenomen d.m.v. een versnelde
scherpstelbewerking die veel sneller is dan Autofocus.
LET OP
• De Snelsluiter is gedeactiveerd wanneer de zoomfactor groter is. Het opnemen
wordt op dat moment uitgevoerd d.m.v. Autofocus.
Toewijzen van functies aan de [4] en [6] toetsen (L/R toets)
Instelling [4]/[6] toetsbediening
Meten Verandert de meetfunctie (pagina 92)
Zelfontspanner Stelt de tijd van de zelfontspanner in (pagina 82)
Gezichtsdetec. Schakelt gezichtsdetectie aan en uit (pagina 85)
Uit Annuleert de [
4] en [6] toetstoewijzingen
Opnemen met de Snelsluiter (Snelsluiter)
Aan
Schakelt de Snelsluiter in
• Sommige beelden kunnen onscherp zijn wanneer de Snelsluiter wordt
gebruikt.
Uit
Schakelt de Snelsluiter uit zodat het scherpstellen uitgevoerd wordt met
normale Autofocus voordat het beeld opgenomen wordt.
• Er worden beelden opgenomen zonder scherpstellen als u de sluitertoets
volledig indrukt terwijl de Snelsluiter uitgeschakeld is.
• Als het maar even mogelijk is, kunt u beter een beetje extra tijd gebruiken
om de sluitertoets halverwege in te drukken voor een juiste scherpstelling.