Operation Manual
38
Foto leerprogramma
Als u op [SLOW] (Slow-motion bekijken) drukt,
begint de camera vooropname beelden voortdurend
op te nemen in een buffergeheugen waarna ze bij
lage snelheid worden weergegeven. Er bevinden
zich maximaal drie seconden aan vooropgenomen
beelden in het buffergeheugen. Door de sluitertoets
geheel in te drukken worden het op dit moment
weergegeven vooropnamebeeld opgeslagen. U kunt
kiezen uit acht weergavesnelheden voor de
vooropnamebeelden.
. Voorbereidingen om op te nemen met Slow-motion bekijken
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van
boven in het controlepaneel (Slow Motion zien).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de vooropnametijd (buffergrootte) voor
Slow-motion Bekijken.
U kunt kiezen tussen 1 seconde (30 fps), 2 seconden (15 fps) en 3 seconden
(10 fps).
Als u op [SLOW] (pagina 39) drukt worden de beelden die u opgenomen heeft in
overeenstemming met de tijd (en Doorl. Sl. fps) die u hier specificeert, in
slowmotion weergegeven op het beeldscherm.
* fps (frames per second = beelden per seconde) is een eenheid voor het meten
van het aantal beelden dat opgenomen of weergegeven wordt per seconde.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van onderen in het
controlepaneel (Slow Motion Controlesnelh.).
5. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste
weergavetijd voor Slow-motion bekijken en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
U kunt kiezen uit acht snelheden, nl. 1 - 8. Een nummer van een hoger niveau
betekent een snellere weergavesnelheid.
Opnemen tijdens Slow-motion bekijken
[SLOW]
(Slow-motion bekijken)