Operation Manual

31
Foto leerprogramma
Foto leerprogramma
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te
configureren.
1. Druk tijdens de OPNAME
modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2]
de instelling die u wilt
veranderen.
Hierdoor wordt één van de
iconen van het controlpaneel
geselecteerd en worden de
instellingen getoond.
*1 De beeldkwaliteit kan niet veranderd worden m.b.v. het controlepaneel.
*2 Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de
opnamemodus.
3. Verander d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling.
4. Herhaal stappen 2 en 3 als u andere instellingen wilt configureren.
5. Druk op [SET] (instellen) nadat alle instellingen naar wens zijn.
Hierdoor worden de instellingen uitgeoefend en teruggekeerd naar de OPNAME
modus.
LET OP
U kunt ook de in-beeld menu’s gebruiken om instellingen anders dan de hierboven
vermelde (pagina 77) te configureren.
Gebruiken van het controlepaneel
[SET] (instellen)
[
8
] [
2
] [
4
] [
6
]
1
9
5
3
4
7
8
2
6
Controlepaneel
1
Beeldformaat/Kwaliteit*
1
(pagina’s 32, 91)
2
ISO gevoeligheid (pagina 35)
3
Witbalans (pagina 35)
4
EV verschuiving (pagina 37)
5
Slow-motion bekijken (pagina 38)*
2
6
Slow-motion Kijksnelheid (pagina 39)*
2
7
Vertragingscorrectie (pagina 40)*
2
8
Flitser (pagina 42)*
2
9
Datum/tijd (pagina 44)