User manual - EXFC150_M10_FC
97
Geavanceerde instellingen
Procedure
[r] (OPNAME) *[MENU] * OPNAME indextab * L/R toets
U kunt één van de vier hier ondergegeven functies toewijzen aan de [4] en [6]
toetsen.
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Snelsluiter
Wanneer de Snelsluiter ingeschakeld is kunt u de sluiter geheel indrukken zonder te
wachten op Autofocus. Hierdoor wordt het beeld opgenomen d.m.v. een versnelde
scherpstelbewerking die veel sneller is dan Autofocus.
LET OP
• De Snelsluiter is gedeactiveerd wanneer de zoomfactor groter is. Het opnemen
wordt op dat moment uitgevoerd d.m.v. Autofocus.
Toewijzen van functies aan de [4] en [6] toetsen (L/R toets)
Instelling [4]/[6] toetsbediening
Q*´*)
Selecteren van een scherpstelmodus (pagina 88)
• W (Handm. scherpst.) en E (Panfocus) kunnen niet worden
geselecteerd.
Meten Verandert de meetfunctie (pagina 101)
Zelfontspanner Stelt de tijd van de zelfontspanner in (pagina 91)
Gezichtsdetec. Schakelt gezichtsdetectie aan en uit (pagina 94)
Uit Annuleert de [4] en [6] toetstoewijzingen
Opnemen met de Snelsluiter (Snelsluiter)
Aan
Schakelt de Snelsluiter in
• Sommige beelden kunnen onscherp zijn wanneer de Snelsluiter wordt
gebruikt.
Uit
Schakelt de Snelsluiter uit zodat het scherpstellen uitgevoerd wordt met
normale Autofocus voordat het beeld opgenomen wordt.
• Er worden beelden opgenomen zonder scherpstellen als u de sluitertoets
volledig indrukt terwijl de Snelsluiter uitgeschakeld is.
• Als het maar even mogelijk is, kunt u beter een beetje extra tijd gebruiken
om de sluitertoets halverwege in te drukken voor een juiste scherpstelling.