User manual - EXFC150_M10_FC

43
Foto leerprogramma
3. Druk op de sluitertoets wanneer het voorbespeelde beeld weergegeven
wordt dat u wilt opslaan.
Hierdoor wordt het weergegeven beeld opgeslagen als een foto en Slow-motion
Bekijken verlaten. Druk op [SLOW] om Slow-motion Bekijken te verlaten zonder
beelden op te slaan.
LET OP
Druk op [SLOW] juist voor het moment waarop u wilt gaan opnemen.
Na [SLOW] te hebben ingedrukt, houd de camera op het onderwerp voor minstens
de tijdsduur die gespecificeerd wordt door de (buffergrootte) instelling van de
vooropnametijd voor Slow-motion bekijken.
Nadat u [SLOW] ingedrukt heeft, blijft de slow-motion beeldweergave doorgaan op
het scherm totdat u de sluitertoets indrukt om één van de beelden op te slaan. Druk
nogmaals op [SLOW] om de slow-motion beeldweergave te stoppen zonder één
van de beelden op te slaan.
De instellingen voor de scherpstelling en de belichting blijven wat ze waren toen u
op [SLOW] drukte.
Om scherp te stellen tijdens een bewerking met Slow-motion Bekijken, wordt het
aanbevolen dat u de sluitertoets half indrukt voordat u op [SLOW] drukt (het is niet
nodig om de sluitertoets half ingedrukt te houden nadat eenmaal scherpgesteld is),
of dat u de “Doorl. AF” instelling op “Aan” zet.
Wanneer “Aan” geselecteerd is als de “Doorl. AF” instelling, zal het ietwat langer
duren voordat de weergave van de vooropgenomen beelden in slow-motion begint
nadat u op [SLOW] drukt.
Als de beeldformaatinstelling van de camera “10M”, “3:2”, of “16:9” is tijdens het
opnemen van een beeld met Slow-motion Bekijken, zal het formaat van het
resulterende beeld “9M” zijn.
Het opneembereik van Slow-motion Bekijken is smaller dan dat van een beeld met
de Enkele Foto modus.
Bij overschakelen naar Slow-motion Bekijken verandert de instelling van de flitser
automatisch naar ? (Flits Uit).