User Manual

NL-93
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen
1.
Stel het tempo in dat u aan het begin van de
opname wilt gebruiken.
Zie “Veranderen van de automatische
begeleidingssnelheid (Tempo)” (pagina NL-46).
2.
Selecteer de toon die u aan het begin van de
opname wilt gebruiken.
Zie “Selecteren van een toon” (pagina NL-18).
U kunt de lagen- en splitsfuncties niet gebruiken bij het
opnemen.
Voer de procedure uit onder “Mixerinstellingen maken”
(pagina NL-64) als u de mixerinstellingen van het
solospoor dat wordt opgenomen wilt veranderen.
Maak de mixerinstellingen van het UPPER 1 gedeelte
van de KEYBOARD gedeeltengroep.
Zie “Opnamespoor en opgenomen gegevens” (pagina
NL-90) voor details over de gegevens die op het
solospoor worden opgenomen.
3.
Druk op 8 RECORD/STOP.
Hierdoor komt het toestel in de opname-paraatstand te
staan.
De [SONG] en [SYSTEM] indicators verschijnen ook
en de mixergedeelte-indicators t/m beginnen
allemaal te knipperen. Dit betekent dat het
systeemspoor de opnamebestemming is.
4.
Selecteer het solospoor waarop u wilt
opnemen.
(1) Houd 8 RECORD/STOP lang ingedrukt.
Het opname-instelscherm verschijnt dat u kunt
gebruiken om het spoor te selecteren waarop de
opname wordt gemaakt.
“RecTrkSy” geeft aan dat nu het systeemspoor is
geselecteerd als het spoor waarop de opname
wordt gemaakt.
(2) Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de
[SONG] en [SOLO] indicators te laten verschijnen en
selecteer het solospoor waarop moet worden
opgenomen.
“RecTrk” geeft aan dat het huidige spoor dat is
ingesteld voor de opname een solospoor is. Het
getoonde nummer is het spoornummer ervan.
Het bijbehorende mixergedeelte-nummer ( t/m
) knippert ook.
(3) Druk op 8 RECORD/STOP om terug te keren
naar de opname-paraatstand.
Om aan het begin van de opname een rustpauze
in te voegen, drukt u op ck START/STOP in
plaats van op 8 RECORD/STOP. Er wordt
begonnen met opnemen en de rustpauze houdt
aan totdat u iets op het toetsenbord speelt.
5.
Door iets op het toetsenbord te spelen wordt er
automatisch begonnen met opnemen.
6.
Druk op 8 RECORD/STOP wanneer u klaar
bent met opnemen.
De [RECORD] indicator verdwijnt.
Druk op ck PLAY/STOP om de opgenomen
gegevens weer te geven.
Opnemen van een nieuw solospoor
Knippert
Brandt
RecTr kS
y
Brandt
RecTr k 1
Brandt
CTX5000_3000_NL.book 93 ページ 2018年3月26日 月曜日 午後5時37分