User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Algemene gids
- Voorbereidingen voor het spelen
- Spelen op het keyboard
- Regelen van het geluid van een uitvoering
- Selecteren van een muziekinstrumenttoon
- Registreren van een toon onder een hoofdtoontoets (Toongeheugen)
- Spelen met aanslagvolume
- Gebruik van een pedaal
- Noten aanhouden nadat de klaviertoetsen zijn losgelaten
- Spelen met nagalm
- Spelen met een multidimensionaal ruimtelijk geluid (Surround)
- Twee tonen gelaagd laten klinken
- Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving)
- Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)
- Fijnstemmen van het toetsenbord (Stemmen)
- Veranderen van de toonschaalstemming van het toetsenbord
- Gebruik van de equalizer
- Opnemen van uw toetsenbordspel (MIDI-recorder)
- Opslaan en oproepen van een basisinstelling (MY SETUP)
- Instellingen maken
- Aansluiten van externe apparaten
- Koppelen met een smartapparaat (APP-functie)
- Aansluiten op een computer en gebruik van MIDI
- Gebruik van een kabel voor de verbinding met een audioapparaat
- Weergeven van het geluid van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio (Bluetooth-audio koppelen)
- Wissen van de koppelingsregistratie van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio
- Verbinden met een apparaat geschikt voor Bluetooth- MIDI
- Bluetooth uitschakelen
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
Regelen van het geluid van een uitvoering
NL-31
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de C2 klaviertoets.
De nagalm wordt uitgeschakeld.
• Telkens wanneer op de klaviertoets wordt gedrukt, klinkt er een toon die u laat weten welke
instelling is geselecteerd.
Hoge toon: Aan
Lage toon: Uit
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure te voltooien.
Door de surroundfunctie in te schakelen wordt het geluid multidimensionaal uitgebreid naar voren,
achteren, links en rechts.
1.
Druk op SURROUND.
De surroundfunctie wordt ingeschakeld.
• De SURROUND toets licht op wanneer het surroundeffect is ingeschakeld.
2.
Druk nogmaals op SURROUND om de surroundfunctie uit te schakelen.
• Het lampje van de SURROUND toets gaat uit.
• Het surroundeffect wordt niet toegepast wanneer u met een hoofdtelefoon luistert.
• Bij het aansluiten van een hoofdtelefoon wordt het surroundeffect uitgeschakeld.
Nagalm uitschakelen
Spelen met een multidimensionaal ruimtelijk geluid
(Surround)
C2 C3 C4 C5 C6
C7
C2
C2
C2
C2
C2