User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Algemene gids
- Voorbereidingen voor het spelen
- Spelen op het keyboard
- Regelen van het geluid van een uitvoering
- Selecteren van een muziekinstrumenttoon
- Registreren van een toon onder een hoofdtoontoets (Toongeheugen)
- Spelen met aanslagvolume
- Gebruik van een pedaal
- Noten aanhouden nadat de klaviertoetsen zijn losgelaten
- Spelen met nagalm
- Spelen met een multidimensionaal ruimtelijk geluid (Surround)
- Twee tonen gelaagd laten klinken
- Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving)
- Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)
- Fijnstemmen van het toetsenbord (Stemmen)
- Veranderen van de toonschaalstemming van het toetsenbord
- Gebruik van de equalizer
- Opnemen van uw toetsenbordspel (MIDI-recorder)
- Opslaan en oproepen van een basisinstelling (MY SETUP)
- Instellingen maken
- Aansluiten van externe apparaten
- Koppelen met een smartapparaat (APP-functie)
- Aansluiten op een computer en gebruik van MIDI
- Gebruik van een kabel voor de verbinding met een audioapparaat
- Weergeven van het geluid van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio (Bluetooth-audio koppelen)
- Wissen van de koppelingsregistratie van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio
- Verbinden met een apparaat geschikt voor Bluetooth- MIDI
- Bluetooth uitschakelen
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
Regelen van het geluid van een uitvoering
NL-28
■ Uitschakelen van het pedaalfunctie-effect voor elk gedeelte
Gebruik de onderstaande procedure om het pedaalfunctie-effect voor het hoofdgedeelte en het
gelaagd gedeelte uit te schakelen.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de G6 of A6 klaviertoets.
Het pedaalfunctie-effect wordt uitgeschakeld.
• Telkens wanneer op de klaviertoets wordt gedrukt, klinkt er een toon die u laat weten welke
instelling is geselecteerd.
Hoge toon: Aan
Lage toon: Uit
Het pedaalfunctie-effect wordt toegepast op de gedeelten die zijn ingeschakeld en wordt niet
toegepast op de gedeelten die zijn uitgeschakeld.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure te voltooien.
• Zie “Twee tonen gelaagd laten klinken” (pagina NL-32) voor details over de gedeelten.
Als de aanhoudfunctie is ingeschakeld, worden de noten langer aangehouden wanneer de
klaviertoetsen worden losgelaten.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de C6 klaviertoets.
De aanhoudfunctie wordt ingeschakeld.
• Telkens wanneer op de klaviertoets wordt gedrukt, klinkt er een toon die u laat weten welke
instelling is geselecteerd.
Hoge toon: Aan
Lage toon: Uit
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure te voltooien.
Noten aanhouden nadat de klaviertoetsen zijn losgelaten
C2 C3 C4 C5 C6
C7
G6 (hoofdgedeelte)
A6 (gelaagd gedeelte)
C2 C3 C4 C5 C6
C7
C6
C
C
C6
C6