User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Algemene gids
- Voorbereidingen voor het spelen
- Spelen op het keyboard
- Regelen van het geluid van een uitvoering
- Selecteren van een muziekinstrumenttoon
- Registreren van een toon onder een hoofdtoontoets (Toongeheugen)
- Spelen met aanslagvolume
- Gebruik van een pedaal
- Noten aanhouden nadat de klaviertoetsen zijn losgelaten
- Spelen met nagalm
- Spelen met een multidimensionaal ruimtelijk geluid (Surround)
- Twee tonen gelaagd laten klinken
- Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving)
- Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)
- Fijnstemmen van het toetsenbord (Stemmen)
- Veranderen van de toonschaalstemming van het toetsenbord
- Gebruik van de equalizer
- Opnemen van uw toetsenbordspel (MIDI-recorder)
- Opslaan en oproepen van een basisinstelling (MY SETUP)
- Instellingen maken
- Aansluiten van externe apparaten
- Koppelen met een smartapparaat (APP-functie)
- Aansluiten op een computer en gebruik van MIDI
- Gebruik van een kabel voor de verbinding met een audioapparaat
- Weergeven van het geluid van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio (Bluetooth-audio koppelen)
- Wissen van de koppelingsregistratie van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio
- Verbinden met een apparaat geschikt voor Bluetooth- MIDI
- Bluetooth uitschakelen
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
Regelen van het geluid van een uitvoering
NL-27
Een pedaal (optie: SP-3 of SP-20) kan worden gebruikt om tijdens het spelen diverse veranderingen in
het geluid aan te brengen. Bij de standaardinstellingen is de aanhoudfunctie aan het pedaal
toegewezen, zodat het pedaal als een demppedaal kan worden gebruikt.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de F6 klaviertoets.
• Telkens wanneer op de klaviertoets wordt gedrukt, klinkt er een toon die u laat weten welke
instelling is geselecteerd.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure te voltooien.
Gebruik van een pedaal
Veranderen van de pedaalfuncties
Meldtoon Instellingstype Beschrijving
Eén toon Aanhoudfunctie Wanneer noten worden gespeeld terwijl het pedaal
is ingetrapt, worden de noten aangehouden, zelfs
als de klaviertoetsen worden losgelaten.
Twee tonen Sostenuto Wanneer noten worden gespeeld en dan het pedaal
wordt ingetrapt voordat de klaviertoetsen worden
losgelaten, worden de noten aangehouden.
Drie tonen Zacht Wanneer het pedaal wordt ingetrapt en dan noten
worden gespeeld, klinken de noten wat zachter.
Vier tonen Metronoom Starten en stoppen van de metronoom.
C2 C3 C4 C5 C6
C7
F6