User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Overzicht en instellingen
- Algemene gids
- Klaarmaken van de voeding
- In- en uitschakelen van de stroom
- Terugzetten van de Digitale Piano naar de standaardinstellingen die in de fabriek ingesteld waren
- Bedieningsvergrendeling
- Gebruik van een hoofdtelefoon
- Aansluiten van de draadloze MIDI & audio adapter (optie)
- Instellen van het displaycontrast
- Luisteren naar de demonstratieweergave
- Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
- Spelen op het toetsenbord
- Lagen en splitsingen aanbrengen in tonen
- Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume)
- Gebruik van nagalm
- Gebruik van zweving
- Gebruik van de metronoom
- Veranderen van de tempo-instelling
- Gebruik van de arpeggiator
- Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel
- Instellen van het volume van het toetsenbord
- Regelen van de klank
- Gebruik van een pedaal
- Gebruik van de toonhoogteregelaar
- Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)
- Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming)
- Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving)
- Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord
- Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive
- Gebruik van automatische begeleiding
- Gebruik van muziekvoorkeuze
- Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie)
- Opnemen van uw toetsenbordspel
- Opnemen en weergeven van uw toetsenbordspel
- Overdubben van een opgenomen spoor
- Opnemen van het toetsenbordspel samen met een melodie (Deeloefening-opname)
- Maken van de instellingen voor vooraf tellen en de metronoom
- Een spoor dempen
- Wissen van een opgenomen melodie of spoor
- Kopiëren van een opgenomen melodie
- Maken van functie-instellingen
- USB flash-drive
- Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-drive en de USB type-A poort
- Aansluiten van een USB flash-drive op de Digitale Piano en loskoppelen ervan
- Formatteren van een USB flash-drive
- Gebruik van de USB flash-drive
- Gebruik van een computer voor het kopiëren van algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive
- Aansluiten van externe toestellen
- Aansluiten op een computer
- Aansluiten op audio-apparatuur
- Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie)
- Weergeven van het geluid van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio (Bluetooth-audio koppelen)
- Verbinden van de Digitale Piano met een Bluetooth Low Energy MIDI-apparaat
- In- en uitschakelen van de draadloosfunctie van de Digitale Piano
- Instellen van het volumeniveau van de meldtonen
- Controleren van de Bluetooth-verbindingsstatus
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
NL-41
Opnemen van uw toetsenbordspel
■ Weergeven van een opgenomen uitvoering
Gebruik de procedure onder “Selecteren van een ingebouwde
melodie om deze weer te geven” (pagina NL-26) om een van
de melodieën in het bereik van 163 t/m 168 te selecteren.
■ Veranderen van het nummer van de melodie voor
de opnamebestemming in de opname-
paraatstand
1.
Houd in de opname-paraatstand 5 RECORD/
STOP lang ingedrukt.
Hierdoor verschijnt “Rec Trk” op het display.
2.
Gebruik de bo regelaar om “MltRec X” (X is
een waarde van 1 t/m 5) te selecteren en druk
dan op bp ENTER.
3.
Gebruik de bo regelaar om het nummer weer te
geven van de melodie waarnaar u wilt
opnemen.
4.
Druk op bp ENTER.
5.
Druk op 5 RECORD/STOP om het
instelscherm te verlaten.
■ Veranderen van het bestemmingsspoor in de
opname-paraatstand
1.
Houd in de opname-paraatstand 5 RECORD/
STOP lang ingedrukt.
Hierdoor verschijnt “Rec Trk” op het display.
2.
Druk op bp ENTER.
3.
Gebruik de bo regelaar om het spoor te
selecteren waarop u wilt opnemen.
4.
Druk op bp ENTER.
5.
Druk op 5 RECORD/STOP om het
instelscherm te verlaten.
•Zie “Betreffende sporen” (pagina NL-41) voor details over
het opnamespoor.
In aanvulling op het toetsenbordspel en de automatische
begeleiding die u opneemt op spoor 1, kunt u tot vijf sporen
van het toetsenbordspel overdubben.
■ Betreffende sporen
Er zijn zes sporen, genummerd 1 t/m 6.
• Mocht u geen spoornummer specificeren tijdens het
opnemen, dan wordt automatisch op spoor 1 opgenomen.
In aanvulling op wat u op het toetsenbord speelt, wordt de
volgende informatie ook opgenomen.
• Spoor 1
Toonnummer (Upper1, Upper2, Lower), ritmenummer,
ritmeregelaar, volume van toetsenbord, volumeniveau van
automatische begeleiding, tempo, maatslag,
nagalminstelling, zwevingsinstelling, akkoordspel,
lagenspel, splitsingsspel, toonschaalinstelling, instelling
voor octaafverschuiving, pedaalbediening, bediening van
toonhoogteregelaar, instelling van toonhoogtebereik
• Sporen 2 t/m 6
Toonnummer (Upper1), pedaalbediening, bediening van
toonhoogteregelaar, instelling van toonhoogtebereik
■ Opnemen op de sporen 1 t/m 6
1.
Druk op bs SONG BANK.
2.
Gebruik de bo regelaar om het nummer weer te
geven van de melodie waarnaar u wilt opnemen.
3.
Druk op 5 RECORD/STOP.
Hierdoor verschijnt “Rec Trk” op het display.
• Om de opname-paraatstand te annuleren, drukt u net
zo vaak op 5 RECORD/STOP als nodig is om de
RECORD indicator te laten verdwijnen.
4.
Druk op bp ENTER.
Overdubben van een opgenomen
spoor
Rec T
rk