User Manual

NL-15
Spelen op het toetsenbord
Aanbrengen van een laag met twee tonen
Controleer of de U2 (Upper2) en L (Lower) indicators niet
op het display worden getoond voordat met deze procedure
wordt begonnen. Als een van de indicators wordt
weergegeven, drukt u op co LAYER en/of cn SPLIT
zodat de indicators niet worden getoond.
1.
Druk op bq TONE.
Controleer of het pijltje () rechts naast de U1
(Upper1) indicator staat.
2.
Gebruik de bo regelaar om een toon voor het
Upper1 gedeelte te selecteren.
Voorbeeld: 32 ELEC.PIANO 1
3.
Druk op co LAYER.
De U2 (Upper2) indicator verschijnt met rechts ernaast
het pijltje ().
4.
Gebruik de bo regelaar om een toon voor het
Upper2 gedeelte te selecteren.
Voorbeeld: 226 STRINGS
5.
Speel iets op het toetsenbord.
Beide tonen klinken tegelijkertijd.
Druk nogmaals op co LAYER om de lagenfunctie uit
te schakelen.
Splitsen van het toetsenbord tussen twee
verschillende tonen
1.
Selecteer de toon voor het Upper1 gedeelte
(pagina NL-14).
Druk op bq TONE en gebruik dan de bo regelaar om
de gewenste toon te selecteren.
Voorbeeld: 312 FLUTE 1
2.
Druk op cn SPLIT.
De L (Lower) indicator verschijnt met rechts ernaast het
pijltje ().
3.
Gebruik de bo regelaar om de toon voor het
Lower gedeelte te selecteren.
Voorbeeld: 60 VIBRAPHONE 1
4.
Speel iets op het toetsenbord.
Hierdoor worden de tonen weergegeven die toegewezen
zijn aan de linker en rechter bereiken van het
toetsenbord.
Druk nogmaals op cn SPLIT om de splitsfunctie uit te
schakelen.
Als u zowel lagen als splitsen aanbrengt, worden de lagen
enkel uitgeoefend op het rechter bereik van het
toetsenbord.
E.Pia
no1
Brandt
St r in
g
s
Flute
1
Brandt
VIBRAPHONE 1 FLUTE 1
F3
Splitspunt