Omslag CDP-S350 NL GEBRUIKSAANWIJZING Klaarmaken van de voeding In- en uitschakelen van de stroom Gebruik van een pedaal Gebruik van een hoofdtelefoon Spelen op het toetsenbord Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren) Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming) Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving) Gebruik van automatische begeleiding Selecteren van een ingebouwde melodie om deze w
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor gebruik met deze Digitale Piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel. • U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO catalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en op de CASIO website toegankelijk via het onderstaande internetadres of QR-code. https://support.casio.
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive NL-26 Inhoudsopgave Overzicht en instellingen NL-4 Algemene gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-4 Klaarmaken van de voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7 In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . . . . . .NL-9 Terugzetten van de Digitale Piano naar de standaardinstellingen die in de fabriek ingesteld waren . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-9 Bedieningsvergrendeling. . . . .
Inhoudsopgave USB flash-drive NL-49 Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-drive en de USB flash-drive poort. . . .NL-49 Aansluiten van een USB flash-drive op de Digitale Piano en loskoppelen ervan. . . . . . . .NL-49 Formatteren van een USB flash-drive. . . . . . . . . . .NL-50 Gebruik van de USB flash-drive . . . . . . . . . . . . . . .NL-51 Gebruik van een computer voor het kopiëren van algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overzicht en instellingen Algemene gids ■ Voorpaneel 1 2 3 7 8 4 9 5 bk bl 6 bm bn cp cq bo bp bq br bt bs ck cl cm cn co • Sommige van de getoonde toetsnamen zijn voorzien van het $ symbool. Dit geeft aan dat u de toets lang ingedrukt moet houden om de bijbehorende bediening uit te voeren.
Overzicht en instellingen 1 P (aan/uit) toets bp Functie, Instellen/Afsluiten-toets (FUNCTION, ENTER/$ EXIT) 2 Volumeregelaar (VOLUME) bq Toon, Duettoets (TONE, $ DUET) 3 Metronoom, Maatslagtoets (METRONOME, $BEAT) br Ritmetoets (RHYTHM) 4 Tempo/tiktoets (TEMPO/TAP) bs Melodiebanktoets (SONG BANK) 5 Opname/stoptoets (RECORD/STOP) bt Bank, Blokkeertoets (BANK, $ FREEZE) 6 Categorietoets (CATEGORY) ck Gebied 1 - Gebied 4 toets 7 Intro, Herhaaltoets (INTRO, REPEAT) cl Opslagtoets (STORE) 8 Normaa
Overzicht en instellingen Display * Toonindicator Ritme-indicator Melodiebankindicator Muziekvoorkeuze-indicator Indicators voor toetsenbordgedeelte Nummer/instellingswaarde-display (links), naamdisplay (rechts) * * Tempo, maat Maatslag Akkoordnaam Indicators voor automatische begeleiding Indicators voor weergavegedeelte Registratie-indicators, opname-indicators * Overige indicators Klaarmaken van de muziekstandaard Muziekstandaard NL-6
Overzicht en instellingen Klaarmaken van de voeding Uw Digitale Piano maakt gebruik van een netadapter voor de voeding. Hoewel de Digitale Piano ook op batterijen kan worden gebruikt, verdient het toch aanbeveling om het instrument met de netadapter te gebruiken. Gebruik van de netadapter Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt die voor deze Digitale Piano wordt voorgeschreven. Het gebruik van een ander type netadapter kan problemen veroorzaken.
Overzicht en instellingen Gebruik op batterijen • Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de batterijen inlegt. • Het wordt aan u overgelaten om zes los verkrijgbare alkalibatterijen aan te schaffen. • Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht wanneer de Digitale Piano ondersteboven wordt gedraaid om de batterijen te plaatsen. − Wees voorzichtig dat uw vingers niet onder de Digitale Piano klem komen te zitten waardoor u letsel oploopt.
Overzicht en instellingen In- en uitschakelen van de stroom 1. Druk op de 1P (aan/uit) toets om de Digitale Piano in te schakelen. Automatische stroomonderbreker De automatische stroomonderbreker zal de stroom van de Digitale Piano automatisch uitschakelen als u geen bediening uitvoert voor ongeveer vier uur bij gebruik met de netadapter of gedurende ongeveer zes minuten bij gebruik op batterijen. ■ Uitschakelen van de automatische stroomonderbreker • Gebruik 2 VOLUME om het volume in te stellen. 2.
Overzicht en instellingen Gebruik van een hoofdtelefoon Door een hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van de ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen. • Zorg ervoor altijd het volumeniveau laag in te stellen voordat u de hoofdtelefoon aansluit. Instellen van het displaycontrast 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Other” weer te geven.
Luisteren naar de demonstratieweergave Gemeenschappelijke bediening voor alle functies 1. Druk br RHYTHM en bs SONG BANK tegelijk in. De (melodiebankindicator) en de (ritme-indicator) beginnen op het display te knipperen en de weergave van de demonstratiemelodie begint. Nadat de weergave van de demonstratiemelodie is afgelopen, wordt de demonstratieweergave vervolgd met de melodieën uit de melodiebank.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Gebruik van de draairegelaar Gebruik de bo regelaar om een nummer (toonnummer enz.) of waarde (tempowaarde enz.) te veranderen en om menuitems te selecteren. U kunt zien welke bediening u met de bo regelaar kunt uitvoeren door naar de NUM indicator op het display te kijken.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies ■ Een teken veranderen 1. Gebruik de bo regelaar om de cursor naar de plaats te brengen van het teken dat u wilt veranderen en druk dan op bp ENTER. De NUM indicator verschijnt. 2. Gebruik de bo regelaar om het nu geselecteerde teken te veranderen. 3. Nadat het gewenste teken is ingevoegd, drukt u (kort of lang) op bp ENTER om de verandering toe te passen. De NUM indicator verdwijnt.
Spelen op het toetsenbord Uw Digitale Piano laat u uit tonen kiezen zodat u de beschikking heeft over een groot aantal muziekinstrumenttonen, waaronder viool, fluit, orkest en nog veel meer. Door het type instrument te veranderen krijgt dezelfde melodietoon een heel ander gevoel. ■ Kiezen van een instrument om te spelen 1. Druk op bq TONE. De aanduiding (toonindicator) verschijnt. S t agePno Toonnummer Toonnaam 2. Gebruik de bo regelaar om het gewenste toonnummer te selecteren.
Spelen op het toetsenbord ■ Aanbrengen van een laag met twee tonen • Controleer of de U2 (Upper2) en L (Lower) indicators niet op het display worden getoond voordat met deze procedure wordt begonnen. Als een van de indicators wordt weergegeven, drukt u op co LAYER en/of cn SPLIT zodat de indicators niet worden getoond. ■ Splitsen van het toetsenbord tussen twee verschillende tonen 1. Selecteer de toon voor het Upper1 gedeelte (pagina NL-14).
Spelen op het toetsenbord ■ Veranderen van het splitspunt 1. Houd cn SPLIT ingedrukt totdat u klaar bent met stap 2 van deze procedure. Hierdoor verschijnt de naam van de klaviertoets bij het ingestelde splitspunt op het display. 2. Druk op de klaviertoets waar u het splitspunt wilt hebben. De klaviertoets die u indrukt zal de laagste noot van het Upper1 gedeelte van het gesplitste toetsenbord zijn. Voorbeeld: Instellen van midden C (C4) als het splitspunt.
Spelen op het toetsenbord Gebruik van nagalm Gebruik van zweving 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Reverb” weer te geven. Re v e r b Zweving is een functie die diepte en breedte toevoegt aan de noten. 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Chorus” weer te geven. Ch o r u s 2. Druk op bp ENTER. De NUM indicator verschijnt. 3. Gebruik de bo regelaar om de gewenste nagalminstelling te selecteren. Instellingsnummer 1 2-4 Parameter Off Room 1 - 3 2.
Spelen op het toetsenbord Gebruik van de metronoom De metronoom laat u spelen en oefenen met een vaste maatslag om u te helpen met uw tempo. ■ Starten of stoppen van de metronoom 1. Druk op 3 METRONOME. Veranderen van de tempoinstelling Er zijn twee manieren om de instelling voor het tempo (maatslagen per minuut) te veranderen: gebruik van de toetsen om de tempowaarde te veranderen of tikken van de maat op een toets. ■ Instellen van de tempowaarde (maatslagen per minuut) De metronoom start. 1.
Spelen op het toetsenbord Gebruik van de arpeggiator Met de arpeggiator kunt u automatisch verschillende arpeggio’s en andere frasen spelen door gewoonweg klaviertoetsen aan te slaan op het toetsenbord. U kunt uit een aantal verschillende arpeggio-opties kiezen, inclusief het spelen van arpeggio’s van een akkoord, het automatisch spelen van verschillende frasen en nog enkele andere mogelijkheden. • De arpeggiator en automatisch harmoniseren worden door dezelfde toets geregeld (pagina NL-35).
Spelen op het toetsenbord Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel U kunt het toetsenbord in het midden splitsen voor duet-spel zodat de linker- en de rechterkant hetzelfde bereik hebben. De duetmodus is de perfecte manier om les te geven waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord. Een duet spelen 1. Houd bq TONE lang ingedrukt totdat er een markering (K) verschijnt naast “DUET” op de rechterkant van het display.
Spelen op het toetsenbord Veranderen van de octaven van de duet toetsenborden U kunt de bereiken van het linker en rechter toetsenbord veranderen van hun oorspronkelijke instellingen in eenheden van een octaaf. Dit is bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereik niet voldoende is wanneer een persoon het gedeelte voor de linkerhand en de andere persoon het gedeelte voor de rechterhand aan het spelen is. 1. Druk op bp FUNCTION. 2.
4. Gebruik de bo regelaar om een pedaaleffect te Regelen van de klank selecteren. • De beschikbare pedaaleffecten staan in de onderstaande tabel. Gebruik van een pedaal Instellingsnummer Sluit het meegeleverde pedaal (SP-3) aan op de ct DAMPER/ASSIGNABLE aansluiting. Achterkant ■ Selecteren van het pedaaleffect 1.
Regelen van de klank Gebruik van de toonhoogteregelaar U kunt de toonhoogte van de noten met de toonhoogteregelaar geleidelijk omhoog en omlaag verschuiven. Deze functie maakt het mogelijk om het smorende effect van een saxofoon of een elektrische gitaar te reproduceren. 1. Draai de cq PITCH BEND toonhoogteregelaar aan de linkerkant van het toetsenbord omhoog of omlaag terwijl u een noot op het toetsenbord aan het spelen bent. De mate van toonbuiging hangt af van hoe ver u de toonhoogteregelaar draait.
Regelen van de klank Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving) Met octaafverschuiving kunt u de toonhoogte van de noten van elk gedeelte (pagina NL-14) in eenheden van een octaaf verhogen of verlagen. • Het instelbereik van de octaafverschuiving loopt van –2 t/m +2 octaven. 1. Houd co LAYER ingedrukt totdat het onderstaande scherm op het display verschijnt. U1 Oc t . 2. Gebruik de bo regelaar om het gedeelte te selecteren waarvan u de toonhoogte wilt veranderen.
Regelen van de klank ■ Veranderen van de toonschaal 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Scale” weer te geven. ■ Gebruik van de noten van de huidige toonschaal voor de automatische begeleidingen 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om “Scale” weer te geven. Sca l e 2. Druk op bp ENTER. Type Sca l e 2. Druk op bp ENTER. 3. Gebruik de bo regelaar om “AcompScl” weer te geven. 3. Druk nogmaals op bp ENTER. A c ompS c l De NUM indicator verschijnt. 4.
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flashdrive Selecteren van een ingebouwde melodie om deze weer te geven Uw Digitale Piano is voorzien van 152 ingebouwde melodieën. U kunt de ingebouwde melodieën gebruiken voor uw luisterplezier of u kunt het geluid van één hand van het pianodeel uitschakelen en dit zelf spelen om het te oefenen.
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive ■ Selecteren van een toon voor het toetsenbordspel samen met de melodieweergave 1. Druk op bq TONE terwijl (melodiebankindicator) wordt weergegeven. De aanduiding (toonindicator) verschijnt. 2. Gebruik de bo regelaar om het nummer van de toon te selecteren die u aan het toetsenbordspel wilt toewijzen. • Terwijl wordt weergegeven, kunt u de bediening uitvoeren voor gesplitste en/of gelaagde tonen.
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive Weergeven met het geluid van één hand uitgeschakeld U kunt bij de weergave het geluid van het pianodeel van een van de handen uitschakelen. Dit biedt u de mogelijkheid om het uitgeschakelde deel zelf op het toetsenbord te spelen om dit te oefenen.
■ Wissen van een gebruikersmelodie uit het geheugen van de Digitale Piano 1. Selecteer de melodie die u wissen. 2. Houd 5 RECORD/STOP ingedrukt. “Sure?” verschijnt. 3. Druk op bp ENTER. De gebruikersmelodie wordt gewist. • Houd bp ENTER lang ingedrukt om de wisbewerking te annuleren zodat er geen gegevens worden gewist.
Gebruik van automatische begeleiding 3. Druk op bm START/STOP. 3. Speel akkoorden op het begeleidingstoetsenbord. Hierdoor worden de bas- en harmoniegedeelten van de automatische begeleiding toegevoegd aan het ritmegedeelte. Hierdoor start het ritme. Begeleidingstoetsenbord Melodietoetsenbord Splitspunt Deze indicator verandert bij elke maatslag van plaats. F3 4. Speel mee met het ritme. 5. Druk nogmaals op bm START/STOP om het ritme te stoppen.
Gebruik van automatische begeleiding ■ Selecteren van een akkoordinvoerfunctie 1. Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo regelaar om het instelitem “ChordMod” weer te geven. CASIO CHORD Bij CASIO CHORD gebruikt u vereenvoudigde vingerzettingen om de vier typen akkoorden te spelen die hieronder worden beschreven. Begeleidingstoetsenbord Ch o r dMo d 2. Druk op bp ENTER. Akkoordtype De NUM indicator verschijnt. CAS I O Cd Instellingsnummer Akkoordinvoerfunctie 3.
Gebruik van automatische begeleiding FINGERED Met deze invoerfuncties speelt u akkoorden op het begeleidingstoetsenbord d.m.v. de normale akkoordvingerzettingen. Sommige akkoordvormen zijn afgekort en voor de vingerzetting zijn slechts één of twee klaviertoetsen nodig. Zie pagina NL-63 voor informatie betreffende de akkoorden die ondersteund worden en hoe de vingerzetting op het toetsenbord wordt uitgevoerd.
Gebruik van automatische begeleiding ■ Intropatroon van de automatische begeleiding FULL RANGE CHORD Tijdens deze modus kunt u het volledige bereik van het toetsenbord gebruiken om de akkoorden en de melodie te spelen. Zie pagina NL-63 voor informatie betreffende de akkoorden die worden ondersteund. Begeleidingstoetsenbord / Melodietoetsenbord Volg de onderstaande procedure om een intropatroon van enkele maten te spelen. 1. Druk op 7 INTRO. Hierdoor wordt het intropatroon gestart.
Gebruik van automatische begeleiding ● Invulpatroon voor een variatiepatroon ■ Gebruik van de gesynchroniseerde startfunctie 1. Druk op 9 VARIATION FILL-IN terwijl een Volg de onderstaande procedure om de Digitale Piano te configureren om de automatische begeleidingsweergave te starten zodra u een klaviertoets aanslaat. variatiepatroon wordt gespeeld. Hierdoor wordt een invulpatroon weergegeven voor het variatiepatroon.
Gebruik van automatische begeleiding ■ Gesynchroniseerde stopfunctie Bij gebruik van de gesynchroniseerde stopfunctie stopt de automatische begeleiding zodra u alle klaviertoetsen op het begeleidingstoetsenbord loslaat. Het Digitale Keyboard komt daarna automatisch in de paraatstand voor gesynchroniseerd starten te staan. 1. Druk op bl SYNCHRO STOP. Het toestel komt in de paraatstand voor gesynchroniseerd stoppen te staan.
Gebruik van automatische begeleiding ■ Selecteren van het automatische harmonisatietype 1. Voer de procedure uit onder “Inschakelen van automatisch harmoniseren” (pagina NL-35) en controleer of de A.HAR. indicator brandt. 2. Houd cm A.HAR./ARPEG. lang ingedrukt totdat de FUNCTION indicator op het display knippert. Het nummer en de naam van het geselecteerde automatische harmonisatietype worden getoond. 3. Gebruik de bo regelaar om het automatische harmonisatietype te selecteren.
Gebruik van muziekvoorkeuze Door een muziekvoorkeuze te selecteren verandert de Digitale Piano onmiddellijk naar een voorkeuze-basisinstelling (toon, ritme, akkoordprogressie enz.) voor weergave van melodieën van verschillende genres/categorieën. Door het indrukken van een toets wordt de Digitale Piano zodanig ingesteld dat die melodieën precies klinken zoals u vindt dat ze moeten klinken.
Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie) U kunt de registratiefunctie gebruiken om een basisinstelling van de Digitale Piano (toon, ritme en andere instellingen) te registreren. Een geregistreerde basisinstelling kan naar vereist worden opgeroepen voor de uitvoering van een bepaalde melodie enz. • De registratiefunctie kan in de ritmemodus (pagina NL-29) worden gebruikt.
Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie) Een basisinstelling oproepen uit het registratiegeheugen 1. Indien vereist, gebruikt u bt BANK om de blokkeerfunctie beurtelings in en uit te schakelen. • Bij meermalen lang indrukken van bt BANK wordt de blokkeerfunctie beurtelings in- en uitgeschakeld. De FREEZE indicator brandt wanneer de blokkeerfunctie is ingeschakeld. Brandt • Zie “Blokkeerfunctie” (pagina NL-39) voor details over de blokkeerfunctie. 2.
Opnemen van uw toetsenbordspel Door middel van een eenvoudige bediening kunt u een opname maken van uw toetsenbordspel, de automatische begeleiding en andere bewerkingen van de Digitale Piano die u uitvoert tijdens het spelen. • U kunt in totaal zes opgenomen melodieën in het geheugen hebben (vijf multispoor-melodieën en een deeloefeningopname). • De capaciteit van het opnamegeheugen is ongeveer 12.000 noten per melodie.
Opnemen van uw toetsenbordspel ■ Weergeven van een opgenomen uitvoering Gebruik de procedure onder “Selecteren van een ingebouwde melodie om deze weer te geven” (pagina NL-26) om een van de melodieën in het bereik van 164 t/m 168 te selecteren. ■ Veranderen van het nummer van de melodie voor de opnamebestemming in de opnameparaatstand 1. Houd in de opname-paraatstand 5 RECORD/ STOP lang ingedrukt. Hierdoor verschijnt “Rec Trk” op het display. 2.
Opnemen van uw toetsenbordspel 5. Gebruik de bo regelaar om het spoornummer te selecteren van het volgende spoor dat u wilt opnemen. Hierdoor wordt de opname-paraatstand ingeschakeld voor het spoor dat u heeft geselecteerd. Voorbeeld: Spoor 2 Knippert • Om de toon te veranderen die wordt gebruikt bij het begin van de opname, drukt u op bq TONE en gebruikt dan de bo regelaar om de toon te selecteren. 6. Druk op bp ENTER. 7. Druk op bma.
Opnemen van uw toetsenbordspel 4. Gebruik bn PART SELECT om het gedeelte te selecteren waarvan u de weergave wilt dempen tijdens het maken van de opname. • Bij meermalen indrukken van bn PART SELECT worden de onderstaande dempingsinstellingen doorlopen. De schermindicators tonen het (de) gedempte gedeelte(en). Gedeelte voor rechterhand gedempt Gedeelte voor linkerhand gedempt Gedeelte voor beide handen gedempt • Maak nu ook de toon- en tempo-instellingen. 5.
Opnemen van uw toetsenbordspel Een spoor dempen U kunt de onderstaande procedure gebruiken om een opgenomen spoor te dempen en dan op een ander spoor op te nemen of dit weer te geven. 1. Druk op bs SONG BANK. 2. Gebruik de bo regelaar om een melodie te selecteren die u heeft opgenomen. 3. Druk op bn PART SELECT. Hierdoor verschijnt “Trk1Mute” op het display. 4. Gebruik de bo regelaar om het spoor te selecteren dat u wilt dempen. 5. Druk op bp ENTER.
Maken van functieinstellingen Aanwijzingen voor het maken van functie-instellingen 1. Druk op bp FUNCTION. De FUNCTION indicator en een hoofdmenu-item verschijnen. Nummer van huidige instelling Hoofdmenu-item Tou c h • Zie “Lijst met functie-instellingen” (pagina NL-46) voor informatie over de hoofdmenu- en submenu-tems van elke functie. 2. Gebruik de bo regelaar om het menu-item te selecteren waarvan u de instelling wilt veranderen.
Maken van functie-instellingen Lijst met functie-instellingen • Zie “Aanwijzingen voor het maken van functie-instellingen” (pagina NL-45) voor informatie over het veranderen van de instellingen in de onderstaande lijst. • Als “(ENTER)” wordt aangegeven achter een functienaam, betekent dit dat bij indrukken van bp ENTER een submenu verschijnt. Nr. Functie Display Instelbereik 1 Aanslagvolume Touch 1-4 2 Transponeren Trans. –12 - 12 3 Duet (ENTER) Duet 4 Octaafverschuiving boven U Oct.
Maken van functie-instellingen Nr.
Maken van functie-instellingen Gebruik van bedieningsvergrendeling Wissen van alle gegevens in het geheugen van de Digitale Piano Met de bedieningsvergrendelingsfunctie wordt de bediening van de toetsen geblokkeerd, met uitzondering van de 1P (aan/uit) toets en de toetsen die vereist zijn voor het opheffen van de vergrendeling. Gebruik de onderstaande procedure om alle gegevens te wissen en alle instellingen en de andere systeeminhoud terug te zetten op de oorspronkelijke standaardfabrieksinstellingen.
USB flash-drive Uw Digitale Piano ondersteunt het gebruik van een los verkrijgbare USB flash-drive. U heeft de beschikking over de volgende functies. • Formatteren van de USB flash-drive • U kunt een USB flash-drive gebruiken voor het opslaan van melodieën die met de Digitale Piano zijn opgenomen en voor het opslaan van geregistreerde basisinstellingen. • De gegevens die met deze Digitale Piano op een USB flashdrive zijn opgeslagen, evenals compatibele gegevens (gebruikersritmes, gebruikersmelodieën enz.
USB flash-drive ■ Aansluiten van de USB flash-drive op de Digitale Piano 1. Steek de USB flash-drive in de USB flash-drive poort van de Digitale Piano zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. • Druk de USB flash-drive voorzichtig zo ver mogelijk naar binnen. Gebruik niet te veel kracht bij het insteken van de USB flash-drive. USB flash-drive poort ■ Formatteren van een USB flash-drive 1. Steek de USB flash-drive die geformatteerd moet worden in de USB flash-drive poort van de Digitale Piano. 2.
USB flash-drive Gebruik van de USB flash-drive In dit hoofdstuk wordt informatie verschaft over de volgende functies.
USB flash-drive ■ Laden van gegevens van een USB flash-drive naar het geheugen van de Digitale Piano 1. Voer de stappen 1, 2 en 3 uit onder “Opslaan van gegevens van de Digitale Piano op een USB flash-drive” (pagina NL-51). 2. Gebruik de bo regelaar om “Load” weer te geven en druk dan op bp ENTER. 3. Gebruik de bo regelaar om een submenu-item weer te geven met opties die corresponderen met het type gegevens dat wordt geïmporteerd. • Zie “Lijst met submenu-items/bestandsnaamextensies” (pagina NL-51). 4.
USB flash-drive ■ Hernoemen van gegevens op een USB flashdrive 1. Voer de stappen 1, 2 en 3 uit onder “Opslaan van gegevens van de Digitale Piano op een USB flash-drive” (pagina NL-51). 2. Gebruik de bo regelaar om “Rename” weer te geven en druk dan op bp ENTER. 3. Gebruik de bo regelaar om een submenu-item weer te geven met opties die corresponderen met het type gegevens dat wordt hernoemd. • Zie “Lijst met submenu-items/ bestandsnaamextensies” (pagina NL-51). 4. Druk op bp ENTER. 5.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten op een computer U kunt de Digitale Piano aansluiten op een computer en MIDIgegevens verzenden tussen deze apparaten. U kunt gegevens vanaf de Digitale Piano zenden naar de muzieksoftware die op uw computer draait of u kunt MIDIgegevens vanaf uw computer zenden naar de Digitale Piano voor weergave. ■ Minimale computersysteemvereisten Hieronder zijn de minimale computersysteemvereisten aangegeven voor het zenden en ontvangen van MIDIgegevens.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten op audio-apparatuur • Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is het geen probleem als de USB-kabel aangesloten gehouden wordt en uw computer en/of uw Digitale Piano uitgeschakeld of ingeschakeld wordt.
Aansluiten van externe toestellen ■ Weergeven van externe apparatuur via de Digitale Piano Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u zelf dient aan te schaffen. • De aansluitsnoeren dienen aan een kant een 3-polige stereo ministekker te hebben en aan de andere kant een stekker die past bij de configuratie van de externe apparatuur.
Referentie Oplossen van moeilijkheden Symptoom Maatregel Bijgeleverde accessoires Ik kan iets niet vinden wat er toch hoort te zijn. Controleer zorgvuldig wat er in de verpakking zit. Stroomvereisten De stroom kan niet worden ingeschakeld. • Controleer de netadapter of zorg ervoor dat de batterijen in de juiste richting wijzen (pagina NL-7). • Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op stroom van het lichtnet via de netadapter (pagina NL-7).
Referentie Symptoom Maatregel De metronoom klinkt niet. • Controleer de instelling van het metronoomvolume en stel dit indien nodig af (pagina NL-18). • Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina NL-9). De noten blijven klinken zonder dat ze stoppen. • Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina NL-9).
Referentie Foutmeldingen Display Oorzaak Maatregel Err Limit U probeert meer dan 999 maten op te nemen. Zorg dat uw opnamen maximaal 999 maten bevatten. Err Mem Full U probeert een opname te maken die de maximaal toelaatbare gegevensgrens per melodie overschrijdt. Houd de melodie-opnamen binnen de maximaal toelaatbare gegevensgrens per melodie. Err DataFull U probeert meer dan 5 multispoor-melodieën op te nemen. Wis enkele melodieën uit het geheugen.
Referentie Technische gegevens Model CDP-S350BK Toetsenbord Pianotoetsenbord met 88 toetsen Aanslagvolume Maximale polyfonie 3 typen, Uit 64 noten (32 voor bepaalde tonen) Tonen Ingebouwde tonen Functies 700 Lagen, Splitsen Nagalm 1 t/m 10, Uit Zweving 1 t/m 4, Toon Metronoom Maatslagbel Uit, 1 t/m 9 (maatslagen) Tempobereik 20 t/m 255 Melodiebank Demonstratiemelodie 1 Ingebouwde melodieën 152 Gebruikersmelodieën 10*1 Opgenomen gebruikersmelodieën 6 (Zie “Recorder” hieronder.
Referentie Ingangsaansluitingen/ uitgangsaansluitingen USB-poort Type B USB flash-drive poort Type A DAMPER/ASSIGNABLE aansluiting Standaardaansluiting (6,3 mm) (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme) PEDAL UNIT aansluiting Bedrijfsspecifieke aansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht) PHONES/OUTPUT aansluiting Stereo mini-aansluiting (3,5 mm) Uitgangsimpedantie: 3 Ω, Uitgangsspanning: 1,3 V (RMS) MAX AUDIO IN aansluiting Stereo mini-aansluiting (3,5 mm) Ingangsimpedantie: 10 kΩ, Ingangsgevoeligheid:
Referentie Kaart met veelzijdige tonen 168 VERSATILE NYLON GUITAR Toets Aanslagsnelheid Geluid C-1 - B6 1-30 Normal mp 31-60 Normal mf 61-75 Ghost Note 76-90 Mute 91-105 Hammering 106-120 Glissando 121-127 Open Harmonics C7 1-127 Strum 1 C{7 1-127 Strum 2 D7 1-127 Strum 3 E}7 1-127 Strum 4 E7 1-127 Strum 5 F7 1-127 Strum 6 F{7 1-127 Strum 7 G7 1-127 Strum 8 A}7 1-127 Strum 9 A7 1-127 Strum 10 B}7 1-127 Strum 11 B7 1-127 Strings Slap 1 C8 1-127 Strings Slap 2 C{8 1-127 Strings Slap 3 D8 1-127 Strings Slap 4
Referentie Vingerzettinggids Cadd9 ■ FINGERED 1, FINGERED 2 akkoorden Cmadd9 *4 C *4 C69 *3 *4 Cm Cm69 *3 Cdim *1 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7. *2 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7}5. *3 Het geïnverteerde formaat wordt in bepaalde gevallen niet ondersteund. *4 Deze vingerzettingen zijn speciale vingerzettingen voor akkoordinvoer op de Digitale Piano en ze zijn daarom niet geschikt voor normaal spelen op een keyboard.
Referentie Akkoordvoorbeeldenlijst *1 *2 C C /(DD) D (D )/ED E F M m dim aug sus4 sus2 7 m7 M7 m7D5 7D5 7sus4 add9 madd9 mM7 dim7 69 6 m6 • U kunt het splitspunt gebruiken om de grootte van het bereik van het begeleidingstoetsenbord te veranderen (pagina NL-15).
Referentie *1 *2 F /(GD) G (G )/AD A (A )/BD B M m dim aug sus4 sus2 7 m7 M7 m7D5 7D5 7sus4 add9 madd9 mM7 dim7 69 6 m6 • U kunt het splitspunt gebruiken om de grootte van het bereik van het begeleidingstoetsenbord te veranderen (pagina NL-15).
Key’s Ch’s After Touch Control Change Pitch Bender Note ON Note OFF Velocity True voice 0 1 5 6, 38 7 10 11 64 65 66 67 71 72 73 O X X X O O X O X O O X X X X *4 *4 *2 *4 *4 *4 *3 *4 *3 *3 *4 *4 *4 O O O O *2 O O O O O O O O O O O X O O 9nH v = 1 - 127 O 8nH v = 0 - 127, 9nH v = 0 O 9nH v = 1 - 127 O 8nH v = 0 - 127 X X 0 - 127 0 - 127 *1 Mode 3 X 1 - 16 1 - 16 Recognized 12 - 120 Mode 3 X Default Messages Altered Mode Note Number 1 1 - 16 Default Changed Transmitted MIDI Implemen
:True # X X X X O X : All sound off : Reset all controller : Local ON/OFF : All notes OFF : Active Sense : Reset Aux Messages Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY *4 *4 *4 O O X O O X X X X X X O *2 O 0 - 127 O O O O O O O O O *2 Filter cutoff Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay Portamento Control Reverb send level Chorus send level Delay send level RPN LSB, MSB Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO O : Yes X : No *1: Hangt af van de toon.
MA1812-A