User Manual

NL-15
Gebruik van de Digitale Piano
Veranderen van de nagalm- en
zwevingsinstellingen van een opgenomen
uitvoering
1.
Voer een van de onderstaande procedures uit
om het nagalm- en zwevingseffect te
selecteren dat u op de opgenomen uitvoering
wilt toepassen.
Toevoegen van nagalm aan de noten” (pagina NL-10)
Toevoegen van het zwevingseffect aan de noten
(pagina NL-10)
2.
Houd de 3 FUNCTION toets ingedrukt en
voer dan de onderstaande stappen (1) en (2)
uit.
(1) Druk op de RECORDER SETTING (D6) klaviertoets.
Er klinkt nu een korte pieptoon.
Bij uitvoeren van de onderstaande stap (2)
verandert de instelling van de voorheen
opgenomen gegevens. Als u besluit om de
verandering van de instelling te annuleren, laat u
3 FUNCTION los.
(2) Druk op de G7 (uitvoeren) klaviertoets.
Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid.
3.
Laat 3 FUNCTION los.
Wissen van een opgenomen uitvoering
1.
Houd de 3 FUNCTION toets ingedrukt en
voer dan de onderstaande stappen (1) en (2)
uit.
(1) Druk op de RECORDER CLEAR (E}6) klaviertoets.
Er klinkt nu een korte pieptoon.
Bij uitvoeren van de onderstaande stap (2) worden
de voorheen opgenomen gegevens gewist. Als u
besluit om het wissen te annuleren, laat u
3 FUNCTION los.
(2) Druk op de G7 (uitvoeren) klaviertoets.
Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
RECORDER SETTING toets (D6)
G7 (uitvoeren) toets
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
RECORDER CLEAR toets (E}6)
G7 (uitvoeren) toets