Operation Manual
112
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
BELANGRIJK!
• Door één van de volgende instellingen te selecteren
verschijnen de icoon en de betreffende icoontekst
tijdelijk op het beeldscherm. Na enige tijd verdwijnen
de icoon en de tekst.
— Flitserfunctie “ Auto Flash” (automatische flits)
icoon (pagina 61)
— Scherpstelfunctie “ Auto Focus” (automatische
scherpstelling) icoon (pagina 71)
— Witbalans “
AWB
Auto WB” (automatische WB)
icoon (pagina 81)
Selecteer deze
instelling:
On (aan)
Off (uit)
Om dit te doen:
Toon begeleidende tekst wanneer u
een icoon selecteert op het
beeldscherm
Schakel icoonhulp uit
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v. [왖] en
[왔] en druk op [SET].
Specificeren van de default instellingen
bij inschakelen van de spanning
Met het “functiegeheugen” van deze camera kunt u de
default instellingen bij inschakelen van de spanning
afzonderlijk instellen voor de BEST SHOT functie
flitserfunctie, de scherpstelfunctie, de witbalansfunctie, de
ISO gevoeligheid, AF gebied, meten, zelfontspanner,
flitsintensiteit, de digitale zoomfunctie, de handmatige
scherpstelstand en de zoompositie. Het inschakelen van
het functiegeheugen voor een bepaalde functie is een
boodschap aan de camera om de status te onthouden van
die functie wanneer u de camera uitschakelt om dezelfde
status opnieuw te verkrijgen wanneer de camera weer
ingeschakeld wordt. Wanneer het functiegeheugen
uitgeschakeld is, stelt de camera automatisch de
oorspronkelijke defaultinstellingen voor de betreffende
functie in die ingesteld waren in de fabriek.
— De volgende tabel toont wat er gebeurt als u het
functiegeheugen voor elke functie in- of uitschakelt.