Operation Manual

Table Of Contents
70
Geavanceerde instellingen
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Dynamisch bereik
U kunt de instelling van het Dynamisch bereik instellen om het heldere gedeelte van een
beeld op te nemen terwijl u tegelijkertijd de kans op over- en onderbelichting verkleint.
U kunt tevens het Dynamisch bereik corrigeren van een foto die u reeds genomen
heeft (pagina 82).
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Portret verfijning
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Kleurenfilter
Instellingen: Uit, Zwart-wit, Sepia, Rood, Groen, Blauw, Geel, Roze en Paars
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Scherpte
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (scherpst) tot en met –2 (minst scherp)
specificeren voor de contourscherpte.
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * Kwaliteit indextab * Verzadiging
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (meest verzadigd) tot en met –2 (minst
verzadigd) specificeren voor de kleurverzadiging.
Verminderen van Overbelichting en Onderbelichting (Dynamisch bereik)
Uitbreiden +2
Onderdrukt overbelichting en onderbelichting meer dan
“Uitbreiden +1”
Uitbreiden +1 Onderdrukt overbelichting en onderbelichting
Uit Geen onderdrukking van overbelichting en onderbelichting
Verbeteren van de Huidkleuren in een Portret (Portret verfijning)
Ruisfilter +2 Vermindert ruwheid van het huidsweefsel meer dan “Ruisfilter +1”
Ruisfilter +1 Vermindert ruwheid van het huidsweefsel
Uit Schakelt de huidskleur verbetering uit
Gebruiken van ingebouwde Kleurenfilters (Kleurenfilter)
Instellen van de beeldscherpte (Scherpte)
Instellen van de Kleurverzadiging (Verzadiging)