User Manual

Selecteren van de optimale instelling voor de melodie of scène die wordt gespeeld (Scène)
NL-78
U kunt de volgende items veranderen om uw eigen voorkeursinstellingen te creëren en deze in de
gebruikersscènes opslaan.
• Toonselectie (inclusief lagen- en splitsinstellingen)
Zie “Selecteren van een toon”.
• Effecten toegepast op geluid (geluidsmoduseffecten, akoestieksimulator enz.)
Zie “Uitoefenen van effecten op het geluid”.
• Scènemelodie
Zie “Melodieën die in de gebruikersscènes kunnen worden opgeslagen (Scènemelodieën)”.
Zie “Lijst van opname-items in de gebruikersscènes” voor details over de andere instellingen die in de
gebruikersscènes worden opgeslagen.
1. Selecteer de tonen, effecten enz. en maak uw eigen instellingen.
2. Houd de “SCENE” toets ingedrukt en druk dan op de B3 klaviertoets (Opslaan in
gebruikersscènes).
In de paraatstand zetten en uitvoeren bij de volgende druk op de klaviertoets (bedieningstype E)
• De zaalsimulator/nagalmindicator en surroundindicator knipperen en de Digitale Piano komt in
de paraatstand voor opslag in de gebruikersscènes te staan.
• Laat de “SCENE” toets pas los nadat de volgende bedieningsstap is voltooid.
3. Houd de “SCENE” toets ingedrukt en druk dan op een van de C4 t/m A4
klaviertoetsen (Gebruikersscènes) om het nummer van de gebruikersscène te
selecteren waarin de instellingen worden opgeslagen.
• Als u het nummer van een gebruikersscène selecteert waarin reeds instellingen zijn
opgeslagen, worden deze instellingen overschreven door de huidige instellingen.
Uw eigen scènes creëren (Gebruikersscènes)
Opslaan in gebruikersscènes
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B3