Gebruiksaanwijzing (volledig)
Configureren van instellingen met het toetsenbord
NL-23
■ Melodie/metronoom
Parameter Instellingen
Bedienings-
type
(pagina
NL-20)
Beschrijving Opmerkingen
Melodie van
muziekbiblio-
theek selecteren
(MUSIC
LIBRARY
SELECT)
1 t/m 70
Standaardinstelling:
1
B
C
Selecteert een melodie uit de
muziekbibliotheek. (pagina NL-15)
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
Tempo
(TEMPO)
20 t/m 255
Standaardinstelling:
120
B
C
Specificeert het tempo van de
melodieën tijdens de lesfunctie van
de orkestbegeleiding, de melodieën
van de muziekbibliotheek, de
metronoom, opname en weergave,
enz. (pagina NL-10)
• Door tijdens de opname tegelijkertijd op de
+ en – toetsen te drukken wordt een waarde
van 120 ingesteld.
Maatslag
(BEAT)
0 t/m 9
Standaardinstelling:
4
C Specificeert de
metronoommaatslag.
(pagina NL-10)
• Het tempo kan niet worden veranderd in de
LISTEN modus of de PLAY modus van de
orkestbegeleiding.
METRONOME
TEMPO
– – Schakelt een instelmodus in voor
het instellen van het tempo van de
metronoom met de klaviertoetsen.
Gebruik de TEMPO
klaviertoetsen voor het invoeren
van een tempowaarde.
(pagina NL-10)
• Het tempo kan niet worden veranderd in de
LISTEN modus of de PLAY modus van de
orkestbegeleiding.
METRONOME
BEAT
– – Schakelt een instelmodus in voor
het instellen van de maatslag van
de metronoom met de
klaviertoetsen. Gebruik de BEAT
klaviertoetsen voor het invoeren
van een maatslagwaarde. (pagina
NL-10)
CONCERT
PLAY a
Weergeven,
stoppen
D Schakelt om tussen weergeven en
stoppen van een melodie uit de
orkestbegeleiding. (pagina NL-13)
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
LISTEN
– A Schakelt de luisterfunctie van de
orkestbegeleiding in.
(pagina NL-13)
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
LESSON
– A Schakelt de lesfunctie van de
orkestbegeleiding in.
(pagina NL-14)
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
PLAY
– A Schakelt de meespeelfunctie van de
orkestbegeleiding in.
(pagina NL-15)
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
CONCERT
PLAY SELECT
(Melodie)
(SELECT +/–)
1 t/m 10
Standaardinstelling:
1
B Specificeert het nummer van een
melodie uit de orkestbegeleiding.
(pagina NL-13)
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
CONCERT
PLAY
VOLUME
(VOLUME +/–)
0 t/m 42
Standaardinstelling:
32
B Stelt het volumeniveau in van de
weergave van de
orkestbegeleiding.
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
Volume van
muziekbiblio-
theekmelodie
0 t/m 42
Standaardinstelling:
42
B Stelt het volumeniveau in van de
weergave van de
muziekbibliotheek.
• Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
Volume van
metronoom
0 t/m 42
Standaardinstelling:
36
B Specificeert het volume van de
metronoom. (pagina NL-11)