Gebruiksaanwijzing (volledig)
NL-22
Configureren van instellingen met het toetsenbord
■ Tonen
Parameterlijst
Parameter Instellingen
Bedienings-
type
(pagina
NL-20)
Beschrijving Opmerkingen
Nagalm
Uit, 1 t/m 4
Standaardinstelling:
2
A Specificeert de nagalm van de
noten. (pagina NL-8)
Toonselectie
Zie pagina NL-6.
Standaardinstelling:
GRAND PIANO 1
(CONCERT)
A Wijst een toon toe aan het
toetsenbord. (pagina NL-6)
Zweving
Uit, 1 t/m 4
Standaardinstelling:
Uit
D Regelt de breedte van de noten.
(pagina NL-8)
Helderheid
–3 tot 0 tot 3
Standaardinstelling:
0
B Specificeert de helderheid van de
noten. Door indrukken van [+]
worden de noten helderder en
harder. Door indrukken van [–]
worden de noten milder en
zachter.
• Druk tegelijkertijd op [+] en [–] om terug te
gaan naar de oorspronkelijke
standaardinstelling (0).
Balans tussen
lagen
–24 tot 0 tot 24
Standaardinstelling:
–10
B Specificeert de balans tussen het
hoofdtoonvolume en het volume
van de gelaagde toon.
(pagina NL-7)
• Druk tegelijkertijd op [+] en [–] om terug te
gaan naar de oorspronkelijke
standaardinstelling (–10).
Laag pedaal Uit, Aan
Standaardinstelling:
Uit
D Wanneer deze functie is
ingeschakeld en de BASS (LOWER)
toon wordt geselecteerd, zal bij
indrukken van het demppedaal of
het sostenuto pedaal de
aangehouden nagalm op de BASS
(LOWER) toon worden
uitgeoefend. (pagina NL-7)
Dempruis
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Aan
D In-/uitschakelen van de weergave
van de dempruis. (pagina NL-9)
Selectie van
gelaagde toon
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Uit
D In- of uitschakelen van de
lagenfunctie. (pagina NL-7)
• BASS (LOWER) kan niet met een andere
toon worden gelaagd.
• Configureren van lageninstellingen wordt
niet ondersteund in geval van opname op
spoor 2.
Duetmodus
Uit, Aan, Pan
Standaardinstelling:
Uit
D In- of uitschakelen van de
duetmodus. (pagina NL-11)
• Wanneer Pan is ingesteld, kunnen de
nagalm- en zweving-effecten niet worden
toegepast.