User manual
Gebruiksaanwijzing 4779 4780
4
Verlichting
Het horloge maakt gebruik van een elektronisch paneel
waardoor het gehele display verlicht wordt voor een
gemakkelijke aflezing in het donker. De automatische
lichtschakelaar activeert de verlichting automatisch als u
het horloge naar uw gezicht beweegt.
=
De automatische lichtschakelaar moet ingeschakeld
zijn (aangegeven door de automatische-lichtschake-
laar-aan-indicator) om de verlichting automatisch te
laten activeren.
=
Zie “Verlichting voorzorgsmaatregelen” voor meer
belangrijke informatie over het gebruik van de
verlichting.
De verlichting handmatig inschakelen
Druk in een willekeurige functie (behalve als een instelscherm getoond wordt) op
om het display gedurende ongeveer 1,5 seconde te verlichten.
=
Bij deze bediening wordt de verlichting ingeschakeld ongeacht de huidige instelling
van de automatische lichtschakelaar.
Over de automatische lichtschakelaar
Als u de automatische lichtschakelaar inschakelt, wordt de verlichting geactiveerd als
u uw pols, in een willekeurige functie, als hieronder beschreven positioneert,
uitgezonderd bij het instelscherm van de wijzers-instelfunctie.
Waarschuwing!
=
Verzeker u ervan dat u op een veilige plaats bent wanneer u het display van
het horloge afleest, met gebruikmaking van de automatische lichtschakelaar.
Wees extra zorgvuldig als u rent of bij een activiteit betrokken bent die kan
resulteren in een ongeluk of verwonding. Vermijd ook dat door plotselinge
verlichting van de automatische lichtschakelaar anderen om u heen verrast of
afgeleid worden.
=
Als u het horloge draagt, let er dan op dat de automatische lichtschakelaar
uitgeschakeld is voordat u van een fiets, motor of ander voertuig gebruik
maakt. Plotselinge of ongeplande werking van de automatische lichtschake-
laar kan u afleiden met mogelijk een verkeersongeluk en ernstige persoonlijke
verwondingen als gevolg.
De automatische lichtschakelaar in- en uitschakelen
Houd in de tijdfunctie
gedurende ongeveer drie seconden ingedrukt om de
automatische lichtschakelaar in ( getoond) of uit ( niet getoond) te schakelen.
=
De automatische-lichtschakelaar-aan-indicator ( ) wordt in alle functies op het
display getoond als de automatische lichtschakelaar is ingeschakeld.
=
Om de levensduur van de batterij te verlengen, schakelt de automatische
lichtschakelaar ongeveer 6 uur nadat u deze heeft ingeschakeld automatisch uit.
Herhaal bovenstaande bediening om de automatische lichtschakelaar desgewenst
weer in te schakelen.
=
De verlichting kan niet worden geactiveerd (ongeacht de actuele instelling van de
automatische lichtschakelaar) wanneer een alarm klinkt.
Referentie
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de werking van
het horloge. Tevens bevat deze sectie belangrijke voorzorgsmaatregelen en noten over
de verschillende mogelijkheden en functies van dit horloge.
Maanfase indicator
De maanfase-indicator van dit horloge geeft de huidige fase van de maan aan zoals
hieronder getoond.
=
De maanfase-indicator toont de maan zoals bekeken om 12 uur ’s middags vanuit
een positie op het noordelijk halfrond naar het zuiden kijkend. Denk eraan dat op
bepaalde tijden in uw gebied het beeld zoals getoond door de maanfase-indicator
van de daadwerkelijke maan kan verschillen.
=
De links-rechts ontwikkeling van de maanfase is tegenovergesteld als u de maan
op het zuidelijk halfrond of dichtbij de evenaar bekijkt.
Maanfase en maanstatus
De maan beweegt met een gemiddelde cyclus van 29,53 dagen. Gedurende elke
cyclus wast de maan en neemt deze af als de relatieve positie van de aarde, maan en
zon wijzigt. Hoe groter de hoekafstand tussen de maan en de zon, * hoe meer we
verlicht zien.
* De hoek naar de maan in relatie tot de richting waarbij de zon vanaf de aarde
zichtbaar is.
Dit horloge voert een grove berekening uit van de huidige maanstatus beginnend vanaf
dag 0 van de maanstatuscyclus. Aangezien dit horloge berekeningen uitvoert op basis
van hele getallen (geen fracties), is de foutmarge van de getoonde maanstatus ± 1 dag.
Getijgrafiek
In de getijgrafiek geven pijlen het getij op de op dat moment getoonde tijd aan. Het
huidige getij wordt aangegeven door de pijl met de staart.
Getij-ontwikkelingen
Getij is de periodieke toename en afname van het water van oceanen, zeeën, baaien
en andere waterpartijen, grotendeels veroorzaakt door de zwaartekracht-interactie
tussen de aarde, maan en zon. Het tij neemt elke zes uur toe en af. De getijgrafiek van
dit horloge geeft de getij-ontwikkeling aan gebaseerd op de beweging van de maan
over een meridiaan en het maaninterval. Het maaninterval verschilt afhankelijk van uw
huidige locatie, waardoor u een maaninterval dient te specificeren om de juiste
aflezingen van de getijgrafiek te verkrijgen. De getijgrafiek is gebaseerd op de huidige
maanstatus. Denk eraan dat de foutmarge van de getoonde maanstatus ± 1 dag
bedraagt. Hoe groter de fout bij een specifieke maanstatus, hoe groter de fout in de
getijgrafiek.
Maaninterval
Theoretisch gezien, vindt hoog tij plaats als de maan over de meridiaan beweegt en
laag tij zes uur later. In werkelijkheid vindt hoog tij iets later plaats, dankzij factoren als
viscositeit, wrijving en onderwater-topografie. Het tijdverschil tussen de beweging van
de maan over de meridiaan tot hoog tij en de beweging van de maan over de
meridiaan tot laag tij wordt het “maaninterval” genoemd. Gebruik als u het maaninter-
val voor dit horloge instelt het tijdverschil tussen de beweging van de maan over de
meridiaan en hoog tij.
Thermometer
Kalibratie temperatuursensor
De in het horloge ingebouwde temperatuursensor wordt in de fabriek gekalibreerd en
behoort normaliter niet meer te worden gekalibreerd. Als u substantiële fouten bij de
door het horloge getoonde temperatuurwaarden constateert, kunt u de sensor
kalibreren om fouten te corrigeren.
Belangrijk!
Het incorrect kalibreren van de temperatuursensor resulteert in onjuiste aflezingen.
Lees de hieronder beschreven instructies voordat u een kalibratie uitvoert.
=
Vergelijk de door het horloge getoonde aflezingen met die van een andere
betrouwbare en nauwkeurige thermometer.
=
Verwijder indien aanpassing nodig is het horloge van uw pols en wacht gedurende
20 tot 30 minuten om de temperatuur van het horloge te laten stabiliseren.
De temperatuursensor kalibreren
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk negen keer op
om het temperatuursensor-
kalibratiescherm te laten verschijnen.
3. Gebruik
(+) en
(-) om de kalibratiewaarde te
wijzigen.
=
U kunt de waarde wijzigen in het bereik van ± 10ºC (± 18ºF) met stappen van
0,1ºC (0,2ºF). Als de instelling buiten het toegestane bereik is, wordt voor de
kalibratiewaarde “- -.-“ getoond.
=
Druk tegelijkertijd op
en
om de kalibratiewaarde weer op de fabrieksinstel-
ling (geen kalibratie, aangegeven door “- -“) in te stellen.
=
Kalibratie van de temperatuursensor is niet mogelijk als de huidige aflezing
buiten het toegestane bereik (-10,0ºC/14,0ºF tot en met 60,0ºC/140,0ºF) is en
voor de kalibratiewaarde “- -“ getoond wordt.
=
Het instellen van een sensorkalibratiewaarde heeft geen invloed op de reeds in
het geheugen opgeslagen waarden.
4. Druk na het maken van de gewenste instelling twee keer op
om het instelscherm
te verlaten.
De temperatuureenheid instellen
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk 10 keer op
om het temperatuureenheid-
instelscherm te tonen.
3. Gebruik
om tussen Celsius (ºC) en Fahrenheit (ºF)
te wisselen.
=
De fabrieksinstelling en de standaardinstelling na
het verwisselen van de batterij is Celsius (ºC).
4. Druk na het maken van de gewenste instelling twee keer op
om het instelscherm
te verlaten.
=
De geselecteerde temperatuureenheid wordt ook voor de reeds in het geheugen
opgeslagen waarden toegepast.
Automatische terugkeer kenmerken
=
Als u gedurende twee tot drie minuten cijfers op het scherm laat knipperen zonder
een bediening uit te voeren, slaat het horloge automatisch alle door u tot op dat
moment gemaakte instellingen en verlaat het het instelscherm.
=
Als u in de getij/maangegevens-, temperatuurgegevensoproep-, alarm of wijzers-
instelfunctie gedurende twee tot drie minuten geen knop indrukt, gaat het horloge
automatisch naar de tijdfunctie.
Automatische-
lichtschakelaar-
aan-indicator
Door het horloge in een positie te houden die evenwijdig is met de grond en
daarna meer dan 40o naar u toe te draaien, zal het display verlicht worden.
=
Draag het horloge aan de bovenzijde van uw pols.
Evenwijdig met de grond
Meer dan 40
O
Maanfase-indicator
0874eludoM9774eludoM
Maan-
fase-
indicator
Maanstatus
Maanfase
Nieuwe
maan
Eerste
kwartier
(wassen)
Volle
maan
Laatste
kwartier
(afname)
Maanfase (deel dat u kunt zien)
(deel dat u niet kunt zien)
Module
4779
Module
4780
0.0 - 1.8
1.9 - 5.5 5.6 - 9.2 9.3- 12.9 13.0-16.6
16.7 - 20.2
20.3 - 23.9 24.0 - 27.6
27.7 - 29.5
Laag tijHoog tijLaag tij
Afnemend tij
Toenemend tij
Kalibratiewaarde
Temperatuur-eenheid





