User manual

Gebruiksaanwijzing 4779 4780
2
=
Dit horloge toont de maanintervallen in uren en minuten.
=
De “Woonplaats/maaninterval gegevenslijst” verschaft informatie over het UTC-
verschil, de geografische lengte en het maaninterval over de gehele wereld.
=
De volgende fabrieksinstellingen voor de woonplaatsgegevens (Tokyo, Japan) zijn
van toepassing als u het horloge net heeft aangeschaft en als u de batterij laat
vervangen. Verander deze instellingen zodanig dat ze overeenkomen met het
gebied waar u het horloge normaliter gebruikt.
UTC-verschil (+9.0); Geografische lengte (oost 140 graden); Maaninterval (5 uur en
20 minuten)
Woonplaatsgegevens instellen
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk twee keer op
om het UTC-verschil
instelscherm te tonen en controleer of de instelling
juist is.
=
Gebruik als de instelling van het UTC-verschil niet
juist is
(+) en
(-) om deze te wijzigen.
3. Druk op
om het instelscherm van de geografische
lengte te selecteren.
4. Druk op
om het knipperen in de hieronder
volgorde te verplaatsen om andere instellingen te
selecteren.
5. Gebruik als de instelling die u wilt wijzigen knippert
en
om deze zoals
hieronder beschreven te wijzigen.
6. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
De analoge tijd instellen
Voer de hieronder beschreven bediening uit als de door de analoge wijzers aangege-
ven tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd aanpassen
1. Druk in de tijdfunctie zeven keer op
om de wijzers-
instelfunctie te selecteren.
2. Houd
ingedrukt totdat de huidige digitale tijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat de analoge
instelfunctie geselecteerd is.
3. Druk op
om de analoge tijd aan te passen.
=
Druk een keer op
om de wijzers 20 seconden vooruit te verplaatsen.
=
Houd
ingedrukt om de wijzers versneld vooruit te verplaatsen.
=
Houd om de versnelde verplaatsing van de wijzers te vergrendelen
ingedrukt
om de wijzerverplaatsing te starten en vervolgens op
om de verplaatsing te
vergrendelen. De wijzerverplaatsing gaat door totdat de wijzers 12 uur vooruit
zijn verplaatst of u op een willekeurige knop drukt. De verplaatsing stopt tevens
als een alarm (dagelijks alarm, uursignaal of timersignaal) klinkt.
4. Druk op
om de instelfunctie te verlaten.
=
De minutenwijzer zal zich automatisch aanpassen aan de interne secondetelling als
u de instelfunctie verlaat.
=
Druk op
om terug te keren naar de tijdfunctie.
Maan/getij-gegevens
In de maan/getij-gegevensfunctie kunt u de maanstatus
en maanfase voor een specifieke datum, evenals
getijbewegingen voor een specifieke datum en tijd voor
uw woonplaats kunt bekijken.
=
Wanneer u de getij/maangegevensfunctie selecteert,
verschijnen eerst de gegevens voor 6 uur ’s ochtends
op de huidige datum.
=
Controleer als u om bepaalde redenen veronderstelt
dat de maan/getij-gegevens niet juist zijn de
tijdfunctiegegevens (tijd, datum en woonplaats) en
maak de benodigde wijzigingen.
=
Zie “Maanfase-indicator” voor informatie over de
maanfase-indicator en “Getijgrafiek” voor informatie
over de getijgrafiek.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de maan/getij-gegevensfunctie die u selecteert door
op
te drukken.
De maan/getij-gegevensschermen
Druk in de maan/getij-gegevensfunctie op
om tussen het getijgegevens- en
maangegevensscherm te wisselen.
=
Druk wanneer het getijgegevensscherm getoond wordt op D om naar het volgende
uur te gaan.
=
Druk wanneer het maangegevensscherm getoond wordt op D om naar de volgende
dag te gaan.
=
U kunt ook voor een specifieke datum (jaar, maand, dag) de getij- en maangegevens
bekijken. Zie “Een datum specificeren” voor meer informatie.
=
Als u de maan/getij-gegevensfunctie selecteert, verschijnt eerst het scherm (getij-
of maangegevens) dat getoond werd terwijl u de functie de laatste keer verliet.
Een datum specificeren
1. Houd in de maan/getij-gegevensfunctie
ingedrukt
totdat de jaarinstelling begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert
(+) en
(-) om deze te wijzigen.
=
U kunt een datum instellen tussen 1 januari 2000 en 31 december 2099.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
5. Gebruik
om het getij- of maangegevensscherm te laten verschijnen.
Thermometer
Het horloge maakt gebruik van een temperatuursensor om de temperatuur te meten.
Tijdens elke even minuut wordt een meting uitgevoerd en de laatst gemeten tempera-
tuur op het thermometerscherm getoond. Het horloge neemt ook afzonderlijke metingen
en slaat deze in het geheugen op voor weergave in de temperatuurontwikkelingsgrafiek,
die in de tijfunctie bekeken kan worden. Gemeten temperatuurwaarden worden in het
geheugen opgeslagen om later indien gewenst opgeroepen te kunnen worden.
=
U kunt in de thermometerfunctie Celsius (ºC) of Fahrenheid (ºF) als eenheid
instellen. Zie “De temperatuureenheid specificeren” voor meer informatie.
=
Op het thermometerscherm worden de temperatuurwaarden in stappen van 0,1ºC
(of 0,2ºF) getoond.
=
Het bereik van de getoonde temperatuur is -10,0ºC tot en met 60,0ºC (of 14,0ºF tot
en met 140,0ºF).
=
U kunt de temperatuursensor kalibreren als u vermoedt dat de getoonde
temperatuur niet correct is. Zie “Temperatuursensor kalibreren” voor meer informatie.
Belangrijk
=
Temperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur (als u het
horloge om uw pols draagt), direct invallend zonlicht en vocht. Verwijder voor een
zo nauwkeurig mogelijke meting het horloge van uw pols en plaats het in een goed
geventileerde ruimte buiten bereik van direct invallend zonlicht en veeg al het vocht
van de horlogekast. Het duurt ongeveer 20 tot 30 minuten voordat de horlogekast
de omgevingstemperatuur heeft bereikt.
Temperatuurontwikkelingsgrafiek
Het horloge meet ook elk heel en half uur de temperatuur en slaat de resultaten in het
geheugen op om deze vervolgens voor de temperatuurontwikkelingsgrafiek te
gebruiken. Afhankelijk van de tijd in de tijdfunctie toont de temperatuurontwikkelings-
grafiek de gedurende de laatste 17 uur elk heel of half uur gemeten temperatuurveran-
deringen. Als de minutentelling 0 tot en met 29 is, worden in de grafiek de laatste elk
heel uur gemeten temperatuurveranderingen getoond. Als de minutentelling 30 tot en
met 59 is, worden de laatste elk half uur gemeten temperatuurveranderingen getoond.
De temperatuurontwikkelingsgrafiek wordt elke 30 minuten vernieuwd.
De horizontale grafiekas representeert de tijd. De rechterkolom geeft de laatst in het
geheugen opgeslagen temperatuurverandering aan en de linkerkolom de circa 17 uur
geleden gemeten temperatuurverandering (1 kolom = 1 uur). De verticale as
representeert het temperatuurverschil tussen 2 metingen.
=
Als het verschil meer dan + 10,0ºC (+ 18,0ºF) is, knippert het bovenste blokje in de
specifieke kolom.
=
Als het verschil meer dan - 10,0ºC (- 18,0ºF) is, worden geen blokjes in de
specifieke kolom getoond.
=
Als om bepaalde redenen een meetfout plaatsvindt, wordt slecht een enkel blokje
middenin de kolom getoond.
Temperatuurgegevens oproepen
De elk heel en half uur door het horloge verrichte metingen worden automatisch in het
geheugen opgeslagen. Het geheugen bevat maximaal 50 gegevens. U kunt de
temperatuurgegevens-oproepfunctie gebruiken om gegevens te bekijken.
=
Temperatuurgegevens worden automatisch genummerd, beginnend met 01.
=
Als er 50 gegevens in het geheugen zijn opgeslagen, worden de oudste gegevens
(gegevensnummer 50) automatisch verwijderd als nieuwe temperatuurgegevens
worden opgeslagen. Aan de laatste gegevens wordt nummer 1 toegekend en de
overige nummers worden met 1 verhoogd (en worden derhalve 2 tot en met 50).
Geografische
lengte
Oostelijke en
westelijke
geografische
lengte
Maanstatus
Uren
Maanstatus
Minuten
Oostelijke en westelijke
geografische lengte
Geografische
lengte
Instelling
Geografische
lengte
Oostelijke en
westelijke geo-
grafische lengte
Maaninterval
Uren, minuten
Knopbedieningen
Gebruik (+) en (-) om de instelling te wijzigen.
• U kunt een waarde in het bereik van 0º tot en
met 180º met stappen van 1 graad instellen.
Gebruik om tussen oostelijke geografische
(") en westelijke geografische lengte (0) te
wisselen.
Gebruik (+) en (-) om de instelling te
wijzigen.
Scherm
Maand - Dag
Tijd
Getijgrafiek
Maanfase-
indicator
Druk op .
Maangegevensscherm
Maanfase
Maanfase-indicator
Getijgegevensscherm
Getijgrafiek
Tijd
Maan - Dag
Jaar
Maand - Dag
Maand DagJaar
Press .
Thermometerscherm
Thermometer
Temperatuurontwikkelings-
scherm
Temperatuur-
ontwikkelings-
grafiek
Meetwaarden
laatste 17 uur
Laatste meetwaarde
+6.0 to +9.9oC (+10.8 to +17.8oF)
+2.0 to +5.9oC (+3.6 to +10.6oF)
–1.9 to +1.9oC (–3.4 to +3.4oF)
–5.9 to –2.0oC (–10.6 to –3.6oF)
–9.9 to –6.0oC (–17.8 to –10.8oF)
Temperatuurverandering
groter dan + 10,0ºC (+ 18,0ºF)
Temperatuurverandering
kleiner dan - 10,0ºC (- 18,0ºF)
Fout