User manual

m o v i n g t i m e f o r w a r d
© CAS I O B e n e l u x B .V. A m s te lv e e n - W W W. CA S I O . N L
Signaalontvangst wordt beïnvloed door het weer, de atmosferische omstandigheden en
seizoensgebonden veranderingen.
Zie de informatie bijProblemen met ontvangstbereik oplossenals u problemen hebt met
de ontvangst van het tijdkalibratiesignaal.
Over automatische ontvangst
Met automatische ontvangst ontvangt het horloge maximaal zes keer per dag het tijdkalibra-
tiesignaal. Wanneer de automatische ontvangst geslaagd is, worden de resterende ontvang-
stoperaties niet uitgevoerd. De starttijden van de automatische ontvangst hangen af van de
actuele instellingen van de woonplaats en de zomertijd.
Woonplaats Automatische ontvangst Starttijden
1 2 3 4 5 6
LON Standaardtijd
Zomertijd
1 uur
2 uur
2 uur
3 uur
3 uur
4 uur
4 uur
5 uur
5 uur
Middernacht
Middernacht
1 uur*
PAR
BER
Standaardtijd
Zomertijd
2 uur
3 uur
3 uur
4 uur
4 uur
5 uur
5 uur
Middernacht
Middernacht
1 uur*
1 uur*
2 uur*
ATH Standaardtijd
Zomertijd
3 uur
4 uur
4 uur
5 uur
5 uur
Middernacht
Middernacht
1 uur*
1 uur*
2 uur*
2 uur*
3 uur*
* Volgende dag
NB
Automatische ontvangst wordt alleen uitgevoerd als het horloge in de Tijdfunctiemodus of
de Wereldtijdmodus staat op het moment dat één van de kalibratietijden aanbreekt. Het
wordt niet uitgevoerd als een kalibratietijd aanbreekt als er een waarschuwingssignaal
klinkt of als u instellingen aan het wijzigen bent (terwijl de instellingen op de display knip-
peren).
Wanneer de ontvangst begint beweegt de secondewijzer met hoge snelheid naar de
12-uurspositie. Daar stopt hij totdat de ontvangst gereed is.
Automatische ontvangst van het kalibratiesignaal is zo ingesteld dat deze vroeg in de och-
tend wordt uitgevoerd (op voorwaarde dat de tijd in de Tijdfunctiemodus correct is inge-
steld).
Voordat u ’s avonds naar bed gaat, doet u het horloge af en legt u het op een plek waar het
het signaal goed kan ontvangen.
Wanneer automatische ontvangst aanstaat, ontvangt het horloge het kalibratiesignaal
iedere dag gedurende twee tot zeven minuten wanneer de tijd in de Tijdfunctiemodus één
van de kalibratietijden bereikt. Bedien binnen zeven minuten voorafgaande aan en na afloop
van één van de kalibratietijden geen van de knoppen. Als u dit wel doet, kan dat de kalibra-
tie hinderen.
Vergeet niet dat ontvangst van het kalibratiesignaal afhangt van de tijd in de Tijdfunctie-
modus. De ontvangst van het signaal wordt uitgevoerd zodra er op de display één van de
kalibratietijden wordt weergegeven, ongeacht of de tijd in de Tijdfunctiemodus werkelijk de
juiste tijd is.
Over de ontvangstindicator
De ontvangstindicator toont de kracht van het kalibratiesignaal tijdens de ontvangst. Voor
optimale ontvangst dient u ervoor te zorgen dat het horloge zich op een plek bevindt waar het
signaal optimaal is.
Ontvangstindicator
Zwak
(Niveau 1)
Sterk
(Niveau 4)
Zelfs op plaatsen waar het signaal optimaal is, duurt het ongeveer tien seconden voordat
de signaalontvangst zo is gestabiliseerd dat de ontvangstindicator de signaalsterkte kan
weergeven.
Gebruik de ontvangstindicator als richtlijn voor het controleren van de signaalsterkte en
voor het vinden van de beste plek voor het horloge tijdens de ontvangst van het signaal.
Niveau 4 van de ontvangstindicator betekent dat minimaal één van de automatische ont-
vangstoperaties van kalibratiesignaal succesvol was. Niveau 4 van de ontvangstindicator
verdwijnt van de display wanneer de eerste automatische ontvangst van de dag wordt uit-
gevoerd.
Niveau 4 van de ontvangstindicator verschijnt alleen op het scherm Ontvangstindicator
en secondeteller van de Tijdfunctiemodus. Niveau 4 van de ontvangstindicator wordt niet
weergegeven als de ontvangst van het signaal is mislukt of na handmatige aanpassing van
de actuele tijdsinstelling.
Een handmatige ontvangst uitvoeren
1. Plaats het horloge op een stabiel oppervlak en zorg ervoor dat de
12-uurszijde in de richting van een raam wijst.
2. Houd in de Tijdfunctiemodus [D] ongeveer twee seconden inge-
drukt totdat het horloge piept.
3. Laat [D] los, RC gaat knipperen om aan te geven dat de signaal-
ontvangst is gestart.
Wanneer de ontvangst begint beweegt de secondewijzer met hoge
snelheid naar de 12-uurspositie. Daar stopt hij totdat de ontvangst
gereed is.
Ontvangstindicator
Ontvangst van het tijdkalibratiesignaal kan normaal gesproken twee tot zeven minuten
duren, maar in sommige gevallen wel veertien minuten. Zorg ervoor dat u in deze tijd op
geen enkele knop drukt en het horloge niet verplaatst.
Nadat de signaalontvangst is voltooid, gaat de display van het horloge naar het scherm
Laatste signaal.
NB
Om een ontvangst te onderbreken en naar de Tijdfunctiemodus terug te keren drukt u op D.
Als de ontvangst is mislukt, verschijnt het bericht ERR gedurende ongeveer twee minuten
op de display. Daarna keert het horloge terug naar de Tijdfunctiemodus.
U kunt ook van het schermLaatste signaalof het ERR-scherm terugkeren naar het nor-
male tijdfunctiescherm door op [D] te drukken.
Automatische ontvangst in- en uitschakelen
1. Druk in de Tijdfunctiemodus op [D] om het scherm Laatste signaal” weer te geven.
2. Houd [A] ingedrukt totdat de actuele instelling voor automatische ontvangst (ON of OF)
begint te knipperen. Dit is het instelscherm.
De secondewijzer beweegt met hoge snelheid naar de 12-uurspositie. Daar stopt hij.
Het instelscherm wordt overigens niet weergegeven als de op dat moment ingestelde woon-
plaats geen ontvangst van tijdkalibratie ondersteunt.
3. Druk op [D] om heen en weer te schakelen tussen automatische ontvangst aan (ON) en uit
(OF).
4. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
De secondewijzer beweegt met hoge snelheid naar de juiste positie overeenkomstig de
secondetelling van de digitale tijd en beweegt daarvandaan met normale snelheid.
Voor informatie over de stadscodes die de ontvangst van het kalibratiesignaal ondersteunen
zie “Uw woonplaats instellen”.
Problemen met ontvangstbereik oplossen
Controleer de volgende punten wanneer u problemen hebt met de signaalontvangst.
Probleem Waarschijnlijke oorzaak Wat u moet do en
Kan geen handmatige ontvangst
uitvoeren.
Het horloge staat niet in de Tijdfunctiemodus.
Uw huidige woonplaats is niet één van de volgende: ATH,
BER, PAR of LON.
Zet het horloge in de Tijdfunctiemodus
en probeer het opnieuw.
Kies ATH, BER, PAR of LON als uw
woonplaats.
Automatische ontvangst is inge-
schakeld maar het niveau van de
ontvangstindicator verschijnt niet
op de display van de Tijdfunc-
tiemodus.
U hebt de tijdsinstelling handmatig gewijzigd.
Uw horloge stond niet in de Tijdfunctiemodus of de Wereld-
tijdmodus of u bediende één van de knoppen tijdens de
automatische ontvangst.
Zelfs als de ontvangst is geslaagd, verdwijnt niveau 4 van
de ontvangstindicator van de display iedere dag wanneer de
eerste automatisch ont vangst van de dag is uitgevoerd.
Voer een handmatige ontvangst uit of
wacht tot de volgende automatische
ontvangst wordt uitgevoerd.
Ga na of het horloge zich wel op een
plek bevindt waar het het signaal kan
ontvangen.
Voor meer informatie, zie “Belangrijk!” en “Voorzorgsmaatregelen bij radiogestuurde tijdfunctie.
Probleem Waarschijnlijke oorzaak Wat u moet do en
Automatische ontvangst is
ingeschakeld maar het niveau
van de ontvangstindicator ver-
schijnt niet op de display van
de Tijdfunctiemodus.
Er zijn bij de laatste ontvangst alleen tijdge gevens (uur,
minuten, seconden) ontvangen. Niveau 4 van de ont-
vangstindicator verschijnt alleen wanneer zowel tijdgege-
vens als datumgegevens (jaar, maand, dag) zijn ontvangen.
Voer een handmatige ontvangst uit of
wacht tot de volgende automatische ont-
vangst wordt uitgevoerd.
Ga na of het horloge zich wel op een
plek bevindt waar het het signaal kan
ontvangen.
De tijd is na ontvangst van het
signaal onjuist.
Als de tijd één uur afwijkt, is de zomertijdinstelling mis-
schien niet juist.
De instelling van de Woonplaatscode is niet juist voor het
gebied waar u het horloge gebruikt.
Wijzig de zomertijdinstelling in Auto DST
(automatische zomertijd).
Selecteer de juiste Woonplaatscode.
Wereldtijd
De Wereldtijdmodus geeft de huidige tijd in 30 steden (29 tijdzones)
over de hele wereld digitaal weer.
Als u in de Wereldtijdmodus op [A] drukt, wordt de van toepas-
sing zijnde stadscode ongeveer twee seconden op de display
weergegeven.
Als de actuele tijd die wordt weergegeven voor een stad onjuist
is, controleer dan de instelling van uw woonplaats en wijzig die
zo nodig.
Het horloge voert een signaalontvangst uit wanneer een kalibra-
tietijd aanbreekt, zelfs als het in de Wereldtijdmodus staat. Als dit
gebeurt, worden de instellingen van de Wereldtijdmodus aange-
past overeenkomstig de woonplaatstijd in de Tijdfunctiemodus.
Alle handelingen in deze sectie worden uitgevoerd in Wereldtijd-
modus, die u inschakelt door op [C] te drukken.
De tijd in een andere stad bekijken
In de Wereldtijdmodus drukt u op [D] om door de stadscodes (tijdzones) te bladeren.
Voor meer informatie over de stadscodes zie de Stadscodetabel” achterin deze handleiding.
Een stadscode afwisselend op standaardtijd en zomertijd zetten
1. Gebruik [D] in de Wereldtijdmodus om de stadscode (tijdzone) weer te geven waarvan u de
instelling voor standaardtijd/zomertijd wilt wijzigen.
Als u in de Wereldtijdmodus op [A] drukt, wordt de van toepassing zijnde stadscode onge-
veer twee seconden op de display weergegeven.
2. Houd [A] ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen zomertijd (DST-indicator wordt
weergegeven) en standaardtijd (DST-indicator wordt niet weergegeven).
Merk op dat u de Wereldtijdmodus niet kunt gebruiken om de zomertijdinstelling te wijzigen
van de Woonplaatscode die u op dit moment hebt geselecteerd in de Tijdfunctiemodus. Zie
informatie over het aan- en uitschakelen van de zomertijd voor uw woonplaats.
De DST-indicator verschijnt op de display wanneer u een stadscode weergeeft waarvan de
zomertijd is ingeschakeld.
U kunt niet heen en weer schakelen tussen standaardtijd en zomertijd als GMT is geselec-
teerd als stadscode.
De instelling van zomertijd/standaardtijd is overigens alleen van invloed op de op dat
moment weergegeven stadscode. Andere stadscodes worden hierdoor niet gewijzigd.
Waarschuwingssignalen
U kunt drie onafhankelijke dagelijkse waarschuwingssignalen
instellen. Wanneer een waarschuwingssignaal is ingeschakeld,
klinkt het waarschuwingssignaal wanneer de waarschuwings-
signaaltijd is aangebroken. U kunt ook een uursignaal inscha-
kelen waardoor het horloge twee keer piept op ieder heel uur.
Het waarschuwingssignaal en het uursignaal werken overeen-
komstig de actuele digitale tijd.
De waarschuwingssignaalnummers (AL1 tot en met AL3)
geven een waarschuwingssignaalscherm aan. De melding SIG
verschijnt in de plaats van het waarschuwingssignaalnummer
wanneer het uursignaalscherm wordt weergegeven.
Alle handelingen in deze sectie worden uitgevoerd in de
Waarschuwingssignaalmodus, die u inschakelt door op [C]
te drukken.
Een waarschuwingstijd instellen
1. Druk in de Waarschuwingssignaalmodus op [D] om het waarschuwingssignaal te selecte-
ren waarvan u de tijd wilt instellen.
Aan-/uitstatus
AL1 AL2 AL3 SIG
2. Houd [A] ingedrukt totdat de uurinstelling van de waarschuwingssignaaltijd gaat knipperen;
dit is het instelscherm.
Dit schakelt het waarschuwingssignaal automatisch in.
3. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen tussen de uur- en minuteninstelling.
4. Terwijl een instelling knipper t, gebruikt u [D] (+) en [B] (-) om deze te wijzigen.
Wanneer u de waarschuwingssignaaltijd instelt in 12-uursweergave moet u er op letten dat
deze correct is ingesteld als a.m. (geen indicator) of p.m. (P-indicator).
Als u 24-uursweergave hebt geselecteerd in de Tijdfunctiemodus, wordt de waarschuwings-
signaaltijd ook weergegeven in 24-uursweergave.
5. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
Bediening waarschuwingssignaal
Het waarschuwingssignaal klinkt in alle modi op de vooraf ingestelde tijd gedurende onge-
veer 10 seconden, of totdat u het stopt door op een willekeurige knop te drukken.
Het waarschuwingssignaal testen
Houd in de Waarschuwingssignaalmodus [D] ingedrukt om het waarschuwingssignaal te
horen.
Een waarschuwingssignaal en het uursignaal in- en uitschakelen
1. Druk in de Waarschuwingssignaalmodus op [D] om een waarschuwingssignaal of het uur-
signaal te selecteren.
2. Wanneer het waarschuwingssignaal of het uursignaal dat u in wilt stellen is geselecteerd,
drukt u op [A] om het aan (ON) of uit (OF) te schakelen.
Stopwatch
Met de stopwatch kunt u de verstreken tijd, tussentijden en twee
finishtijden meten.
Het displaybereik van de stopwatch is 99 minuten en 59,99
seconden.
De 1/100-seconden worden weergegeven wanneer de stopwatch
wordt stilgezet of wanneer er een tussentijd op de display staat.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Receiving indicator
(page E-22)
Stadscode
Juiste tijd in de
geselecteerde
stadscode
Nummer
waarschuwingssignaal
Waarschuwingstijd
(uur: minuten)
Aan/uitstatus
Afwisselen met
een interval van
twee seconden
SecondenMinuten
Seconden
1/100
seconde
Meer dan 1
minuut