User manual
Gebruiksaanwijzing 3733 / 3734
4
Alarmen
U kunt vier onafhankelijke dagelijkse alarmen en een
wekalarm instellen. Een van de eenmalige alarmen is
een ‘doelalarm’ die vanaf de huidige tijd in uw
woonplaats-tijdzone de resterende tijd tot de doelalarm
tijd aftelt. In de alarmfunctie kunt u ook het uursignaal
in- en uitschakelen.
=
Er zijn vijf alarmen, genummerd AL1, AL2, AL3, AL4
(doelalarm) en AL5 (wekalarm). U kunt AL5 uitsluitend
als een weklalarm instellen. Alarmen AL1, AL2, AL3 en
AL4 kunnen alleen als eenmalige alarmen gebruikt worden.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op
훿
te drukken.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
훾
om door de alarm-
schermen te bladeren totdat het alarm waarvoor u de
tijd wilt instellen getoond wordt.
2. Houd nadat u een alarm geselecteerd heeft
훽
ingedrukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd
beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op
훿
om het knipperen tussen de uren- en minuteninstelling te verplaatsen.
4. Gebruik als een instelling knippert
(+) of
훾
(-) om deze te veranderen.
=
Let er als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur weergave op dat u
de tijd correct als ochtendtijd (geen indicator) of middag/avondtijd (P-indicator) instelt.
5. Druk op
훽
om het instelscherm te verlaten.
=
Bij het doelalarm (AL4) begint de tijd af te tellen zodra u de alarmtijd instelt.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden, ongeacht in
welke functie het horloge zich bevindt. In het geval van een wekalarm, wordt de
alarmbediening om de vijf minuten in totaal zeven keer uitgevoerd, of totdat u het
alarm uitschakelt. Het doelalarm telt de resterende tijd vanaf de huidige tijd in uw
woonplaats-tijdzone tot de doelalarmtijd. Onthoud dat het doelalarm zich automatisch
elke dag herhaalt zolang deze is ingeschakeld. U dient het doelalarm uit te schakelen
om deze niet meer te laten klinken.
=
Alarm- en uursignaalbedieningen worden overeenkomstig de digitale tijdfunctie-tijd
uitgevoerd.
=
Druk op een willekeurige knop om het alarm te stoppen.
=
Als u een van de volgende bedieningen tijdens een 5-minuten-interval tussen
wekalarmen uitvoert, stopt de huidge wekalarmoperatie.
Het tijdfunctie-instelscherm tonen
Het wekalarm-instelscherm (AL5) tonen
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
훾
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie
훾
om een alarm of het
uursignaal te selecteren.
2. Druk op
훽
om het alarm in (on getoond) of uit (oF
getoond) te schakelen.
=
U dient het dagelijks-alarm-scherm (AL1 t/m AL5)
of het uursignaalscherm te selecteren om de
huidige aan/uit-status te controleren.
=
Als u het wekalarm inschakelt, wordt de
wekalarmindicator in alle functies op het
alarmfunctiescherm getoond.
=
De wekalarmindicator knippert gedurende de
5-minuten-intervallen tussen alarmen.
Tijdfunctie
Gebruik de tijdfunctie om de huidige tijd en datum in te stellen en te bekijken. In dit
hoofdstuk wordt tevens uitgelegd hoe u de huidige datum en tijd handmatig kunt instellen.
=
Alle bedieningen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd in de tijdfunctie, die u
selecteert door op
훿
te drukken.
Handmatige instelling van de digitale tijd en datum
Verzeker u ervan dat u uw woonplaats-tijdzone selecteert voordat u de instellingen van
de huidige tijd en datum verandert. Tijden van de tweede-tijd-functie worden getoond
in overeenstemming met de instellingen van de tijdfunctie. De tijden van de tweede-
tijd-functie zullen dan ook niet correct zijn als u niet de juiste woonplaats-tijdzone
selecteert voordat u de tijd en datum in de tijdfunctie instelt.
=
Als u de tijd en datum instelt, kunt u ook instellingen maken voor uw woonplaats-
tijdzone (de tijdzone waar u het horloge normaliter gebruikt), zomertijd, 12/24-uur
weergave en energiespaarstand-aan/uit.
De huidige digitale tijd en datum handmatig instellen
1. Houd terwijl in de tijdfunctie een willekeurig scherm,
behalve het laatste-signaal-scherm, getoond wordt
훽
ingedrukt totdat de GMT-verschil-waarde begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
=
De secondewijzer zal versneld naar de 12-uur-
positie verplaatsen en vervolgens stil blijven staan.
=
De GMT-verschil-waarde geeft het tijdverschil in uren tussen de tijd in Greenwich
en de momenteel geselecteerde tijdzone aan.
=
De DST-indicator geeft aan dat zomertijd is ingeschakeld voor de huidig
geselecteerde tijdzone.
2. Gebruik
(+) en
훾
(-) om de tijdzone te selecteren die u als uw woonplaats-
tijdzone wilt gebruiken.
=
Zie de “Tijdzonetabel” voor gedetailleerde informatie over GMT-verschilwaarden.
3. Druk op
훿
om het knipperen op de hieronder getoonde wijze te verplaatsen om
andere instellingen te selecteren.
4. Gebruik als de gewenste instelling knippert
훾
en
om deze zoals hieronder
beschreven te wijzigen.
5. Druk op
훽
om het instelscherm te verlaten.
=
Als u het instelscherm verlaat, verplaatsen de analoge wijzers automatisch
overeenkomstig de digitale tijd. Zie “Analoge tijdfunctie” voor meer informatie.
=
Automatische zomertijd (A) kan alleen geselecteerd worden als +0.0, +1.0 of +2.0 als
woonplaats-tijdzone is ingesteld. Zie “Zomertijd (DST)” hieronder voor meer informatie.
Zomertijd (DST)
Zomertijd zet de tijd een uur vooruit ten opzichte van de standaardtijd. Onthoud dat
niet alle landen of zelfs locale gebieden gebruik maken van zomertijd.
De tijdkalibratiesignalen bevatten zowel de gegevens van de normale tijd als de
zomertijd (DST). Als de automatische zomertijdinstelling is ingeschakeld, wisselt het
horloge automatisch tussen de standaardtijd en zomertijd in overeenstemming met het
ontvangen kalibratiesignaal.
=
De automatische zomertijdinstelling kan alleen worden ingeschakeld als +0.0, +1.0
of +2.0 als als woonplaats-tijdzone is geselecteerd.
=
Als u problemen ondervindt bij de ontvangst van het tijdkalibratiesignaal in uw gebied,
is het aan te bevelen handmatig tussen standaardtijd en zomertijd te wisselen.
De zomertijdinstelling wijzigen
1. Houd terwijl in de tijdfunctie een willekeurig scherm, behalve het laatste-signaal-
scherm, getoond wordt
훽
ingedrukt totdat de GMT-verschil-waarde begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
훿
om het zomertijd-instelscherm te tonen.
3. Druk op
om op de hieronder getoonde wijze door de zomertijdinstellingen te bladeren.
4. Druk op
훽
om het instelscherm te verlaten.
=
De DST-indicator verschijnt op het display om aan te geven dat zomertijd is
ingeschakeld.
Analoge tijdfunctie
De analoge tijd van dit horloge is gesynchroniseerd met de digitale tijd. De analoge
tijdinstelling wordt automatisch aangepast als u de digitale tijd wijzigt.
Noot
=
De analoge wijzers verplaatsen naar de nieuwe instelling als een van de volgende
situaties optreedt.
Als u de digitale tijdinstelling handmatig wijzigt
Als de digitale tijdinstelling na een tijdkalibratie-signaalontvangst wijzigt
Als u de instelling van de woonplaats-tijdzone en/of zomertijd wijzigt
=
Als u zowel de analoge als de digitale tijd dient aan te passen, wijzig dan eerst de
digitale tijd.
=
Afhankelijk van hoeveel de wijzers verplaatst moeten worden om zich aan de
digitale tijd aan te passen, kan het even duren voordat de wijzers stil blijven staan.
De analoge tijd aanpassen
1. Druk in de tijdfunctie vijf keer op
훿
om de wijzers-
instelfunctie te selecteren.
2. Houd
훽
ingedrukt totdat - 0 0 - begint te knipperen,
wat aangeeft dat het analoge instelscherm geselecteerd is.
=
De secondewijzer zal versneld naar de 12-uur-
positie verplaatsen en vervolgens stil blijven staan.
3. Als de secondewijzer niet precies op de 12-uur-
positie is, gebruik dan
om de positie te wijzigen.
=
Elke keer wanneer u op
drukt, verplaatst de
secondewijzer een seconde vooruit.
4. Druk op
훿
. Hierdoor zal de tijdfunctie-tijd op het
digitale display gaan knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
5. Gebruik
(+) en
훾
(-) om de wijzers met 20-
seconden-intervallen te verplaatsen.
Alarmnummer
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
Aan/uit-status
Uursignaalscherm
Wekalarm-indicator
Aan/uit-status
Uursignaal-scherm
Druk op
Druk op
Laatste-signaal-scherm
Weekdag Maand – Dag
Jaar Maand – Dag Uren : Minuten
PM-indicator
Seconden
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
DST-indicator
GMT-verschil
12/24-uur
Weergave
GMT-verschil
DST
Energie-
spaarstand
Dag
Uur
Minuten
Seconden
JaarMaand
Scherm Om dit te doen:
Verander de tijdzone
Wissel tussen zomertijd (ON),
standaardtijd (OFF) en Auto DST (A)
Wissel tussen 12-uur (12H) en 24-uur
(24H) weergave
Stel de seconden op 00 in
Verander de uren of minuten
Verander het jaar, de maand of de dag
Wissel tussen energiespaarstand aan
(ON) en uit (OFF)
Doe dit:
Gebruik (+) en (-)
Druk op
Druk op
Druk op
Druk op
Gebruik (+) en (-)
Gebruik (+) en (-)
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
AL 1 AL 2 AL 3
:00 AL 5 AL 4
Alarmtijd Aftellen (Uren, minuten, seconden)
Auto DST (A) DST uit (OFF) DST aan (ON)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Minutenwijzer
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Secondewijzer
Uurwijzer
24-uur-
wijzerplaat







