User manual

3377-4
De verplaatsing van de wijzer op de bovenste wijzerplaat is
gesynchroniseerd met de verplaatsing van de
diepte/chronograafwijzer.
Als u A ingedrukt houdt, wijzigen de wijzers versneld.
Als de wijzer op de bovenste wijzerplaat voorbij (rechts van) de 12-
uur-positie is, houd dan A ingedrukt om deze versneld te verplaatsen
totdat deze naar de 12-uur-positie gericht is.
6. Om de wijzer op de onderste wijzerplaat te verplaatsen, druk op B. Let
erop dat deze wijzer alleen vooruit verplaatst kan worden.
Als u B ingedrukt houdt, wijzigt de wijzer versneld.
7. Als de instelling naar wens is, vergrendel de kroon dan weer door deze in
te drukken terwijl u deze van u af draait.
Hierdoor keert het horloge terug naar de tijdfunctie.
Voor informatie over het aanpassen van de instellingen van de uur-,
minuten- en middelste-wijzerplaat-wijzer, zie “De tijd instellen”.
De dieptemeterfunctie opnieuw instellen
Als de diepte/chronograafwijzer niet op de 12-uur-positie gericht is en het
horloge niet de dieptemeterfunctie verlaat als u B ingedrukt houdt nadat u
een dieptemeting heeft uitgevoerd, gebruik dan de volgende bediening om
de dieptemeterfunctie opnieuw in te stellen.
Voer de volgende bediening nooit onder water uit.
Opnieuw de dieptemeterfunctie instellen
4. Vergrendel de kroon door deze in te drukken terwijl u deze van u af
draait.
Hierdoor gaat het horloge naar de tijdfunctie.
5. Gebruik de bediening bij “De positie van de wijzers aanpassen” om de
positie van de diepte/chronograafwijzer en de wijzers op de bovenste en
onderste wijzerplaat te wijzigen.
1. Draai de kroon naar u toe om deze te
ontgrendelen.
2. Trek de kroon uit naar de secondepositie.
3. Druk tegelijkertijd op A en B.
Op dit moment dient de diepte/chronograaf-
wijzer iets te bewegen, wat aangeeft dat de
dieptemeterfunctie opnieuw is ingesteld.
Controleer of dit het
g
eval is.