User manual

3377-3
In de chronograaffunctie, toont de diepte/chronograafwijzer de seconden
van de verstreken-tijd-meting, de wijzer op de bovenste wijzerplaat de
verstreken minuten en de wijzer op de onderste wijzerplaat de verstreken
1/20
e
seconden.
Als u in de chronograaffunctie gedurende drie minuten geen bediening
uitvoert terwijl deze allemaal nullen aangeeft (de diepte/chronograaf-
wijzer en de wijzers op de bovenste en onderste wijzerplaat zijn allemaal
op de 12-uur-positie gericht), zal het horloge automatisch terugkeren
naar de tijdfunctie.
De verstreken tijd meten
1. Druk op A om de chronograaf te starten.
2. Druk nogmaals op A om de chronograaf te stoppen.
U kunt de meting hervatten door op A te drukken.
3. Terwijl de chronograaf gestopt is, houd A gedurende twee seconden
ingedrukt om de chronograaf op allemaal nullen in te stellen.
Het displaybereik van de chronograaf is 59 minuten en 59,95 seconden.
De chronograaf stopt automatisch als de huidige verstreken tijdmeting 60
minuten bereikt.
De wijzer op de onderste wijzerplaat beweegt de eerste 30 seconden na
elke versteken tijdmeting. Daarna stopt deze bij de 12-uur-positie. Als u
een verstreken tijdmeting stopt, zal de wijzer op de onderste wijzerplaat
automatisch van de 12-uur-positie naar de huidige 1/20
e
secondetelling
gaan.
U kunt niet naar een andere functie gaan terwijl een verstreken
tijdmeting in voortgang is. Als u naar een andere functie wilt gaan, stop
dan de verstreken tijdmeting en stel de chronograaf eerst op allemaal
nullen in.
Als u op B drukt terwijl de chronograaf gestopt is maar niet op allemaal
nullen is ingesteld, gaat u naar de tijdfunctie, maar zal de chronograaf
ook automatisch op allemaal nullen worden ingesteld.
REFERENTIE
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de
werking van het horloge. Het bevat ook belangrijke voorzorgsmaatregelen
en noten over de verschillende kenmerken en functies van dit horloge.
VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vraag: Waarom lijkt de wijzer op de onderste wijzerplaat
(secondetelling van de huidige tijd) zich te langzaam te bewegen?
Antwoord: De batterij is bijna leeg. Vervang deze zo snel mogelijk. Zie
“Lage-batterijsterkte-indicator” voor meer informatie.
Vraag: Wat moet ik doen als de diepte/chronograafwijzer niet precies
naar de 12-uur-positie (0 meter) wijst als ik de dieptemeterfunctie
selecteer?
Antwoord: Gebruik de bediening bij “De positie van de wijzers aanpassen”
om de positie van de diepte/chronograafwijzer te wijzigen.
Vraag: Waarom wijst de diepte/chronograafwijzer naar OVER ZONE
als ik de dieptemeterfunctie selecteer?
Antwoord: Dit kan op een probleem met de druksensor duiden.
Dieptemetingen zijn in dit geval niet mogelijk. Probeer naar de tijdfunctie te
gaan en dan weer terug naar de dieptemeterfunctie. Als dit het probleem
niet verhelpt, neem dan contact op met uw Casio-dealer.
Vraag: Wat moet ik doen als de diepte/chronograafwijzer niet naar de
12-uur-positie (0 meter) wijst en ik de dieptemeterfunctie niet kan
verlaten als ik op een diepte van minder dan 1 meter ben?
Antwoord: Gebruik de bediening bij “De dieptemeterfunctie opnieuw
instellen” om de dieptemeterfunctie te verlaten en vervolgens de bediening
bij “De positie van de wijzers aanpassen” om de positie van de wijzers te
wijzigen.
Vraag: Hoe berekent het horloge dieptewaarden?
Antwoord: Waterdruk neemt toe met de diepte. In het geval van zeewater
(specifieke zwaartekracht = 1,025) neemt de waterdruk elke 10 meter diepte
1 ATM (1,03 kg/cm²) toe. Dit horloge maakt gebruik van de relatie tussen
druk en diepte om middels een druksensor de waterdruk te meten en deze
vervolgens te converteren naar een dieptemeting.
Vraag: Waar dien ik op te letten bij duiken op grote hoogtes of in zoet
water?
Antwoord: De dieptemeting wordt automatisch op 0 meter ingesteld als de
dieptemeterfunctie wordt geselecteerd, waardoor u dit horloge ook kunt
gebruiken tijdens het duiken op grote hoogtes. Let er echter op dat fouten
op kunnen treden als u duikt op hoogtes groter dan circa 4.000 meter.
Aangezien het horloge berekeningen baseert op zeewater met een specifieke
zwaartekracht van 1,025, zullen metingen tevens incorrect zijn tijdens het
duiken in zoet water. Gedurende het duiken in zoet water, kunt u aannemen
dat u circa 2,5% dieper bent dan de op het display getoonde diepte.
Voorbeeld: Als de getoonde diepte 5 meter is, is de werkelijke diepte 5 x
1,025 = 5,1 meter.
Vraag: Wat moet ik doen als de diepte/chronograafwijzer en de wijzers
op de bovenste en onderste wijzerplaat niet precies overeenkomen met
hun startpositie (12-uur-positie) als ik de chronograaffunctie selecteer?
Antwoord: Gebruik de bediening bij “De positie van de wijzers aanpassen”
om de positie van de wijzers te wijzigen.
Lage-battersterkte-indicator
Een lage batterijsterkte wordt aangegeven als de wijzer op de onderste
wijzerplaat (secondetelling van de huidige tijd) zich begint te verplaatsen
met een interval van 2 seconden in plaats van het normale interval van 1
seconde. Als dit gebeurt, laat de batterij dan zo snel mogelijk bij uw Casio-
dealer vervangen.
Als de lage-batterijsterkte-indicatie verschijnt terwijl het horloge in de
tijdfunctie is, kunt u niet meer naar een andere functie gaan.
Als de lage-batterijsterkte-indicatie verschijnt als het horloge in de
dieptemeter- of chronograaffunctie is, zal het horloge automatisch naar
de tijdfunctie gaan, zelfs als een meetbediening in voortgang is.
Gebruik maken van de verstreken-tijd-ring
De positie van de wijzers aanpassen
Gebruik de bediening hieronder om de positie van de
diepte/chronograafwijzer en de wijzers op de bovenste en onderste
wijzerplaat te wijzigen als deze niet precies overeenkomen met hun
startpositie.
Belangrijk!
Let erop dat de functies van dit horloge niet correct functioneren als de
diepte/chronograafwijzer en de wijzers op de bovenste en onderste
wijzerplaat niet goed zijn afgesteld.
Voer de volgende bediening alleen uit op het vaste land en nooit in een
gebied waar het risico bestaat dat het horloge nat wordt.
Het wijzigen van de positie van de wijzers
4. Druk tegelijkertijd op A en B.
Op dit moment dient de diepte/chronograafwijzer iets te bewegen.
Controleer of dit het geval is.
5. Om de diepte/chronograafwijzer en de wijzer op de bovenste wijzerplaat
te verplaatsen, druk op A. Let erop dat deze wijzers alleen vooruit
verplaatst kunnen worden.
Draai de verstreken-tijd-ring totdat het -teken
overeenkomt met de minutenwijzer. Daarna
wordt de versteken tijd aangegeven door de
waarde op de ring waarnaar de minutenwijzer
wijst.
Draai de verstreken-tijd-ring tegen de klok in.
Probeer deze nooit geforceerd met de klok
mee te draaien aangezien dit schade aan het
horloge kan aanbrengen.
1. Selecteer de tijdfunctie.
Controleer altijd of het horloge in de
tijdfunctie is voordat u de volgende
stap uitvoert.
2. Draai de kroon naar u toe om deze te
ontgrendelen.
3. Trek de kroon uit naar de
seconde
p
ositie.