User manual
moving time forward
© CASIO Benelux B.V. Amstelveen - WWW.CASIO.NL
Probleem Waarschijnlijke oorzaak Wat u moet doen
Automatische
ontvangst is
ingeschakeld
maar de RCVD-
indicator verschijnt
niet op de display.
U hebt de tijdsinstelling handma-•
tig gewijzigd.
De zomertijdinstelling is hand-•
matig gewijzigd in de Wereldtijd-
modus.
U hebt op een knop gedrukt terwijl •
er een signaalontvangst plaats-
vond.
Zelfs als de ontvangst is geslaagd, •
verdwijnt de RCVD-indicator van
de display iedere dag wanneer de
eerste automatische ontvangst
van de dag wordt uitgevoerd. Er
zijn bij de laatste ontvangst alleen
tijdgegevens (uur, minuten, secon-
den) ontvangen. De Instellinge-
nupdate-indicator verschijnt alleen
wanneer zowel tijdgegevens als
datumgegevens (jaar, maand, dag)
worden ontvangen.
Er zijn bij de laatste ontvangst •
alleen tijdgegevens (uur, minuten,
seconden) ontvangen. De RCVD-
indicator verschijnt alleen wanneer
zowel tijdgegevens als datumge-
gevens (jaar, maand, dag) worden
ontvangen.
Voer handmatig een signaalont-•
vangst uit of wacht totdat de vol-
gende automatische ontvangst
plaatsvindt.
Zorg dat het horloge zich op een •
plaats bevindt waar het het signaal
kan ontvangen.
De tijd is na
ontvangst van het
signaal onjuist.
Als de tijd één uur afwijkt, is de •
zomertijdinstelling misschien
niet juist.
De instelling van de Woonplaats-•
code is niet juist voor het gebied
waar u het horloge gebruikt.
Wijzig de zomertijdinstelling in •
Auto DST (automatische zomer-
tijd).
Selecteer de juiste Woonplaats-•
code.
Zie voor meer informatie “Belangrijk!” onder “Ontvangst tijdkalibratiesignaal” en “Voor-•
zorgsmaatregelen bij radiogestuurde atoomtijdfunctie”.
Wereldtijd
De Wereldtijd geeft de actuele tijd in 48 steden (31 tijdzones)
over de hele wereld weer.
De tijden in de Wereldtijdmodus lopen synchroon met de tijd •
in de Tijdfunctiemodus. Als u de denkt dat de tijdweergave in
de Wereldtijdmodus niet juist is, controleer dan of u de juiste
stad hebt geselecteerd als uw woonplaats. Controleer ook of
de huidige tijd die wordt weergegeven in de Tijdfunctiemo-
dus correct is.
Selecteer een stadscode in de Wereldtijdmodus om te zien •
hoe laat het op dit moment is in elke gewenste tijdzone ter
wereld. Zie de “Stadscodetabel” voor meer informatie over de
ondersteunde UTC-compensaties.
Alle handelingen in dit gedeelte worden uitgevoerd in de Wereldtijdmodus, die u inscha-•
kelt door op [C] te drukken.
De tijd in een andere stad weergeven
In de Wereldtijdmodus drukt u op [D] (oostwaarts) en [B] (westwaarts) om door de stadscodes
(tijdzones) te bladeren.
Door op gelijktijdig op [D] en [B] te drukken springt het horloge naar de UTC-tijdzone. •
Een stadscode afwisselend op standaardtijd en zomertijd zetten
1. Gebruik [B] en [D] in de Wereldtijdmodus om de stads-
code (tijdzone) weer te geven waarvan u de instelling voor
standaardtijd/zomertijd wilt wijzigen.
2. Houd [A] ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen
zomertijd (DST-indicator wordt weergegeven) en stan-
daardtijd (DST-indicator wordt niet weergegeven).
De zomertijdindicator wordt in de Wereldtijdmodus afge-•
beeld terwijl zomertijd is ingeschakeld.
De instelling van zomertijd/standaardtijd is overigens alleen van invloed op de op dat •
moment weergegeven stadscode. Andere stadscodes worden hierdoor niet gewijzigd.
U kunt niet heen en weer schakelen tussen standaardtijd en zomertijd als UTC is geselec-•
teerd als de stadscode.
Alarm
De alarmmodus geeft u de keuze uit vier eenmalige waar-
schuwingssignaalinstellingen en een sluimersignaal. Voor
het in- en uitschakelen van het uursignaal (SIG) kunt u ook
de Waarschuwingssignaalmodus gebruiken.
Er zijn vijf waarschuwingssignaalschermen: • AL1, AL2,
AL3 en AL4 voor het eenmalige waarschuwingssignaal
en een scherm voor het sluimersignaal dat wordt aange-
geven met SNZ. Het uursignaalscherm wordt aangege-
ven met SIG.
Alle handelingen in dit gedeelte worden uitgevoerd in de •
alarmmodus, die u inschakelt door op [C] te drukken.
Een waarschuwingstijd instellen
1. Gebruik [D] in de alarmmodus om door de alarmschermen
te bladeren, totdat het scherm wordt weergegeven waar-
van u de tijd wilt instellen.
Om een eenmalig waarschuwingssignaal in te stellen selecteert u alarmscherm • AL1, AL2,
AL3 of AL4. Om het sluimersignaal in te stellen, geeft u het SNZ-scherm (snooze) weer.
Het sluimersignaal wordt elke vijf minuten herhaald. •
2. Nadat u een waarschuwingssignaal hebt geselecteerd, houdt u [A] ingedrukt totdat de
uurinstelling van de alarmtijd begint te knipperen; dit is het instelscherm.
Deze handeling schakelt het waarschuwingssignaal automatisch in. •
3. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen tussen de uur- en minuteninstelling.
4. Terwijl een instelling knippert, gebruikt u [D] (+) en [B] (-) om deze te wijzigen.
Zet in het 12-uursformaat de tijd op a.m. of p.m. (P). •
5. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
Bediening alarm
Op de ingestelde tijd klinkt het waarschuwingssignaal gedurende tien seconden, onafhan-
kelijk van de modus waarin het horloge staat. In het geval van een sluimersignaal klinkt het
waarschuwingssignaal totaal zeven keer, iedere vijf minuten, of totdat u het waarschuwings-
signaal uitschakelt.
Het waarschuwings- en uursignaal wordt uitgevoerd in overeenstemming met de tijd van •
de Tijdfunctiemodus.
Om het waarschuwingssignaal uit te zetten, nadat het is afgegaan, drukt u op een wille-•
keurige knop.
Als u een van de onderstaande handelingen uitvoert tijdens het 5 minuten durende interval •
tussen de sluimersignalen, wordt het huidige sluimersignaal geannuleerd.
WeergavevanhetinstelschermvandeTijdfunctiemodus
WeergavevanhetSNZ-instelscherm
Het waarschuwingssignaal testen
Houd in de Waarschuwingssignaalmodus [D] ingedrukt om het waarschuwingssignaal te laten
horen.
Een alarm in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmmodus [D] om een waarschuwings-
signaal te kiezen.
2. Druk op [B] om heen en weer te schakelen tussen aan
(On) en uit ( - - ).
Als u een waarschuwingssignaal aanzet (• AL1, AL2, AL3,
AL4 of SNZ) wordt de alarm-aan-indicator weergegeven
op het scherm van de Waarschuwingssignaalmodus.
De alarm-aan-indicator wordt in alle modi weergege-•
ven voor ieder waarschuwingssignaaltype dat op dat
moment is ingeschakeld.
De alarmindicator knippert terwijl het waarschuwings-•
signaal klinkt.
De sluimersignaalindicator knippert terwijl de sluimer-•
waarschuwing klinkt en gedurende de intervallen van vijf
minuten tussen de signalen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. Druk in de Waarschuwingssignaalmodus op [D] om het
uursignaal (SIG) te selecteren.
2. Druk op [B] om heen en weer te schakelen tussen aan
(On) en uit ( - - ).
De Uursignaal-aan-indicator wordt in alle modi weerge-•
geven wanneer deze functie is ingeschakeld.
Stopwatch
Met de stopwatch kunt u de verstreken tijd, tussentijden en
twee finishtijden meten.
Het displaybereik van de stopwatch is 23 uur, 59 minuten •
en 59,99 seconden.
De stopwatch blijft lopen en begint weer bij nul als de •
limiet is bereikt, totdat u hem stopt.
De stopwatch blijft lopen, ook als u de Stopwatchmo-•
dus verlaat.
Als u de Stopwatchmodus verlaat terwijl er een tussen-•
tijd op de display staat, wordt de tussentijd gewist en
keert de stopwatch terug naar de meting van de verstre-
ken tijd.
Alle handelingen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd •
in de Stopwatchmodus, die u inschakelt door op [C] te drukken.
Tijden klokken met de stopwatch
Afteltimer (countdown)
De afteltimer kan worden ingesteld met een bereik van 1
minuut tot 24 uur. Er gaat een waarschuwingssignaal af wan-
neer de timer nul bereikt.
Alle handelingen in dit gedeelte worden uitgevoerd in de •
Afteltimermodus, die u inschakelt door op [C] te drukken.
Signaal afteleinde
Het signaal afteleinde geeft aan wanneer het aftellen nul
heeft bereikt. Het signaal stopt na ongeveer tien seconden
of wanneer op een knop drukt.
De afteltimer configureren
1. Wanneer de starttijd van de afteltimer wordt weergegeven in
de Afteltimermodus houdt u [A] ingedrukt totdat de huidige
afteltijd begint te knipperen; dit is het instelscherm.
Als de starttijd van de afteltimer niet wordt weergegeven, •
volgt u de stappen onder “De afteltimer gebruiken” om deze
weer te geven.
2. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen tussen
de uur- en minuteninstelling.
3. Wanneer een instelling knippert, gebruikt u [D] (+) en [B] (-)
om deze te wijzigen.
Om een aftelbegintijd van 24 uur op te geven stelt u • 0:00 in.
4. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
De afteltimer gebruiken
Druk op [D] terwijl u in de Afteltimermodus bent om de aftelti-
mer te starten.
De afteltimer blijft lopen, ook als u de Afteltimermodus ver-•
laat.
Druk op [D] terwijl de afteltimer loopt om het aftellen te pau-•
zeren. Druk opnieuw op [D] om de afteltimer verder te laten
lopen.
Om de afteltimer helemaal te stoppen moet u deze eerst •
pauzeren (door op [D] te drukken). Vervolgens drukt u op [B].
Hiermee keert de afteltimer terug naar de startwaarde.
Verlichting
Dit horloge is voorzien van EL-achtergrondverlichting (elektrolumi-
nescent) dat de hele display verlicht, zodat deze in het donker mak-
kelijk kan worden afgelezen. De automatische verlichting van het
horloge schakelt automatisch in als u het horloge onder een hoek
naar u toe draait.
De automatische verlichting moet ingeschakeld zijn (aangege-•
ven door de aan-indicator voor automatische verlichting) om te
werken.
Zie “Voorzorgsmaatregelen verlichting” voor meer belangrijke •
informatie over het gebruik van de verlichting.
Handmatig de display verlichten
Druk in ongeacht welke modus op L om de verlichting in te schakelen.
Met deze handeling wordt de verlichting ingeschakeld ongeacht de instelling van de auto-•
matische verlichting.
Actuele tijd in
geselecteerde
stadscode
Stadscode
DST-indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Nummer
waarschuwings-
signaal
Waarschuwingstijd
(Uren : minuten)
Actuele tijd
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Waarschuwingssignaal
-aan-indicator
Aan-/uitstatus
Sluimersignaal-
indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Uursignaal-aan-
indicator
Aan-/uitstatus
1/100 seconde
Uren
Seconden
Minuten
Elapsed time
Start Stop Re-start Stop Clear
Start
Split
(SPL displayed)
Split release Stop Clear
Start
Split Stop Split release Clear
Split time
Two Finishes
First runner
finishes.
Display time of
first runner.
Second runner
finishes.
Display time of
second runner.
De verstreken tijd meten
Start Stop Herstart Stop Wissen
Start Tussentijd (SPL
weergegeven)
Tussentijd
verwijderen
Stop Wissen
Een tussentijd pauzeren
Start Tussentijd
Eerste loper
finisht. Tijd van
eerste loper
weergeven.
Stop
Tweede loper
finisht
Tussentijd
verwijderen
Tijd van
tweede loper
weergeven.
Wissen
Twee finishtijden meten
[D] [D] [D] [D] [B]
[D] [B] [B] [D] [B]
[D] [B] [D] [B] [B]
Minuten
Seconden
Uren
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Actuele timertijd
Starttijd timer
Aan-indicator
voor automatische
verlichting






