User manual
moving time forward
© CASIO Benelux B.V. Amstelveen - WWW.CASIO.NL
Barometrische drukverschilaanwijzer
Deze aanwijzer geeft het relatieve verschil tussen de meeste
recente barometrische drukmeting in de barometrische druk-
grafiek en de actuele barometrische drukwaarde in de Barome-
ter-/thermometermodus.
De barometrische drukverschilaanwijzer aflezen
Het drukverschil wordt aangegeven
binnen een bereik van ±10 hPa, in
1-hPa-eenheden.
De schermafbeelding hiernaast •
bijvoorbeeld, laat zien wat de
aanwijzer zou aanwijzen wan-
neer het berekende drukver-
schil circa -5 hPa is (circa -0.15
inHg).
Barometrische druk wordt bere-•
kend en afgebeeld met hPa als
standaardmeeteenheid. Het
barometrische drukverschil kan
ook worden gelezen in inHg-
eenheden, zoals te zien in op de
afbeelding (1 hPa = 0.03 inHg).
Kalibratie van de druksensor en de temperatuursensor
De druksensor en de temperatuursensor die in het horloge zijn ingebouwd, worden in de
fabriek gekalibreerd en hoeven normaliter niet te worden aangepast. Als u ernstige fouten
constateert in de druk- en temperatuurmeetwaarden van dit horloge kunt u de sensor herkali-
breren om dit te corrigeren.
Belangrijk!
Als u de barometrische druksensor verkeerd kalibreert, zijn de metingen waarschijnlijk •
onjuist. Vergelijk, voordat u de kalibratieprocedure uitvoert, de metingen van het horloge
met die van een andere betrouwbare, nauwkeurige barometer.
Als u de temperatuursensor verkeerd kalibreert, zijn de metingen waarschijnlijk onjuist. •
Lees voordat u begint het onderstaande aandachtig.
Vergelijk de metingen van het horloge met die van een andere betrouwbare, nauwkeurige •
thermometer.
Als u opnieuw wilt kalibreren, verwijder dan eerst het horloge van uw pols en wacht 20 tot •
30 minuten, tot de temperatuur van het horloge stabiel is.
De druksensor en de temperatuursensor kalibreren
1. In de Tijdfunctiemodus of een van de sensormodi drukt u op
[B] om naar de Barometer-/thermometermodus te gaan.
2. Houd [E] ingedrukt totdat de actuele temperatuur op de dis-
play begint te knipperen. Dit is het instelscherm.
Voordat de temperatuur begint te knipperen, verschijnt de •
mededeling SET Hold op de display. Houd [E] ingedrukt tot-
dat SET Hold verdwijnt.
3. Door op [D] te drukken knipperen afwisselend de tempera-
tuurwaarde en de barometrische drukwaarde. Kies degene
die u wilt kalibreren.
4. Stel de kalibratiewaarde in met [A] (+) en [C] (-) in de hieronder
afgebeelde eenheden.
Temperatuur 0,1 °C (0,2 °F)
Barometrische druk 1 hPa (0,05 inHg)
Om de knipperende waarde terug te zetten op de oorspron-•
kelijke fabriekswaarde drukt u tegelijk op [A] en [C]. OFF ver-
schijnt gedurende ongeveer een seconde, gevolgd door de
oorspronkelijke standaardwaarde.
5. Druk op [E] om terug te keren naar het scherm Barometer-/
thermometermodus.
Voorzorgsmaatregelen barometer en thermometer
De druksensor van dit horloge meet veranderingen in luchtdruk, die u vervolgens kunt •
gebruiken voor uw eigen weersvoorspellingen. Het horloge is niet bedoeld als precisie-in-
strument voor officiële weersvoorspellingen en weerberichten.
Plotselinge temperatuurwisselingen kunnen de meetwaarden van de druksensor beïnvloe-•
den.
De temperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur (tijdens het dra-•
gen van het horloge), door direct zonlicht en door vocht. Om de omgevingstemperatuur
nauwkeuriger te meten, haalt u het horloge van uw pols, legt u het op een goed geventi-
leerde plaats (niet in het directe zonlicht) en veegt u alle vocht van de kast. Het duurt zo’n
20 tot 30 minuten voordat de temperatuur van de kast van het horloge gelijk is aan de
omgevingstemperatuur.
Hoogtemeter
Het horloge toont hoogtewaarden op basis van luchtdrukmetingen die zijn uitgevoerd door de
ingebouwde druksensor.
Hoe de hoogtemeter hoogte meet
De hoogtemeter kan hoogte meten op basis van zijn eigen presetwaarden (oorspronkelijke
standaardinstelling) of op basis van een door u opgegeven referentiewaarde.
Wanneer u hoogte meet op basis van presetwaarden
Gegevens die worden verzameld door de barometrische druksensor van het horloge worden
naar een geschatte hoogte geconverteerd op basis van de ISA-conversiewaarden (Internatio-
nal Standard Atmosphere) die in uw horloge zijn opgeslagen.
Hoogte meten met een door u opgegeven referentiehoogte
Nadat u een referentiehoogte hebt opgegeven, gebruikt het
horloge die waarde om barometrische drukwaarde te converte-
ren naar hoogtewaarde.
Bij het bergbeklimmen kunt u de referentiewaarde instellen •
aan de hand van een merkteken onderweg of van hoogte-
informatie op een kaart. Daarna zijn de hoogtemetingen van
het horloge preciezer dan zonder referentiehoogte.
Een hoogtemeting verrichten
1. Zorg dat het horloge in de Tijdfunctiemodus of een
van de sensormodi staat.
De sensormodi zijn: De Digitaal kompasmodus, de •
Barometer-/thermometermodus en de Hoogteme-
termodus.
2. Druk op [A] om de hoogtemeting te starten.
ALTI verschijnt op de display, ten teken dat er een •
hoogtemeting aan de gang is. De eerste meetwaarde
verschijnt na circa vijf seconden op de display.
De actuele hoogte wordt afgebeeld in eenheden •
van 5 meter.
Na de eerste meting blijft het horloge gedurende de •
eerste drie minuten elke vijf seconden automatisch
hoogtemetingen verrichten, daarna elke twee minu-
ten (bij de oorspronkelijke standaardinstellingen).
Als u het horloge in de Hoogtemetermodus laat •
staan, updatet het horloge de hoogtewaarde regel-
matig en geeft het de wijzigingen van meting tot
meting aan in een grafiek.
U kunt de procedure bij ”Een automatische meetmethode voor de hoogte selecteren” •
gebruiken om de meetmethode voor de hoogte op te geven die u wilt gebruiken.
3. Als u klaar bent met de hoogtemeter drukt u op [D] om terug te keren naar de Tijdfunctie-
modus en de automatische metingen te stoppen.
Het horloge keert automatisch naar de Tijdfunctiemodus terug als u gedurende ongeveer •
vierentwintig uur nadat u naar de Hoogtemetermodus bent gegaan geen enkele handeling
uitvoert (bij de oorspronkelijke standaardinstellingen).
De hoogtegrafiek aflezen
De hoogtegrafiek laat de automatische metingen van de
Hoogtemetermodus zien als een functie van tijd.
De verticale as van de grafiek vertegenwoordigt de •
hoogte; elke stip staat voor 10 meter.
De horizontale as vertegenwoordigt de tijd. Voor de •
hoogtemetingen die gedurende de eerste drie minuten
nadat u de hoogtemetingen hebt gestart, worden ver-
richt, staat elke stip voor vijf seconden. Daarna staat
elke stip voor twee minuten.
Als het meetresultaat buiten het bereik valt of foutief is, blijft de stippenkolom voor die •
meting leeg (overgeslagen).
NB
Het meetbereik voor de hoogte is -700 tot 10.000 meter.•
De afgebeelde hoogtewaarde verandert in - - - als een hoogtewaarde buiten het meetbe-•
reik valt. Zodra de hoogtewaarde zich weer binnen dat bereik bevindt, wordt hij weer afge-
beeld.
Gewoonlijk zijn de afgebeelde hoogtewaarden gebaseerd op de vooraf ingestelde conver-•
siewaarden van het horloge. U kunt desgewenst ook een referentiehoogtewaarde opge-
ven. Zie ”Een referentiehoogtewaarde opgeven”.
U kunt voor het afbeelden van de hoogtewaarde kiezen uit meter (m) en voet (ft). Kijk bij •
”De eenheden opgeven voor temperatuur, hoogte en barometrische druk”.
Een automatische meetmethode voor de hoogte selecteren
U kunt kiezen uit de volgende twee automatische meetmethodes voor de hoogte.
0”05: Metingen om de vijf seconden gedurende een uur
2”00: Metingen om de vijf seconden gedurende de eerste drie minuten, gevolgd door
metingen om de twee minuten gedurende circa vierentwintig uur.
NB
Als u geen knoppen bedient in de Hoogtemetermodus keert het horloge na vierentwintig
uur automatisch terug naar de Tijdfunctiemodus als de automatische meetmethode voor de
hoogte 2’00 is en na een uur als de automatische meetmethode voor de hoogte 0’05 is.
De automatische meetmethode voor de hoogte selecteren
1. Houd in de Hoogtemetermodus [E] ingedrukt totdat de actu-
ele referentiehoogte begint te knipperen. Dit is het instel-
scherm.
Voordat de referentiehoogte begint te knipperen, verschijnt •
de mededeling SET Hold op de display. Houd [E] ingedrukt
totdat SET Hold verdwijnt.
2. Druk op [D] om het instelscherm voor de actuele automati-
sche hoogtemeetmethode weer te geven.
0”05• of 2”00 gaat knipperen op de display.
3. Druk op [A] om te schakelen tussen 0”05 en 2”00 als auto-
matische hoogtemeetmethode.
4. Druk op [E] om het instelscherm te verlaten.
De Hoogteverschilwaarde gebruiken
Het Hoogtemetermodusscherm bevat een hoogteverschil-
waarde die het verschil in hoogte laat zien met een door u
opgegeven referentiepunt. De hoogteverschilwaarde wordt
geüpdatet telkens als het horloge een hoogtemeting verricht.
Het meetbereik voor de hoogteverschilwaarde is -3.000 tot •
3.000 meter.
- - - -• wordt afgebeeld in plaats van de hoogteverschil-
waarde wanneer de gemeten waarde buiten het toegestane
bereik valt.
Raadpleeg voor enkele praktijkvoorbeelden van hoe u deze •
functie kunt gebruiken de sectie ”De hoogteverschilwaarde
gebruiken bij bergbeklimmen of wandelen”.
Het hoogteverschilbeginpunt opgeven
Druk in de Hoogtemetermodus op [E].
Het horloge verricht een hoogtemeting en legt de waarde •
vast als het beginpunt voor de hoogteverschilwaarde. De
hoogteverschilwaarde wordt op dat moment op nul gezet.
De hoogteverschilwaarde gebruiken bij bergbeklimmen of wandelen.
Nadat u het hoogteverschilbeginpunt hebt opgegeven bij het bergbeklimmen of wandelen,
kunt u makkelijk de hoogteverschillen tussen dat punt en andere punten onderweg meten.
De hoogteverschilwaarde gebruiken
1. Controleer of er in de Hoogtemetermodus een hoogteme-
tingwaarde op de display staat.
Als geen hoogtemetingwaarde wordt afgebeeld, druk dan •
op [A] om een hoogtemeting te verrichten. Raadpleeg ”Een
hoogtemeting verrichten” voor details.
2. Gebruik de hoogtelijnen op uw kaart om het verschil in
hoogte vast te stellen tussen uw huidige locatie en uw
bestemming.
3. Druk in de Hoogtemetermodus op [E] om uw huidige posi-
tie op te geven als het hoogteverschilbeginpunt.
Het horloge verricht een hoogtemeting en legt de waarde •
vast als het beginpunt voor de hoogteverschilwaarde. De
hoogteverschilwaarde wordt op dat moment op nul gezet.
4. Ga op weg naar uw bestemming terwijl u het hoogtever-
schil dat u hebt vastgesteld op de kaart vergelijkt met de
hoogteverschilwaarde van het horloge.
Als de kaart bijvoorbeeld laat zien dat het verschil tussen •
uw positie en uw bestemming +80 meter is, dan weet u dat
u in de buurt van uw bestemming komt wanneer de afge-
beelde hoogteverschilwaarde in de buurt van +80 komt.
Een referentiehoogtewaarde opgeven
De hoogtemetingen van dit horloge kunnen foutief zijn ten gevolge van wisselingen in de
luchtdruk. Derhalve adviseren wij om de referentiehoogtewaarde tijdens het klimmen telkens
wanneer dat mogelijk is te updaten. Nadat u een referentiehoogte hebt opgegeven, past het
horloge zijn berekening van de luchtdruk-naar-hoogte-conversie dienovereenkomstig aan.
Barometric
pressure
differential
pointer
Aanwijzer
barometrisch
drukverschil
Barometric pressure
differential pointer
inHg values
hPa values
Current pressure
greater than most
recent measured
pressure
Current pressure
less than most
recent measured
pressure
−0.15
−5
−10
−0.3
Aanwijzer barometrisch
drukverschil
inHg-eenheden
Actuele druk hoger
dan meest recent
gemeten druk.
hPa-eenheden
Actuele druk lager
dan meest recent
gemeten druk.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
400
A
B
Altitude
differential
Altitude
graph
Current
altitude
Current time
Actuele tijd
HoogteverschilHoogtegrafiek
Actuele hoogte
Altitude
Latest
reading
Time
Hoogte
Tijd
Meest recente
meetwaarde
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Altitude differential
Hoogteverschil
Altitude
differential
Hoogteverschil
Current
location
Destination
altitude
Bestemmings
hoogte
Huidige
positie
Altitude differential
Altitude
Hoogteverschil
Hoogte










