User manual
moving time forward
© CASIO Benelux B.V. Amstelveen - WWW.CASIO.NL
Gebruiksaanwijzing
Horloge model 3109
Tijdfunctie
Gebruik de Tijdfunctiemodus om de huidige tijd en datum in te
stellen en te bekijken.
Als u [A] indrukt in de Tijdfunctiemodus wordt de actueel •
geselecteerde Woonplaats weergegeven.
Druk op [D] om tussen 12-uurs- en 24-uursweergave te •
schakelen.
Bij de 12-uursweergave wordt de tijd tussen middernacht en •
12.00 uur aangegeven met een [A] (am), en de tijden tussen
12.00 uur en 23.59 uur met een P (pm).
Wanneer u de 24-uursweergave gebruikt, blijven de [A] en de •
P achterwege.
De tijd en de datum instellen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de seconden gaan knipperen op de
display; dit is het instelscherm.
2. Druk op [C] om de knipperende positie in de hieronder weergegeven volgorde te ver-
plaatsen.
3. Terwijl de secondeninstelling is geselecteerd (knippert), drukt u op [D] om deze terug te
zetten op 00. Als u op [D] drukt terwijl de secondeninstelling tussen 30 en 59 staat, wor-
den de seconden teruggezet op 00 en wordt het aantal minuten verhoogd met 1. Als de
secondeninstelling zich tussen 00 en 29 bevindt, blijven de minuten ongewijzigd.
Terwijl de DST*-instelling is geselecteerd (DST-aan-indicator knippert), drukt u op [D] om •
deze te schakelen tussen aan (On) en uit (OF).
De DST-instelling die u kiest (aan of uit) voor de Tijdfunctiemodus is ook van invloed op de •
Wereldtijdmodus.
Druk, terwijl de stadscode-instelling is geselecteerd, op [D] en [B] om door de beschikbare •
codes te bladeren, totdat de stad wordt weergegeven die u wilt gebruiken.
Voor volledige informatie over de stadscodes, zie de “Stadscodetabel”.•
4. Terwijl een andere instelling is geselecteerd (knippert), drukt u op [D] om deze te verhogen
of op [B] om deze te verlagen. Door [D] of [B] ingedrukt te houden, bladert u op hoge
snelheid.
5. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
De dag van de week wordt automatisch aangepast aan de ingestelde datum.•
U kunt elke willekeurige datum invoeren die tussen 1 januari 2000 en 31 december 2099 •
ligt.
De in het horloge ingebouwde automatische kalender maakt automatisch verschillende •
maandlengtes en schrikkeljaren mogelijk. Nadat u de datum hebt ingesteld, hoeft u dit niet
opnieuw te doen, behalve wanneer de batterij van het horloge is vervangen.
* Kijk bij “Zomertijd (DST) instellen” voor meer informatie over het instellen van de zomertijd.
Waarschuwingen achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting maakt gebruik van een EL-paneel (elektroluminescent) waardoor
de hele display oplicht, zodat deze in het donker makkelijk kan worden afgelezen.
Druk in ongeacht welke modus op L om de display gedurende ongeveer twee seconden te
verlichten.
Het elektroluminescente verlichtingspaneel kan na langdurig gebruik verzwakken.•
Het kan zijn dat de achtergrondverlichting moeilijk zichtbaar is als deze onder direct •
zonlicht wordt bekeken.
Het horloge kan geluid maken wanneer u de displayverlichting inschakelt. Dit wordt •
veroorzaakt door trillingen in het EL-verlichtingspaneel en duidt niet op een defect.
De verlichting gaat automatisch uit bij een waarschuwingssignaal.•
Als de verlichting vaak wordt gebruikt, gaat dit ten koste van de levensduur van de •
batterij.
Databank
In de Databankmodus kunt u maximaal 25 bestanden opslaan, elk met een naam (max. acht
tekens) en een telefoonnummer (max. twaalf tekens). Als u naar de Databankmodus gaat,
verschijnt er enkele momenten een scherm met de modusnaam (DB) en de resterende geheu-
gencapaciteit (aantal bestanden). Daarna verschijnt het bestand dat u het laatst hebt bekeken
in de Databankmodus. Elke keer wanneer u een nieuw bestand invoert, worden alle bestan-
den alfabetisch op naam gesorteerd.*
* A tot Z, 0 tot 9, symbolen (, of -)
Een nieuw bestand invoeren in de Databank
1. Gebruik in de Databankmodus [D] (+) en [B] (–) om door de Databankbestanden te blade-
ren en het bestand weer te geven dat u wilt bewerken.
2. Houd [A] ingedrukt totdat de knipperende cursor op het naamgedeelte verschijnt.
3. Gebruik [D] en [[B]] om door de tekens op de actuele cursorpositie te bladeren.
De lettertekens verschijnen in de onderstaande volgorde.
Door [D] of [B] ingedrukt te houden bladert u op hoge snelheid.•
4. Als het door u gewenste letterteken op de plaats van de cursor staat, drukt u op [C] om de
cursor naar rechts te verplaatsen.
5. Herhaal de stappen 3 en 4 om de overige tekens in te voeren.
Elke naam kan maximaal acht lettertekens bevatten, hoewel slechts drie tekens tegelijk •
zichtbaar zijn.
Als de naam die u invoert minder dan acht tekens bevat, beweegt u met [C] de cursor naar •
de achtste positie (d.w.z. u drukt drie keer op [C] als de naam vijf tekens bevat).
6. Wanneer u de naam hebt ingevoerd, gaat u met [C] naar het nummergedeelte.
Door op [C] te drukken wanneer de cursor op de achtste positie van het naamgedeelte •
staat, gaat u naar het nummergedeelte. Door op [C] te drukken wanneer de cursor op de
twaalfde positie van het nummergedeelte staat, gaat u naar het naamgedeelte.
7. Gebruik [D] en [B] om door de tekens (koppelteken, cijfers, spatie) op de actuele cursorpo-
sitie in het nummergedeelte te bladeren. De lettertekens verschijnen in de onderstaande
volgorde.
Door [D] of [B] ingedrukt te houden bladert u op hoge snelheid door de tekens.•
8. Als het door u gewenste letterteken op de plaats van de cursor staat, drukt u op [C] om de
cursor naar rechts te verplaatsen.
9. Herhaal de stappen 7 en 8 om de overige cijfers in te voeren.
Elk nummer kan maximaal twaalf cijfers bevatten.•
10 Als u de naam en het nummer van het bestand ingevoerd hebt, drukt u op [A] om het
bestand op te slaan en instellingenscherm te verlaten.
De display kan maar drie naamtekens tegelijk afbeelden. Langere namen bewegen voort-•
durend van rechts naar links. Het “
”-teken geeft aan dat het teken links ervan het l
aatste is en het teken rechts ervan het eerste.
Databankbestanden oproepen
Gebruik in de Databankmodus [D] (+) en [B] (–) om door databankbestanden op de display te
bladeren.
Door [D] of [B] ingedrukt te houden bladert u op hoge snelheid.•
Bestanden in de databank bewerken
1. Blader in de Databankmodus door de bestanden om degene af te beelden die u wilt
bewerken.
2. Houd [A] ingedrukt totdat de cursor op de display verschijnt.
3. Gebruik [C] om de cursor te verplaatsen naar het teken dat u wilt wijzigen.
4. Gebruik [D] en [B] om het teken te wijzigen.
Zie stap 3 van “Een nieuw bestand invoeren in de Databank” voor informatie over het •
invoeren van naamtekens en stap 7 voor het invoeren van nummertekens.
5. Nadat u de wijzigingen hebt aangebracht, drukt u op [A] om ze op te slaan en instellingen-
scherm te verlaten.
Bestanden in de databank wissen
1. Blader in de Databankmodus door de bestanden om degene af te beelden die u wilt
wissen.
2. Houd [A] ingedrukt totdat de cursor op de display verschijnt.
3. Druk tegelijkertijd op [B] en [D]. De melding “CLR” verschijnt in de display om aan te geven
dat het bestand is gewist.
Nadat het item is verwijderd, verschijnt de cursor in het naamgedeelte en kunt gegevens •
invoeren.
4. Maak een nieuw bestand of druk op [A] om het instellingenscherm te verlaten.
Over deze handleiding
Afhankelijk van het model van uw horloge wordt de tekst op uw dis-
play weergegeven als donkere karakters op een lichte achtergrond
of lichte karakters op een donkere achtergrond. Alle voorbeelden
van de display in deze handleiding worden weergegeven als donkere
karakters op een lichte achtergrond.
Het bedienen van de knoppen wordt weergegeven met behulp van
de letters zoals getoond wordt in de illustratie.
Iedere sectie van deze handleiding geeft informatie over wat u bin-
nen iedere modus moet doen. Meer gegevens en technische infor-
matie kunt u terugvinden in de sectie “Referenties”.Algemene richtlijn
Druk op [C] om van de ene modus naar de andere te gaan.•
U kunt in elke modus op L drukken om de display te verlichten.•
Als u gedurende enkele minuten geen bewerking uitvoert wanneer een instellingenmodus •
(met knipperende cijfers) is geselecteerd, verlaat het horloge die instellingenmodus
automatisch.
Als u in de Dagtellermodus of de Databankmodus gedurende enkele minuten geen •
bewerking uitvoert, keert het horloge automatisch terug naar het Tijdfunctiescherm.
Timekeeping Mode World Time Mode Countdown
Timer Mode
Alarm Mode Stopwatch ModeDay Counter ModeData Bank Mode
Press .
Tijdfunctiemodus Waarschuwing-
ssignaalmodus
Afteltimermodus Stopwatchmodus
Druk op C
DagtellermodusWereldtijdmodusDatabankmodus
Year
Day of week
Seconds
Month – Day
Hour
PM indicator
Minutes
Maand – Dag
PM-indicator
Minuten
Dag van de
week
Seconden
Uur
Jaar
DST
Seconds
Month
Day
City code
Minutes
Year
Hour
Seconden Uur
MinutenDag Maand Jaar
Stadscode
DST
(zomertijd)
Mode indicator Name area
Remainin
g
free records Number area
Alternate at
the 1-second
interval.
Modusindicator
Resterende vrije
bestanden
Elke seconde
afwisselen.)
Naamgedeelte
Nummergedeelte
(Space)
A to Z0 to 9 . (Period)
-
(Hyphen)
Press .
Press .
Druk op D.
Druk op B.
(Spatie) (Punt)A tot Z 0 tot 9
- (Koppel-
teken)
1st digit
8th digit
12th digit
1st digit
Name area
Number area
Press .
8e cijfer
12e cijfer
Naamgedeelte
1e cijfer
Druk op C
Nummergedeelte
1e cijfer
(Space)
0 to 9
-
(Hyphen)
Press .
Press .
Druk op D.
Druk op B.
(Spatie)0 tot 9
- (Koppel-
teken)



