User manual
Gebruiksaanwijzing 3071
7
De inhoud van periodieke gegevenssets en huidige sessie gegevensset bekijken
1. Selecteer de gegevensoproepfunctie.
2. Gebruik
en
om door de gegevens te bladeren en de gewenste gegevens te
tonen.
=
Gebruik om de inhoud van de huidige-bediening-gegevensset te bekijken
om
vooruit te bladeren via de laatste periodieke gegevensset (waarna het
MAX
-
scherm van de huidige sessie gegevensset getoond wordt) of
om terug te
bladeren via de eerste periodieke gegevenset (naar het DSC-scherm).
3. Druk nadat u klaar bent met het bekijken van gegevens op
om de gegevensop
roepfunctie te verlaten.
=
Als gegevens verwijderd zijn of er door een fout of andere oorzaak geen gegevens
zijn, wordt
---- getoond. In zulke gevallen wordt voor de totale stijging (
ASC
) en
afdaling (
DSC
) 0 getoond.
=
Als de totale stijging (
ASC
) of afdaling (
DSC
) 99.995 meter (of 99.980 voet)
overstijgt, herstart de van toepassing zijnde waarde weer vanaf 0.
De inhoud van de historische gegevensset bekijken
1. Selecteer de gegevensoproepfunctie.
2. Druk op
om het historische-gegevensset-scherm te bekijken (TTL REC).
3. Gebruik
en
om in de hieronder getoonde volgorde door de historische-
gegevensset-schermen te bladeren.
4. Druk nogmaals op
om terug te keren naar de periodieke-gegevensset- en
huidige-sessie-schermen.
5. Druk nadat u klaar bent met gegevens te bekijken op
om de gegevensoproep
functie te verlaten.
De historische gegevensset wissen
Gebruik de volgende bediening als u de inhoud van de historische gegevensset wilt
wissen en alle waarden vanaf 0 wilt herstarten.
Het wissen van de historische gegevensset
1. Druk in de gegevensoproepfunctie op
om het
maximale-hoogte-scherm (
MAX
) van de historische
gegevensset te tonen.
2. Houd
ingedrukt.
=
CLR
zal op het bovenste gedeelte van het
display verschijnen.
3. Houd
gedurende twee additionele seconden
ingedrukt totdat
CLR
begint te knipperen.
=
Het maximale-hoogte-scherm van de historische-
gegevensset zal weer verschijnen wanneer het
wissen van de gegevens is afgerond.
=
Als u
tijdens bovenstaande bediening loslaat, zal
het horloge terugkeren naar het maximale-hoogte-
scherm van de historische-gegevensset, zonder
gegevens te wissen.
Wereldtijd
Wereldtijd toont digitaal de huidige tijd in 30 steden (29
tijdzones) over de gehele wereld.
=
Controleer als de huidig getoonde tijd voor een stad
niet juist is de instellingen van uw woonplaatstijd en
maak de benodigde wijzigingen.
=
Zie de “Stadscodetabel” voor gedetailleerde
informatie over stadscodes.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de wereldtijdfunctie, die u selecteert door op
te
drukken.
De tijd in een andere stad bekijken
Gebruik in de wereldtijdfunctie
(oost) en
(west) om
door de stadscodes (tijdzones) te bladeren.
=
Als de huidig geselecteerde tijdzone grotendeels uit
oceaan bestaat, verschijnt een waarde die het
verschil met de tijd in Greenwich in plaats van een
stadscode aangeeft.
Bij een stadscodetijd tussen standaard- en zomertijd
wisselen
1. Gebruik in de wereldtijdfunctie
(oost) en
(west)
om de stadscode (tijdzone) te tonen waarvoor u de
standaardtijd/zomertijd-instelling wilt wijzigen.
2. Houd
ingedrukt om tussen zomertijd (DST
indicator getoond) en standaardtijd (DST indicator
niet getoond) te wisselen.
=
De DST indicator verschijnt op het display wanneer u
een stadscode toont waarvoor zomertijd is
ingeschakeld.
=
U kunt niet tussen zomertijd en standaardtijd
wisselen als de getoonde stadscode
GMT
is.
=
Onthoud dat de zomertijd/standaardtijd-instelling
alleen de huidig getoonde stadscode betreft. Andere
stadscodes worden niet aangepsast.
Stopwatch
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
stoptijden en twee finishtijden te meten.
=
Het bereik van de stopwatch is 23 uur, 59 minuten en
59,99 seconden.
=
De stopwatch loopt door, opnieuw startend vanaf 0,
nadat deze zijn limiet heeft bereikt, tenzij u deze stopt.
=
De stopwatchmeting loopt door, zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
=
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een
tussentijd bevroren is op het display, wordt de
tussentijd verwijderd en keert deze terug naar de
verstreken tijdmeting.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de stopwatchfunctie, die u selecteert door op
te
drukken.
Timer
U kunt een timer-starttijd instellen binnen een bereik van
1 minuut tot en met 24 uur. Een alarm klinkt als de timer
0 bereikt.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op
te
drukken.
De timer-starttijd instellen
1. Houd terwijl de timer-starttijd in de in de timerfunctie
op het display getoond wordt
ingedrukt totdat de
uurinstelling van de timer-starttijd begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
=
Gebruik als de timer-starttijd niet getoond wordt
de bediening bij “De timer gebruiken” om deze te
tonen.
2. Druk op
om het knipperen tussen de uur- en minuteninstelling te wisselen.
3. Gebruik
(+) of
(-) om de knipperende selectie te wijzigen.
=
Stel 0H 00’00 in om een timer-starttijd van 24 uur in te stellen.
4. Druk op
om het instelscherm te verlaten.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op
om de timer te starten.
=
Als het einde van de aftelling bereikt is, klinkt het alarm gedurende 5 seconden of
totdat u deze stopt door op een willekeurige knop te drukken. De timertijd wordt
automatisch op de startwaarde ingesteld wanneer een alarm klinkt.
=
Druk tijdens een aftelling op
om deze te pauzeren. Druk nogmaals op
om de
aftelling te hervatten.
=
Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op
te
drukken) en vervolgens op
te drukken. Hierdoor wordt de afteltijd weer op de
startwaarde ingesteld.
Alarmen
U kunt vijf onafhankelijke, dagelijkse alarmen instellen.
Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het alarm als de
alarmtijd bereikt is. U kunt tevens een uursignaal
inschakelen waarna het horloge elke heel uur twee keer
een signaal geeft.
=
Het alarmnummer (ALM-1 tot en met ALM-5) geeft
een alarmscherm aan. SIG verschijnt als het
uursignaalscherm getoond wordt.
=
Als u de alarmfunctie selecteert, verschijnen eerst de
gegevens die u bekeek toen u de de laatste keer de
functie verliet.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op
te
drukken.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
en
om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm getoond
wordt waarvoor u de tijd wilt instellen.
2. Houd
ingedrukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3&$
(
40
)
3&$
(
2
)
3&$
(
1
)
."9
.*/
"4$
%4$
Periodieke gegevenssets
Huidige sessie gegevensset
."9
.*/
"4$
%4$
Historische gegevensset
Tijdfunctie-tijd
Huidige tijd in tijdzone
geselecteerde stadscode
Stadscode
DST-indicator
Minuten
Huidige tijd
1/100 seconde
Uren
Seconden
Verstreken tijd
Start
Stop Herstart Stop Wissen
Start
Tussentijd
( getoond)
Loslaten tussentijd
Stop Wissen
Tussentijd
Twee finishtijden
Start
Tussentijd
Stop
Loslaten tussentijd
Wissen
Tweede renner
finisht.
Tijd tweede
renner op display.
Eerste renner
finisht.
Tijd eerste
renner op display.
Tijd meten met de stopwatch
Minuten
Huidige tijd
Uren
Seconden
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
Alarmnummer
Huidige tijd
Alarm-aan-indicator
ALM-1 ALM-2 ALM-3
SIG ALM-5 ALM-4










