User manual

Gebruiksaanwijzing 2886
8
3. Druk op
om de bij stap 2 geselecteerde bediening uit te
voeren.
=
Als u YES geselecteerd heeft, worden alle gegevenssets
verwijderd.
=
Het horloge keert terug naar het functietitelscherm als u het
meldingsscherm gedurende ongeveer twee tot drie minuten
op het display laat zonder een knop in te drukken.
Een specifieke gegevensset verwijderen
Als u een gegevensset verwijdert worden alle gegevens in die set verwijderd.
1. Gebruik in de oproepfunctie
en
om het gegevensset-
titelscherm van de gegevensset die u wilt verwijderen te
tonen.
2. Houd
gedurende ongeveer een seconde ingedrukt
totdat de bevestigingsmelding verschijnt.
3. Gebruik
om de pijl ( ) naar YES (de gegevensset
verwijderen) of NO (de verwijderbediening beëindigen) te
verplaatsen.
4. Druk op
om de bij stap 3 geselecteerde bediening uit te
voeren.
=
Als u YES geselecteerd heeft, wordt de geselecteerde
gegevensset verwijderd.
=
Het horloge keert terug naar het functietitelscherm als u
het bevestigingsscherm gedurende twee tot drie minuten
op het scherm laat zonder een knop in te drukken.
De gidsfunctie gebruiken
De gidsfunctie berekent de afstand en richting tussen
uw in het geheugen opgeslagen bestemming
(doellocatie) en een nieuw gemeten basispunt (huidige
locatie).
=
De locatie van beide punten wordt gemeten met
gebruikmaking van GPS-meting en in het geheugen
opgeslagen om deze bediening uit te voeren.
=
De in de gidsfunctie getoonde afstand bevat geen
hoogteverschillen.
Druk om de gidsfunctie te selecteren in de tijdfunctie twee keer op
. Hierdoor wordt
de huidig opgeslagen basispunt-gegevensset getoond.
De melding NO DATA verschijnt als er geen basispuntgegevens in het geheugen zijn
opgeslagen.
Een doel in het geheugen opslaan
1. Druk terwijl het basispunt-gegevenssetscherm getoond
wordt op
om een GPS-meting van uw huidige locatie te
starten.
=
Hierdoor verschijnt het zoekscherm.
2. Gebruik nadat de GPS-meting is afgerond
en
om de
pijl ( ) naar het geheugen waar u de locatie wilt opslaan te
verplaatsen.
=
Verplaats de pijl ( ) naar BASE POINT als u de locatie als
uw huidige locatie wilt registreren of naar GOAL POINT om
de locatie als uw bestemming te registeren. Verplaats de
pijl naar CANCEL als u de bediening wilt beëindigen.
3. Druk op
om de bij stap 2 geselecteerde bediening uit te
voeren.
=
Hierdoor wordt een standaardnaam (POINT1, POINT2, etc.)
getoond.
4. Voer een locatienaam in door met gebruikmaking van
(+) of
(-) door de karakters op de huidige positie
van de wijzer ( ) te bladeren en
om de wijzer naar
rechts te verplaatsen.
=
Druk als u de standaardnaam wilt wissen en een
nieuwe naam wilt invoeren op
of
terwijl de wijzer
op het eerste (linker)karakter gericht is.
=
Druk als u de standaardnaam wilt wijzigen op
om de
wijzer naar rechts te verplaatsen en maak vervolgens
de gewenste wijzigingen.
=
U kunt tot en met acht karakters (zie hieronder) voor een locatienaam invoeren.
Mogelijke karakters
Letters: A tot en met Z
Cijfers: 0, 1 tot en met 9
Symbolen:’, +, -, :, ., /, ?, spatie
5. Druk als de naam naar wens is op
om de invoer te
verlaten.
Locatiegeheugencapaciteit
U kunt 100 bestemmingen in het geheugen opslaan. Als u een
bestemming in het geheugen probeert op te slaan terwijl er
zich al 100 bestemmingen in het geheugen bevinden,
verschijnt MEMORY FULL. Gebruik als dit gebeurt de
bediening bij “Een bestemming verwijderen” om bestemmin-
gen die u niet langer nodig heeft te verwijderen.
De afstand en richting tussen twee punten bepalen
1. Druk terwijl het basispunt-gegevenssetscherm getoond
wordt op
om een GPS-meting van uw huidige locatie
te starten.
=
Hierdoor verschijnt het zoekscherm.
2. Controleer nadat de GPS-meting is afgerond of de pijl ( )
naast BASE POINT is en druk vervolgens op
. Hierdoor
wordt de huidige locatie als het nieuwe basispunt
opgeslagen.
3. Druk op
om het bestemming-zoekscherm te laten
verschijnen.
4. Gebruik
(recenter) en
(ouder) om door de
beschikbare bestemmingen te bladeren totdat de
gewenste bestemming getoond wordt.
=
Bestemmingen worden op basis van de metingsdatum
getoond.
Bestemming
Huidige locatie
(2 keer)
Tijdfunctiescherm Basispunt-gegevenssetscherm
(–)
(Rechts)
(+)
(Ouder)
(Recenter)