User manual

Gebruiksaanwijzing 2886
5
Benodigde oplaadtijd
Het duurt ongeveer drie uur om een lege batterij volledig op te laden.
Aantal keer opladen batterij (6LR61)
U kunt het horloge met elke batterij ongeveer vijf keer volledig opladen.
=
Gebruik nooit een mangaan batterij om op te laden.
=
Als het LED-lampje knippert terwijl de oplaadschakelaar is ingeschakeld nadat u
het horloge van de oplader verwijderd heeft, geeft dit aan dat de batterij nog
opgeladen kan worden.
=
Als het LED-lampje niet knippert terwijl de oplaadschakelaar is ingeschakeld, geeft
dit aan dat de batterij vervangen dient te worden.
Gemiddelde functioneringstijd batterij
=
Uitsluitend tijdweergave: 7 tot en met 11 dagen.
=
Continu GPS-meting: NORMAL: 2,0 uur, LOW POWER: 4,3 uur.
=
De werkelijke functioneringstijd van de ingebouwde batterij hangt af van de
bedieningsomstandigheden.
=
Veelvuldig opladen en ontladen verkort de levensduur van de ingebouwde batterij.
Batterijsterkte ingebouwde batterij
Een lage-batterijsterkte-indicator verschijnt op het display
om u te waarschuwen dat de sterkte van de ingebouwde
batterij laag is. Als de sterkte van de ingebouwde batterij
erg laag is, knippert de lage-batterijsterkte-indicator en
verschijnt de melding LOW BATTERY op het display.
=
Lage-batterijsterkte-indicator aan: meetgegevens (GPS,
stopwatch) worden opgeslagen.
=
Lage-batterijsterkte-indicator knippert: stopwatch wordt
op allemaal nullen ingesteld. Alle meetgegevens (GPS,
stopwatch) tot op dat moment worden opgeslagen.
=
Afhankelijk van omstandigheden: de volgende functies kunnen niet juist
functioneren of buiten gebruik zijn terwijl de lage-batterijsterkte-indicator getoond
wordt of knippert: GPS-ontvangst, stopwatchbedieningen, oproepfunctiegegevens
verwijderen, gidsfunctiebestemming wijzigen en verwijderen, instelling contrast.
Levensduur ingebouwde batterij
Na 300 oplaad/ontlaadcycli wordt de capaciteit van de ingebouwde batterij 70% van
de normale capaciteit. De werkelijke levensduur van de ingebouwde batterij hangt af
van de bedieningsomstandigheden.
Gebruik
=
Houd de oplaadcontacten van het horloge te allen tijde schoon. Vuil kan tot een
slecht contact leiden. Veeg de contacten af met een droge doek voordat u de
batterij oplaadt. Vermijd de contacten aan te raken met naalden of andere metalen
objecten.
=
De ingebouwde batterij functioneert minder goed bij lage temperaturen, waardoor
de LOW BATTERY melding sneller dan normaal kan verschijnen.
=
Het toegestane temperatuurbereik van de oplader tijdens opladen is 5ºC tot en met
35ºC (41ºF tot en met 95ºF).
=
Geruik uitsluitend de bij de oplader behorende stroomadapter. Gebruik nooit een
andere adapter.
=
Stop de stroomadapter nooit in een stopcontact met een bereik dat buiten het op
de adapter vermelde bereik valt. Dit kan tot brandgevaar, slecht functioneren en
elektrische schokken leiden.
=
Het LED-lampje gaat knipperen als tijdens het opladen een fout plaatsvindt.
Schakel als dit gebeurt de oplaadschakelaar uit en nogmaals in. Neem contact op
met uw CASIO-dealer als dit het probleem niet verhelpt.
=
Pas op dat u de stroomadapterkabel niet beschadigd. Plaats geen zware objecten
op de kabel en stel deze ook niet aan hitte bloot. Een beschadigde kabel kan tot
brand, een ongeluk of elektrische schokken leiden.
=
Plaats of verwijder de stroomadapter nooit in of uit het stopcontact terwijl uw
handen nat zijn. Dit kan tot elektrische schokken leiden.
=
Plaats de adapter nooit in een verlengkabel dat met ander apparaten gedeeld is. Dit
kan tot brandgevaar, slecht functioneren en elektrische schokken leiden.
=
Vraag bij uw CASIO-dealer om een vervangende stroomadapterkabel als deze
beschadigd is (inwendige draden zichtbaar, etc.). Het gebruik van een beschadigde
kabel kan tot brand, slecht functioneren of elektrische schokken leiden.
=
De stroomadapter wordt tijden het opladen erg warm en dient u dan niet aan te
raken. Dit is normaal en duidt niet op een gebrekkig functioneren.
=
Verwijder de stroomadapter uit het stopcontact als u deze niet gebruikt.
=
Bedek de stroomadapter nooit met een tafellaken, deken, kussen of dergelijke
andere objecten tijdens het opladen. Door de warmte tijdens het opladen kan dit tot
brandgevaar leiden.
De stopwatchfunctie gebruiken
Druk in de tijdfunctie een keer op
om de stopwatchfunctie te selecteren.
Om een stopwatchmeting inclusief GPS-meting uit te voeren, dient u de GPS-meting
(door
gedurende ongeveer een seconde ingedrukt te houden) te starten voordat u
de stopwatchfunctie selecteert.
=
Het horloge geeft een signaal en FIX veschijnt op het display, wat aangeeft dat de
GPS-meting gestart is.
=
De GPS-indicator ( ) knippert op het display terwijl de GPS-meting plaatsvindt.
Belangrijkste functies
Meting
Tijdmetingseenheid: 1/100 seconde
Tijdmetingsbereik: 23:59’59,99 (24 uur)
=
Als de maximale limiet bereikt is, wordt de verstreken tijd wordt automatisch weer
op 0 ingesteld en loopt de tijdmeting vanaf dat moment weer door.
Afstandmetingseenheid: kilometer of mijl
=
Zie “Basisinstellingen maken” voor informatie over het instellen van de
afstandmetingseenheid.
Afstandmetingsbereik: 999,99 km (621,36 mijl).
Snelheidmetingsbereik: 0,0 km/h tot en met 40,0 km/h
(0,0 mph ot en met 24,9 mph)
Meetgegevens: rondetijd, tussentijd, doeltijdverschil, doelafstandverschil, afgelegde
afstand, snelheid, ritme).
=
GPS-meting wordt gebruikt om het doeltijdverschil, doelafstandverschil, de
afgelegde afstand en snelheid en het ritme te meten.
Geheugengegevens
Aantal gegevenssets: 50 (tot en met 100 rondes per gegevensset)
=
Rondes worden oplopend van 0 tot en met 999 genummerd.
Meetgegevens: rondetijd, tussentijd, doeltijdverschil, doelafstandverschil, afgelegde
afstand, snelheid, ritme
=
GPS-meting wordt gebruikt om het doeltijdverschil, doelafstandverschil, de
afgelegde afstand, snelheid en ritme te meten.
Geheugengegevens
Stopwatchmetinggegevens worden tijdelijk in het geheugen
opgeslagen en naar het tijdelijk geheugen verplaatst wanneer u
het horloge op allemaal nullen instelt. De melding MEMORY
FULL verschijnt op het display als er al 50 gegevenssets in het
geheugen zijn opgeslagen. In dat geval dient u eerst gegevens
die u niet meer nodig heeft te verwijderen om meer gegevens op
te kunnen slaan.
=
Zie “Gegevenssets verwijderen” voor informatie over het verwijderen van gegevens
uit het geheugen.
Stopwatchtijddisplays
Gedurende het eerste uur van een stopwatchmeting worden op het display minuten,
seconden en 1/100 seconden getoond. Na een uur verandert het display naar uren,
minuten en seconden.
Voorbeeld: rondetijddisplay
Lage-batterij-
sterkte-indicator
Ongeveer
2 seconden
Rondetijd
(minuten, seconden, 1/100 seconde)
Verstreken tijd
(minuten, seconden, 1/100 seconde)
Verstreken tijd
(uren, minuten, seconden)
Eerste uur Opvolgende uren