User manual
2802-5
• Als de caloriedoel-instelling niet knippert als u B ingedrukt houdt, voer
dan de volgende bedieningen uit en vervolgens nogmaals de gehele
procedure vanaf het begin.
Ga naar de caloriemeterfunctie en verander de meting in allemaal
nullen.
Ga naar de oproepfunctie en verwijder de huidige dagelijkse
gegevensset.
3. Gebruik E (+) en A (-) om deze te wijzigen.
4. Druk op B om het instelscherm te verlaten.
ALARMEN
• Als u de alarmfunctie selecteert, verschijnen eerst de gegevens die u de
bekeek toen u de laatste keer de functie verliet.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie,
die u selecteert door op C te drukken.
Alarmtypes
Het alarmtype wordt bepaald door de volgende instellingen.
• Dagelijks alarm
Stel het uur en de minuten in voor de alarmtijd. Dit soort instelling zorgt
ervoor dat het alarm elke dag op de ingestelde tijd klinkt.
• Wekelijks alarm
Stel het uur, de minuten en de weekdag in voor de alarmtijd. Dit soort
instelling zorgt ervoor dat het alarm elke week op de ingestelde tijd
klinkt, op de ingestelde dag.
Een alarmtijd instellen
2. Nadat u een alarm geselecteerd heeft, houd B ingedrukt totdat de
uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op C om het knipperen tussen de instelling van uur, minuten en
wekdag te verplaatsen.
4. Als een instelling knippert, gebruik E (+) of A (-) om deze te veranderen.
• Om een alarm zonder een specifieke weekdag (dagelijks alarm) in te
stellen, stel --- in voor de weekdag. Druk op E of A totdat ---
verschijnt (tussen SUN en SAT) terwijl de weekdag knippert.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur weergave,
let er dan op dat u de tijd correct als ochtendtijd (A indicator) of
middag/avondtijd (P indicator) instelt.
5. Druk op B om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden.
• Om een alarm te stoppen, druk op een willekeurige knop.
• De alarm- en uursignaalbedieningen worden in alle functies uitgevoerd
behalve het tijdfunctie-instelscherm.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd E ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
• De alarm aan indicator wordt getoond als een alarm is ingeschakeld.
• De uursignaal aan indicator wordt in alle functies op het display getoond
als het uursignaal is ingeschakeld.
STOPWATCH
• Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een tussentijd op het display
bevroren is, wordt de tussentijd verwijderd en keert het horloge terug
naar de verstreken tijdmeting.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de
stopwatchfunctie, die u selecteert door op C te drukken.
Tijden meten met de stopwatch
ACHTERGRONDVERLICHTING
• De automatische lichtschakelaar moet worden ingeschakeld (getoond
door de automatische lichtschakelaar aan indicator) om geactiveerd te
kunnen worden.
• Zie “Achtergrondverlichting voorzorgsmaatregelen” voor andere
belangrijke informatie over het gebruik van de achtergrondverlichting.
De achtergrondverlichting handmatig inschakelen
In een willekeurige functie, druk op L om het display te verlichten.
• U kunt voor de verlichting als tijdsduur 1,5 of 2,5 seconde specificeren.
Zie “De tijd en datum instellen” voor meer informatie.
• Bij de bovenstaande bediening wordt de achtergrondverlichting
automatisch geactiveerd ongeacht de huidige instelling van de
automatische lichtschakelaar.
Over de automatische lichtschakelaar
Als u de automatische lichtschakelaar inschakelt, wordt de
achtergrondverlichting geactiveerd als u uw pols, in een willekeurige
functie, als hieronder beschreven positioneert. Let er op dat het horloge is
voorzien van een volautomatische, elektronische verlichting waardoor de
automatische lichtschakelaar alleen maar wordt geactiveerd als het
beschikbare licht beneden een bepaald niveau is. De achtergrondverlichting
wordt niet ingeschakeld bij helder licht.
U kunt vijf onafhankelijke alarmen instellen
met uur, minuten en dag van de week. Als
een alarm is ingeschakeld, klinkt het alarm
als de alarmtijd bereikt is. U kunt ook een
uursignaal inschakelen waarna het horloge
elk heel uur twee keer een signaal geeft.
• Het alarmnummer (1 t/m 5) geeft een
alarmscherm aan. Als het
uursignaalscherm op het display is, wordt
:00 voor de alarmtijd getoond.
1. In de alarmfunctie, gebruik E en A om door de
alarmschermen te bladeren totdat het scherm getoond
wordt waarvoor u de tijd wilt instellen.
1. In de alarmfunctie, gebruik E en A om
een alarm of het uursignaal te
selecteren.
2. Druk op D om deze in of uit te zetten.
• Als u een alarm (1 t/m 5) inschakelt,
wordt de alarm aan indicator op het
alarmfunctiescherm getoond.
De stopwatch maakt het mogelijk de verstreken
tijd, tussentijden en twee finishtijden te meten.
• Het bereik van de stopwatch is 23 uur, 59
minuten en 59,99 seconden.
• De stopwatch loopt door, opnieuw startend
vanaf 0, nadat deze zijn limiet heeft bereikt,
tenzij u de stopwatch stopt.
• De meetoperatie van de stopwatch gaat door,
zelfs als u de sto
p
watchfunctie verlaat.
De achtergrondverlichting maakt gebruik van een
elektronisch paneel waardoor het gehele display
verlicht wordt voor een gemakkelijke aflezing in
het donker. De automatische lichtschakelaar
activeert automatisch de achtergrondverlichting als
u het horloge naar uw gezicht draait.








