User manual

2787-2
De analoge tijd instellen
3. Druk op D om de analoge tijd 20 seconden vooruit te zetten.
Verstel de analoge tijd zodat deze overeenkomt met de digitale tijd.
Als u D ingedrukt houdt, wijzigt de analoge tijdinstelling versneld
vooruit.
Als u de analoge tijdinstelling een groot stuk vooruit wilt zetten, houd
dan D ingedrukt totdat de tijd versneld verplaatst en druk dan op B.
Hierdoor wordt de versnelde verplaatsing vergrendeld, zodat u beide
knoppen los kunt laten. De versnelde verplaatsing gaat door totdat u een
willekeurige knop indrukt. De verplaatsing van de wijzers stopt ook
automatisch als tijd 12 uur vooruit is gezet of een alarm (dagelijks alarm
of uursignaal) klinkt.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
De minutenwijzer zal enigszins worden aangepast om in
overeenstemming te zijn met de seconden als u het instelscherm verlaat.
Om terug te keren naar de tijdfunctie, druk op C.
WERELDTIJDFUNCTIES
Dit horloge beschikt over twee wereldtijdfuncties: wereldtijd-1 en
wereldtijd-2. Beide functies tonen de huidige tijd in 40 steden (27 tijdzones)
over de gehele wereld. Voor elk van de wereldtijdsteden kunt u zomertijd of
standaardtijd specificeren.
Voor beide wereldtijdfuncties wordt dezelfde bediening gebruikt voor
het selecteren van een plaats (stadscode) en het wisselen tussen zomertijd
en standaardtijd.
In beide wereldtijdfuncties tonen de wereldtijdwijzers het uur in de
huidig geselecteerde plaats. Zie “Wereldtijdwijzers” voor meer
informatie.
De tijd in een andere plaats bekijken
Nadat u een van beide wereldtijdfuncties geselecteerd heeft, druk op D om
naar het oosten door de stadscodes te bladeren.
De stadscode wordt gedurende ongeveer een seconde getoond en wordt
dan vervangen door de huidige tijd voor die stadscode.
Voor meer gedetailleerde informatie over stadscodes, zie de
“Stadscodetabel”.
Als de voor een stad getoonde huidige tijd niet juist is, betekent dit
waarschijnlijk dat er een probleem is met de instellingen van de tijd en
woonplaats van de tijdfunctie. Selecteer de tijdfunctie en maak de
benodigde aanpassingen.
Bij een stadscodetijd tussen standaard- en zomertijd wisselen
2. Houd A gedurende ongeveer twee seconden ingedrukt om tussen
zomertijd (DST-indicator getoond) en standaardtijd (DST-indicator niet
getoond) te wisselen.
De DST-indicator wordt op het display getoond als u een stadscode
selecteert waarbij de zomertijd is ingeschakeld.
Let erop dat de instelling van de zomertijd/standaardtijd alleen de huidig
getoonde stadscode betreft. Andere stadscodes worden niet veranderd.
ALARM
Een alarmtijd instellen
1. In de alarmfunctie, houd A ingedrukt totdat de uurcijfers van de
alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
2. Druk op C om het knipperen tussen de instelling van het uur en de
minuten te verplaatsen.
3. Als een instelling knippert, wijzig deze met D (+) en B (-).
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur weergave,
let er dan op dat u de tijd correct als ochtendtijd (A-indicator) of
middag/avondtijd (P-indicator) instelt.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Alarm bediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden,
ongeacht de functie waarin het horloge zich bevindt.
Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
Alarm- en uursignaalbedieningen worden uitgevoerd overeenkomstig de
digitale tijd van de tijdfunctie.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd D ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Het dagelijks alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
In de alarmfunctie, druk op D om door de instellingen te bladeren zoals
hieronder getoond.
De alarm-aan-indicator en uursignaal-aan-indicator worden in alle
functies op het display getoond als deze functies ingeschakeld zijn.
STOPWATCH
De stopwatchmeting loopt door zelfs als u de stopwatchfunctie verlaat.
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een tussentijd op het display
bevroren is, wordt de tussentijd verwijderd en keert u terug naar de
verstreken tijdmeting.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de
stopwatchfunctie, die u selecteert door op C te drukken.
De stopwatch maakt het mogelijk de verstreken
tijd, tussentijden en twee finishtijden te meten.
Het bereik van de stopwatch op het display is
59 minuten en 59,99 seconden.
De stopwatchmeting loopt door, opnieuw
beginnend vanaf 0 nadat de limiet bereikt is,
totdat u deze stopt.
1. In de tijdfunctie, druk vijf keer op C om de
wijzers-instelfunctie te selecteren.
2. Houd A ingedrukt totdat de huidige digitale
tijd begint te knipperen, wat aangeeft dat het
analoge instelscherm geselecteerd is.
1. Nadat u een van beide wereldtijdfuncties
geselecteerd heeft, gebruik D om de stadscode te
tonen waarvoor u de instelling van de
standaardtijd/zomertijd wilt veranderen.
Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het
alarm als de alarmtijd bereikt is. U kunt
ook een uursignaal inschakelen waarna het
horloge elk heel uur twee keer een signaal
geeft.
Alle bedieningen in deze sectie worden
uitgevoerd in de alarmfunctie, die u
selecteert door op C te drukken.