User manual

2767-2
Noot
Als u de seconden opnieuw op 00 instelt terwijl de huidige
secondetelling in het bereik van 30 tot en met 59 is, wordt de
minutentelling met 1 verhoogd. In het bereik van 00 tot en met 29
worden de seconden opnieuw op 00 ingesteld en blijft de minutentelling
ongewijzigd.
Bij de 12-uur weergave verschijnt de P (PM) indicator op het display
voor tijden in het bereik van 12 uur ’s middags tot middernacht en geen
indicator bij tijden in het bereik van middernacht tot 12 uur ’s middags.
Bij de 24-uur weergave wordt bij alle tijden geen indicator getoond.
De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in
alle functies toegepast.
Het jaar kan worden ingesteld in het bereik van 2000 tot en met 2099.
De in het horloge ingebouwde automatische kalender houdt rekening met
de variërende lengte van maanden en schrikkeljaren. Nadat u de datum
heeft ingesteld, dient er geen reden meer te zijn deze te wijzigen, behalve
nadat de batterijsterkte naar niveau 4 daalt.
Instelling van de analoge tijd
Voer onderstaande bediening uit als de door de analoge wijzers aangegeven
tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd instellen
2. Houd A ingedrukt totdat de huidige digitale tijd begint te knipperen, wat
aangeeft dat het analoge instelscherm geselecteerd is.
3. Druk op E om de analoge tijd 20 seconden vooruit te zetten.
Als u E ingedrukt houdt, wijzigt de analoge tijdinstelling versneld
vooruit.
Als u de analoge tijdinstelling een groot stuk vooruit wilt zetten, houd
dan E ingedrukt totdat de tijd versneld wijzigt en druk vervolgens op
B. Hierdoor wordt de versnelde wijzerverplaatsing vergrendeld, zodat
u beide knoppen los kunt laten. De versnelde verplaat sing gaat door
totdat u een willekeurige knop indrukt. De verplaatsing van de wijzers
stopt ook automatisch als de tijd 12 uur vooruit is gezet of een alarm
klinkt.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Om terug te keren naar de tijdfunctie, druk op D.
DIGITAAL KOMPAS
Dit horloge is uitgevoerd met een ingebouwde ijksensor die het
magnetische noorden detecteert. Het horloge gebruikt deze gegevens om
een hoekwaarde en vier wijzers die het noorden, zuiden, oosten en westen
aangeven te tonen. Richtingmetingen worden uitgevoerd in de digitale
kompasfunctie.
U kunt de ijksensor kalibreren als u vermoedt dat de weergegeven
richting niet juist is.
Selecteren en verlaten van de digitale kompasfunctie
1. In de tijd-, luchtdruk/thermometer- of hoogtemeterfunctie, druk op B om
de digitale kompasfunctie te selecteren.
Het horloge begint direct een digitale kompaslezing. Nadat de eerste
meting is verricht, maakt het horloge gedurende 20 seconden elke
seconde een nieuwe meting.
2. Druk op D om terug te keren naar de tijdfunctie.
Een richting uitlezen
Tevens verschijnen vier indicatoren op het display om het magnetische
noorden, zuiden, oosten en westen te tonen.
Nadat de eerste meting verricht is, blijft het horloge gedurende 20
seconden elke seconde een richtingaflezing maken.
Gedurende een meting geeft het horloge de hoekwaarde en vier
richtingindicatoren van de eerste meting weer, die steeds veranderen als
het horloge verplaatst wordt. Nadat de meting is afgerond, worden de
hoekwaarde en de vier richtingsindicatoren bevroren in
overeenstemming met de laatste meting.
De ? indicator knippert op het display als een meting in voortgang is.
Noot
Elke richtingmeting wordt tijdelijk onderbroken als een alarm (alarm of
uursignaal) klinkt of de achtergrondverlichting ingeschakeld wordt (door
op L te drukken). De meting continueert gedurende de resterende duur
nadat de bediening die het pauzeren veroorzaakte, gestopt is.
Zie “Digitaal kompas voorzorgsmaatregelen” voor andere belangrijke
informatie over het uitvoeren van richtingmetingen.
LUCHTDRUK/THERMOMETER
Dit horloge maakt gebruik van een druksensor om de luchtdruk te meten en
een temperatuursensor om de temperatuur te meten.
U kunt de temperatuursensor en de luchtdruksensor kalibreren als u
vermoedt dat aflezingen niet juist zijn.
Luchtdruk- en temperatuurmetingen uitvoeren
Als u in de tijdfunctie of in een van de andere meetfuncties op B drukt,
selecteert u de luchtdruk/thermometerfunctie en start het horloge
automatisch met de meting van de luchtdruk en de temperatuur.
Het kan vier tot vijf seconden duren voordat de luchtdruk meetwaarde
verschijnt nadat u de luchtdruk/temperatuurfunctie selecteert.
Luchtdruk wordt getoond in stappen van 1hPa (of 0,05 inHg).
Op het display wordt ---- hPa (of inHg) getoond als een luchtdruk
meetwaarde buiten het bereik van 260 hPa tot en met 1100 hPa (7,65
inHg tot en met 32,45 inHg) valt. De luchtdruk meetwaarde wordt weer
getoond zodra de meetwaarde binnen het toegestane meetbereik is.
De temperatuur wordt getoond in stappen van 0,1 °C (of 0,2 °F).
De getoonde temperatuurwaarde verandert naar --.- °C (of °F) als een
gemeten temperatuur buiten het bereik van 10,0 °C tot en met 60,0 °C
(14,0 °F tot en met 140,0 °F) valt. De temperatuurwaarde wordt weer
getoond zodra de meetwaarde binnen het toegestane bereik is.
Sommige landen verwijzen naar de luchtdrukeenheid hecto-pascal (hPa)
als millibar (mb). Dit maakt echter geen verschil aangezien 1 hPa = 1
mb.
Zie “Luchtdruk en thermometer voorzorgsmaatregelen” voor belangrijke
voorzorgsmaatregelen.
De luchtdrukgrafiek
De luchtdruk geeft veranderingen in de atmosfeer aan. Door deze
veranderingen te analyseren kunt u het weer met een redelijke
nauwkeurigheid voorspellen. De luchtdrukgrafiek toont de wijzigingen van
de luchtdrukaflezingen gedurende de afgelopen 18 uur. De tijdas onderaan
de grafiek loopt van links naar rechts, waarbij het meest rechtse punt van de
grafiek de meest recente aflezing is. De relatieve positie van de grafiek-
punten geeft aan of de luchtdruk toeneemt, afneemt of relatief stabiel is.
Alhoewel u voor de weergave van de luchtdruk kunt kiezen tussen hPa
of inHg, is de bij de luchtdrukgrafiek gebruikte eenheid altijd hPa. De op
de grafiek weergegeven punten zijn derhalve altijd gebaseerd op
luchtdrukveranderingen van ± 3 hPa.
1.
In de tijdfunctie, druk vier keer op D om de wijzers
instelfunctie te selecteren.
1.
Selecteer de digitale kompasfunctie.
2. Plaats het horloge op een vlak oppervlak
of (als u het horloge draagt) wees er zeker
van dat uw pols horizontaal is (evenwijdig
aan de grond).
3. Richt de 12-uurs positie van het horloge in
de richting die u wilt meten.
4. Druk op C om een digitale kompasmeting
te starten.
Nadat de richtingmeting is verricht,
verschijnt een hoekwaarde op het display.
De hoekwaarde geeft de hoek (met de klok
mee) weer tussen het magnetische noorden
(0 graden) en de richting waarin de 12-
uurs positie van het horloge wijst.
Let erop dat als u een meting
uitvoert terwijl uw horloge niet
horizontaal (evenwijdig aan de
grond) is, dit in een grote
meetfout kan resulteren.