User manual
2616-3
• Als de starttijd niet getoond wordt, gebruik de procedure bij “De timer
gebruiken” om deze te tonen.
2. Druk op C om de het knipperen op de hieronder getoonde wijze te
verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
3. Als de gewenste instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te
wijzigen.
• Om een starttijd van 100 uur in te stellen, stel 0:00 in.
• Zie “Automatische herhaling in- en uitschakelen” hieronder voor
gedetailleerde informatie over de instelling van automatische
herhaling.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
De timer gebruiken
In de timerfunctie, druk op D om de timer te starten.
• Als het einde van de aftelling bereikt wordt en automatische herhaling
ingeschakeld is, klinkt het alarm gedurende 10 seconden, of totdat u deze
stopt door op een willekeurige knop te drukken. De timertijd wordt
automatisch opnieuw op de startwaarde ingesteld nadat het alarm stopt.
• Terwijl een aftelling in voortgang is, druk op D om deze te pauzeren.
Druk nogmaals op D om de aftelling te hervatten.
• Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op D
te drukken) en druk vervolgens op A. Hierdoor keert de timertijd terug
naar de startwaarde.
Automatische herhaling in- en uitschakelen
2. Druk twee keer op C om het knipperen naar de instelling van
automatische herhaling te verplaatsen.
3. Druk op D om automatische herhaling in (
getoond) of uit ( niet
getoond) te schakelen.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• Als automatische herhaling is ingeschakeld, klinkt het alarm en begint de
aftelling opnieuw als de timer 0 bereikt. U kunt de aftelling stoppen door
op D te drukken en deze handmatig opnieuw op de starttijd instellen door
op A te drukken.
• Bij automatische herhaling wordt de aftelling maximaal zeven keer
uitgevoerd.
ALARMEN
• Er zijn vijf alarmschermen genummerd 1 tot en met 5. Het
uursignaalscherm wordt aangegeven door :00.
• Als u de alarmfunctie selecteert, verschijnt eerst het scherm dat u bekeek
toen u de functie de laatste keer verliet.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie,
die u selecteert door op C te drukken.
Een alarmtijd instellen
• U kunt alarm 1 als wekalarm of eenmalig alarm instellen. Alarm 2 tot
en met 5 kunnen uitsluitend als eenmalig alarm gebruikt worden.
• Het wekalarm herhaalt zich elke vijf minuten.
2. Nadat u een alarm geselecteerd heeft, houd A ingedrukt totdat de
uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op C om het knipperen tussen de instelling van het uur en de
minuten te verplaatsen.
4. Als een instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te
veranderen.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur weergave, let
er dan op dat u de tijd correct als ochtendtijd (A indicator) of
middag/avondtijd (P indicator) instelt.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden. In
het geval van een wekalarm wordt de alarmoperatie elke vijf minuten, in
totaal zeven keer, uitgevoerd, totdat u het alarm uitschakelt of deze
verandert naar een eenmalig alarm.
Noot
• Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
• Door een van de volgende bedieningen uit te voeren gedurende een 5-
minuten interval tussen wekalarmen stopt de huidige wekalarmoperatie.
Het tijdfunctie-instelscherm tonen.
Het alarm-1- instelscherm tonen.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd D ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Alarm 2 tot en met 5 in- en uitschakelen
• De eenmalig-alarm-aan-indicator wordt in alle functies getoond.
• Als een willekeurig alarm is ingeschakeld, wordt de alarm-aan-indicator
in alle functies op het display getoond.
De werking van alarm 1 selecteren
1. In de alarmfunctie, gebruik D om alarm 1 te selecteren.
2. Druk op A om door de beschikbare instellingen op de hieronder
getoonde wijze te bladeren.
• De van toepassing zijnde alarm-aan-indicator (
of ) wordt in alle
functies getoond als een alarm is ingeschakeld.
• De wekalarm-aan-indicator (
) knippert gedurende de 5-minuten-
intervallen tussen de alarmen.
• Als u het alarm-1-instelscherm toont terwijl het wekalarm is
ingeschakeld, wordt het wekalarm automatisch uitgeschakeld (waardoor
alarm 1 een eenmalig alarm wordt).
Het uursignaal in- en uitschakelen
• De uursignaal-aan-indicator wordt in alle functies getoond.
1. Terwijl in de timerfunctie de timer-starttijd op het
display getoond wordt, houd A ingedrukt totdat de
uurinstelling van de timer-starttijd begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
U kunt vijf onafhankelijke dagelijkse alarmen
instellen. Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het
alarm als de alarmtijd bereikt is. Een van de
alarmen kan worden ingesteld als een wekalarm of
een eenmalig alarm terwijl de andere vier
eenmalige alarmen zijn. U kunt ook een uursignaal
inschakelen waarna het horloge elk heel uur twee
keer een signaal geeft.
1. In de alarmfunctie, gebruik D om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm
waarvan u de tijd wilt instellen getoond wordt.
1. In de alarmfunctie, gebruik D om een eenmalig
alarm (alarmnummer 2 tot en met 5) te
selecteren.
2. Druk op A om het alarm in of uit te schakelen.
• Door een eenmalig alarm (2 tot en met 5) in
te schakelen, wordt de eenmalig-alarm-aan-
indicator (
) op het scherm getoond.
1. In de alarmfunctie, gebruik D om het uursignaal
te selecteren.
2. Druk op A om deze in of uit te schakelen.
• Als u het uursignaal inschakelt, wordt de
uursignaal-aan-indicator (
) op het scherm
getoond.






