User manual
2496-4
• 1-Maand alarm
Stel de maand, uur en de minuten in voor de alarmtijd. Dit soort instelling
zorgt ervoor dat het alarm elke dag op de ingestelde tijd klinkt, alleen in de
ingestelde maand.
• Maandelijks alarm
Stel de dag, uur en minuten in voor de alarmtijd. Dit soort instelling zorgt
ervoor dat het alarm elke maand op de ingestelde tijd klinkt, op de
ingestelde dag.
• Wekelijks alarm
Stel de dag van de week, uur en minuten in voor de alarmtijd. Dit soort
instelling zorgt ervoor dat het alarm elke week op de ingestelde tijd klinkt,
op de ingestelde dag van de week.
Noot
• Aanvullend op de hierboven beschreven alarmtypes kunt u ook alarmen
met de volgende twee configuraties instellen.
Uur, minuten, maand, dag van de week
Dit type alarm klinkt op de ingestelde tijd op de ingestelde dag van de
week gedurende een specifieke maand
Uur, minuten, dag, dag van de week
Dit type alarm klinkt telkens op de ingestelde tijd als de ingestelde dag
gelijk is aan de ingestelde dag van de week.
• Alarmen klinken in overeenstemming met de tijd (en jaar, maand, dag,
dag van de week) die door het horloge wordt bijgehouden. Derhalve
klinkt het alarm niet als uw instellingen een conditie specificeren die niet
bestaat. Bijvoorbeeld: 30 juni 2002 valt op een zondag. Als u een alarm
voor dinsdag 30 juni instelt, zal deze niet klinken in 2002.
Een alarmtijd instellen
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op C om het knipperen op de hieronder getoonde wijze te
verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
4. Als een instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te wijzigen.
• Om een alarm in te stellen zonder een maand en/of dag, stel dan - - in
voor elke instelling.
• Om een alarm in te stellen zonder een dag van de week, stel --- in
voor de instelling.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van het 12-uur formaat,
let er dan op dat u de tijd correct als a.m. (A indicator) of p.m. (P
indicator) instelt.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Alarm bediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende 20 seconden of totdat u
deze stopt door op een willekeurige knop te drukken.
• Een alarm klinkt niet als de ingestelde tijd bereikt wordt terwijl een
infrarood gegevenscommunicatie bediening in voortgang is.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, hou D ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Het alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, druk op D om een alarm of het uursignaal te
selecteren.
2. Als het gewenste alarm of het uursignaal geselecteerd is, druk op B om
deze in of uit te schakelen.
Indicatie dat het alarm is ingeschakeld.
Indicatie dat het uursignaal is ingeschakeld.
Noot
• De alarm aan ( getoond) en uit ( niet getoond) status van een
alarm wordt aangegeven door het corresponderende alarmscherm (1 tot
en met 5). De uursignaal aan ( getoond) en uit ( niet getoond) status
wordt aangegeven op de alarmschermen.
• Als het uursignaal en een alarm allebei zijn ingeschakeld, verschijnen de
indicatoren als .
• De alarm aan indicator en de uursignaal aan indicator worden in alle
functies op het display getoond als deze functies zijn ingeschakeld.
• Als een willekeurig alarm is ingeschakeld, wordt de alarm aan indicator
in alle functies op het display getoond.
GEBRUIKERSINFORMATIE
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de
gebruikersinformatiefunctie die u selecteert door op C te drukken.
• Zie “Datacommunicatie” voor informatie over het uitwisselen van
gebruikersinformatie.
Gebruikersinformatie invoeren
1. In de gebruikersinformatiefunctie, hou A ingedrukt totdat de knipperende
cursor (¦) in het tekstgedeelte van het display verschijnt. Dit is het
invoerscherm.
2. Voer uw gebruikersinformatie in door de procedure uit te voeren vanaf
stap 3 bij “Een nieuwe databank gegevensset invoeren”.
• Als u op een willekeurig moment gedurende de invoer van
gebruikersinformatie op A drukt, wordt het invoerscherm verlaten en de
huidige gebruikersinformatie getoond.
Gebruikersinformatie oproepen
Als u in de gebruikersinformatiefunctie op D drukt, wisselt u tussen het
naam/telefoonnummer scherm en het e-mail adres/geboortedatum scherm.
Let erop dat het e-mail adres/geboortedatum scherm niet verschijnt tenzij
deze tenminste een e-mail adres of een geboortedatum bevat.
Gebruikersinformatie wijzigen
1. In de gebruikersinformatiefunctie, hou A ingedrukt totdat de knipperende
cursor op het display verschijnt.
2. Gebruik C om de cursor te verplaatsen naar het karakter of cijfer dat u
wilt wijzigen.
3. Gebruik D (+) en B (-) om het karakter te wijzigen.
4. Nadat u de gewenste wijzigingen heeft aangebracht, druk op A om de
gegevensset op te slaan.
Gebruikersinformatie verwijderen
1. In de gebruikersinformatiefunctie, hou A ingedrukt totdat de knipperende
cursor op het display verschijnt.
2. Druk tegelijkertijd op D en B om de informatie te verwijderen.
• De boodschap CLEAR verschijnt om aan te geven dat de informatie
verwijderd wordt. Daarna verschijnt de cursor op het display, klaar
voor invoer.
3. Voer informatie in of druk op A om het invoerscherm te verlaten.
DATACOMMUNICATIE
1.
In de alarmfunctie, gebruik D om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm
waarvan u de tijd wilt instellen getoond wordt.
2.
Nadat u een alarm geselecteerd heeft, hou A
ingedrukt totdat de uurcijfers van het alarm
beginnen te knipperen, wat laat zien dat het
instelscherm geselecteerd is.
Gebruikersinformatie identificeert het
horloge als dat van u. Het verschaft ook een
gegevensset met uw naam, telefoonnummers,
e-mail adres en uw geboortedatum als zulke
informatie gewenst is.
Deze sectie beschrijft hoe u infrarood
gegevenscommunicatie kunt uitvoeren en gegevens
van de databank-, mail- en
gebruikersinformatiefunctie kunt uitwisselen met
een ander module 2496 horloge.








