User manual
Module nr. 2419 2419-1
OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING
• Druk ? om van functie te veranderen.
• In een willekeurige functie, druk op L om het display te verlichten.
Als u dit ziet: Dient u dit te doen:
Druk ? Druk recht op de controleknop
Beweeg ? Plaats uw vinger op de controleknop en beweeg omhoog
Beweeg ? Plaats uw vinger op de controleknop en beweeg omlaag
Beweeg ? Plaats uw vinger op de controleknop en beweeg naar links
Beweeg ? Plaats uw vinger op de controleknop en beweeg naar rechts
• In alle functies wordt op het bovenste gedeelte van het display van het
horloge altijd de tijdfunctie tijd getoond.
TIJDFUNCTIE
Gebruik de tijdfunctie om de huidige tijd en datum in te stellen.
De tijd en datum instellen
3. Als de gewenste instelling knippert, gebruik dan ? en ? om deze als
hieronder beschreven te veranderen.
Om deze instelling te veranderen Voer dan deze knopbediening uit
Seconden Beweeg ? om op 00 in te stellen
12/24-uur formaat Beweeg ? om tussen de 12-uur en
24-uur weergave te kiezen
Uur, minuten, jaar, maand, dag Gebruik ? (+) en ? (-) om de
instelling te veranderen.
• Door ? te bewegen terwijl de secondetelling in het bereik 30 tot en met
59 is worden de seconden op 00 ingesteld en de minutentelling met 1
verhoogd. In het bereik 00 tot en met 29 blijft de minutentelling
ongewijzigd.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• De dag van de week wordt automatisch getoond overeenkomstig
instelling van de datum (jaar, maand en dag).
• Het jaar kan worden ingesteld in het bereik 2000 tot en met 2039.
• De in het horloge ingebouwde kalender houdt automatisch rekening met
de verschillende maandlengtes en schrikkeljaren. Nadat u de datum heeft
ingesteld, dient er geen reden meer te zijn deze te wijzigen, tenzij u de
batterij heeft laten vervangen.
Tussen 12-uur en 24-uur weergave kiezen
In de tijdfunctie, druk op B om tussen 24-uur weergave (aangegeven door
24 op het display) en 12-uur weergave te kiezen.
• Bij de 12-uur weergave verschijnt de P (PM) indicator links van de
uurcijfers bij tijden in het bereik 12 uur ’s middags tot middernacht en
verschijnt er geen indicator links van de uurcijfers bij tijden in het bereik
van middernacht tot 12 uur ’s middags.
• Bij de 24-uur weergave wordt bij alle tijden de 24 indicator getoond.
• De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in
alle functies toegepast.
e-GEGEVENS GEHEUGEN
• U kunt bij een e-GEGEVENS GEHEUGEN gegevensset cijfers en letters
invoeren.
• U kunt tot en met acht karakters bij elke gegevensset naam en ID-code
invoeren.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de e-GEGEVENS
GEHEUGEN functie, die u selecteert door op ? te drukken.
Een nieuwe e-GEGEVENS GEHEUGEN gegevensset invoeren
2. Hou A ingedrukt totdat de knipperende cursor (-) op het display
verschijnt, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
3. Gebruik ? en ? om het karakter op de positie van de cursor te
veranderen. Het karakter verandert op de hieronder getoonde wijze.
•
Knopbedieningen worden getoond door de in de
illustratie afgebeelde letters.
• Het volgende overzicht toont hoe bedieningen
van de controleknop in deze gebruiksaanwijzing
beschreven zijn.
1.
In de tijdfunctie, hou A ingedrukt totdat de
instelling van de seconden begint te
knipperen, wat laat zien dat het instelscherm
geselecteerd is.
2. Druk ? om het knipperen op de hieronder
getoonde wijze te veranderen om andere
instellingen te selecteren.
e
-
GEGEVENS GEHEUGEN maakt het
mogelijk dat u inlogcodes en ID-codes om een
bankrekening en andere rekeningen te selecteren
(vanaf een mobiele telefoon, etc.) kunt opslaan.
U kunt tot en met 10 gegevenssets opslaan, elk
met een eigen naam. Elke gegevensset bevat zes
velden, genaamd “ID-codes”, waarbij elk veld
apart geselecteerd kan worden. U kunt de
toegang tot de inhoud van e-GEGEVENS
GEHEUGEN ook beperken door middel van
een paswoord.
1.
In de e
-
GEGEVENS GEHEUGEN functie,
gebruik ? en ? om door de namen van de
gegevens te bladeren totdat een veld zonder
gegevens op het display getoond wordt.
• Standaard gegevensnamen zijn DATA 1 tot
en met DATA 10. U kunt deze
gegevensnamen ongewijzigd laten of
desgewenst andere namen invoeren. Het is
aan te raden namen te gebruiken die het soort
opgeslagen gegevens beschrijven.





