User manual

2397-3
De stadscode van uw woonplaats veranderen
Voorbeeld: als u van plan bent van Tokyo (uw woonplaats) naar Londen te
reizen.
1. In de wereldtijdfunctie, toon de stadscode van de stad die u uw
woonplaats wilt maken (LON in dit voorbeeld).
2. Hou C gedurende ongeveer een seconde ingedrukt, totdat de stadscode
begint te veranderen op het display. Let er op dat het een paar seconden
duurt voordat het veranderen van de stadscode (van LON naar TYO) is
afgerond door het horloge.
• Als u de instelling van de woonplaats verandert, wijzigen de analoge
wijzers van het horloge automatisch in overeenstemming met de tijd van
de stadscode die u in stap 1 geselecteerd heeft (Londen).
• Elke keer dat u C gedurende ongeveer een seconde ingedrukt houdt,
verandert de getoonde wereldtijd stadscode van TYO (wat inhoudt dat
LON de woonplaats is) naar LON (wat inhoudt dat TYO de woonplaats
is) en vice versa.
• Let er op dat u het woonplaats tijdsverschil niet kunt tonen (door op A te
drukken) als de analoge wijzers verplaatsen.
DATABANKFUNCTIE
• In het horloge zijn standaard de namen OFFICE (kantoor), HOME
(privé) en FAMILY (familie) geprogrammeerd in de databankfunctie. U
kunt deze namen gebruiken of desgewenst veranderen of verwijderen.
• Alle operaties in deze sectie worden uitgevoerd in de databankfunctie,
die u selecteert door op D te drukken.
Nieuwe databankgegevens maken
• Als de boodschap “FULL” op het display verschijnt, betekent dit dat het
geheugen vol is. Om een andere gegevensset op te slaan, dient u eerst
een andere informatieset die in het geheugen is opgeslagen te
verwijderen.
2. Hou A ingedrukt totdat de knipperende cursor (-) in het naamgedeelte
van het display verschijnt, wat inhoudt dat het instelscherm geselecteerd
is.
3. Gebruik E en B om het karakter op de positie van de cursor te
veranderen. Het karakter verandert op de volgende wijze.
4. Als het gewenste karakter op de positie van de cursor wordt getoond,
druk op D om de cursor naar rechts te verplaatsen.
5. Herhaal stap 3 en 4 totdat de naam compleet is.
• U kunt tot en met acht karakters voor de naam invoeren.
6. Nadat u de naam heeft ingevoerd, druk op D zo vaak als nodig is om de
cursor naar het nummergedeelte te verplaatsen.
• Als de cursor zich op de achtste positie van het naamgedeelte bevindt,
verspringt deze naar de eerste cijfer van het nummer als u de cursor
naar rechts verplaatst. Als de cursor zich op het 12
e
cijfer van het
nummer bevindt, verspringt deze naar de eerste karakter van de naam
als u de cursor naar rechts verplaatst (door op D te drukken).
7. Gebruik E en B om het karakter (verbindingsstreepje, nummer, spatie of
plus) op de positie van de cursor in het nummergedeelte te veranderen.
Het karakter wijzigt op de volgende wijze.
8. Als het gewenste karakter zich op de cursor positie bevindt, druk op D
om de cursor naar rechts te verplaatsen.
9. Herhaal stap 7 en 8 totdat de invoer van het nummer is afgerond.
• U kunt tot 12 cijfers voor het nummer invoeren.
10.Druk op A om de gegevens op te slaan en terug te keren naar het
databank gegevensscherm (zonder de cursor).
• Als u op A drukt om gegevens op te slaan, verschijnt de boodschap
“SORT” gedurende enige tijd op het scherm, wat inhoudt dat de
gegevens worden gesorteerd. Nadat de sorteeroperatie is uitgevoerd,
verschijnt het databank gegevensscherm.
• Als de naam of het telefoonnummer meer dan drie karakters bevat,
bladert deze van rechts naar links op het display. Het eind van de
naamsgegevens wordt getoond door het symbool <.
• Als u op C drukt wordt het van rechts naar links bladeren van de naam of
het telefoonnummer tijdelijk stilgezet. Druk weer op C om het bladeren
te continueren.
Databankgegevens oproepen
In de databankfunctie, druk op E (+) om door de databankgegevens op het
display te bladeren.
Databankgegeven wijzigen
1. In de databankfunctie, blader door de gegevens en selecteer de gewenste
gegevenssets die u wilt wijzigen.
2. Hou A ingedrukt totdat de knipperende cursor op het scherm verschijnt.
3. Gebruik D om de knipperende cursor naar het gewenste karakter te
verplaatsen.
4. Gebruik E en B om het karakter te veranderen.
• Voor details over karakters invoeren, zie “Nieuwe databankgegevens
maken” (stap 3 voor de naamsinvoer en stap 7 voor de nummerinvoer)
5. Nadat u de gewenste veranderingen heeft aangebracht, druk op A om ze
op te slaan en terug te keren naar het databank gegevensscherm.
Databankgegevens verwijderen
1. In de databankfunctie, blader door de gegevens en selecteer de gewenste
gegevenssets die u wilt wijzigen.
2. Hou A ingedrukt totdat de knipperende cursor op het scherm verschijnt.
3. Druk tegelijkertijd op B en E om de gegevens te verwijderen.
• De boodschap “CLEAR” verschijnt op het display wat inhoudt dat de
gegevens verwijderd zijn. Nadat de gegevens verwijderd zijn,
verschijnt de cursor op het display, klaar voor invoer.
4. Voer gegevens in of druk op A om terug te keren naar het databank
gegevensscherm.
ALARMFUNCTIE
De databankfunctie maakt het mogelijk tot en
met 20 gegevenssets op te slaan in het
geheugen, bestaande uit naam- en
telefoonnummergegevens. De gegevens worden
automatisch gesorteerd op basis van de naam. U
kunt gegevens oproepen door er op het display
door te bladeren.
• Zie “KARAKTERLIJST” voor
details over hoe het horloge de
gegevens sorteert.
1.
In de databankfunctie, druk op E totdat het
nieuwe gegevenscherm verschijnt.
• Het nieuwe gegevensscherm is het lege
scherm (zonder naam en telefoonnummer).
U kunt 5 onafhanke
lijke dagelijkse alarmtijden
instellen. Als een alarm is ingeschakeld, klinkt
de alarmtoon als de alarmtijd bereikt is door de
digitale tijd van de tijdfunctie. U kunt ook een
uursignaal inschakelen waardoor het horloge elk
heel uur twee keer klinkt.
• Alarminstellingen (en uursignaal
instellingen) kunnen gemaakt worden in de
alarmfunctie die u kunt selecteren door op D
te drukken.