User manual

2307/2335-4
Tijdens het bergbeklimmen kunt u bij een markering de hoogte als
referentiehoogte instellen, waardoor u uw hoogte weet tijdens het
klimmen.
De volgende omstandigheden maken accurate metingen onmogelijk:
Als de luchtdruk verandert door veranderingen in het weer
Extreme temperatuurveranderingen
Als het horloge wordt blootgesteld aan een grote klap
Over hoogtemetingen
De eerste twee minuten nadat u de hoogtemeterfunctie selecteert, voert het
horloge elke vijf seconden hoogtemetingen uit. Gedurende deze twee
minuten knippert de hoogtemeterfunctie indicator 1 op het display. Na de
eerste twee minuten stopt het knipperen van de hoogtemeterfunctie indicator
en voert het horloge automatisch elke twee minuten (bij even genummerde
minuten) uit. De displayeenheid voor hoogtemetingen is 5 m (20 feet), en
het meetbereik 0 tot 6.000 m (0 tot 19.680 feet).
De gemeten hoogte kan een negatieve waarde zijn in gevallen waar er
een referentiehoogte waarde is ingesteld of vanwege bepaalde
luchtdrukomstandigheden.
De meeteenheid selecteren
1. Gebruik C om de hoogtefunctie te selecteren.
2. Hou A ingedrukt totdat “OFF” of de huidige referentiehoogte waarde
begint te knipperen op het display.
3. Druk op C om naar het meeteenheid selectiescherm te gaan.
4. Elke keer dat u op D of B druk verandert de hoogte meeteenheid op de
hieronder getoonde wijze.
5. Nadat u de gewenste meeteenheid geselecteerd heeft, druk op A om terug
te keren naar het hoogetemeter scherm.
Hou er rekening mee dat alle in meetgegevens in het geheugen worden
verwijderd als u de meeteenheid van de luchtdruk, hoogte of temperatuur
wijzigt.
Een referentiehoogte instellen
Nadat u een hoogtereferentie instelt, berekent het horloge automatisch het
verschil tussen de huidige hoogte en de ingestelde waarde. De
hoogtemetingen die door het horloge worden uitgevoerd, kunnen onjuist
zijn door verschil in luchtdruk. Derhalve adviseren wij dat u de
hoogtereferentie instelt gedurende uw beklimming wanneer dit mogelijk is.
1. Gebruik C om de hoogtemeterfunctie te selecteren.
2. Hou A ingedrukt totdat “OFF” of de huidige referentiehoogte waarde op
het display knippert.
De “OFF”-indicator verschijnt als de fabrieksinstelling als de
referentiehoogte waarde is ingesteld.
3. Druk op D om de huidige referentiehoogte met 5 m te verhogen of op B
om deze te verlagen. Als u een van beide knoppen ingedrukt houdt,
verandert de waarde met hoge snelheid.
Als u voet als meeteenheid heeft geselecteerd, verandert de uitlezing met
stappen van 20 voet.
U kunt de referentiehoogte binnen het bereik 6.000 m tot 6.000 m
instellen (-19.680 voet tot 19.680 voet).
Als u tegelijkertijd op B en D drukt, gaat u terug naar de “OFF”
instelling.
4. Nadat u de gewenste referentiehoogte heeft ingesteld, druk op A om
terug te keren naar de hoogtemeterfunctie.
THERMOMETER FUNCTIE
Een ingebouwde temperatuur sensor meet de temperatuur en toont de
waarde op het display. De thermometer kan gekalibreerd worden om fouten
te corrigeren.
Belangrijk!
Temperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur
(terwijl u het horloge draagt), direct zonlicht en vocht. Om een meer
nauwkeurige temperatuurmeting te verkrijgen, verwijdert u dan het horloge
van uw pols, plaats het in een goed geventileerde ruimte verwijderd van
direct zonlicht en veeg al het vocht van de behuizing. Het duurt ongeveer 20
tot 30 minuten voordat de behuizing van het horloge de actuele
omgevingstemperatuur bereikt heeft.
Over temperatuurmetingen
Nadat u de thermometerfunctie selecteert, worden gedurende de eerste 2
minuten automatisch elke 5 seconden temperatuurmetingen uitgevoerd.
Gedurende deze 2 minuten knippert de thermometerfunctie indicator 1 op
het display. Na deze eerste 2 minuten stopt het knipperen van de
thermometerfunctie indicator 1 en voert het horloge automatisch elke 5
minuten metingen uit.
Het temperatuurscherm begrijpen
Het display toont “--.-ºC” (of ºF) als een gemeten waarde buiten het bereik
10.0 ºC tot 60.0 ºC (14.0 ºF tot 140.0 ºF) valt. Het normale display zal
terugkeren zodra de temperatuur binnen het toegestane bereik terugkeert.
De meeteenheid selecteren
1. Gebruik C om de thermometerfunctie te selecteren.
2. Hou A ingedrukt totdat “OFF” of de huidige temperatuur
kalibratiewaarde begint te knipperen op het display.
3. Druk op C om naar het meeteenheid selectiescherm te gaan.
4. Elke keer dat u op D of B druk verandert de temperatuur meeteenheid op
de hieronder getoonde wijze.
5. Nadat u de gewenste meeteenheid geselecteerd heeft, druk op A om terug
te keren naar het temperatuurfunctie scherm.
Hou er rekening mee dat alle in meetgegevens in het geheugen worden
verwijderd als u de meeteenheid van de luchtdruk, hoogte of temperatuur
wijzigt.
De temperatuurmeting kalibreren
De sensor van dit horloge wordt in de fabriek voor verzending gekalibreerd
en verdere instellingen zijn normaal gesproken niet nodig. Als bij de
temperatuur meetfouten worden geconstateerd, kunt u het horloge instellen
om de fout te herstellen.
Belangrijk!
Het onjuist kalibreren van de temperatuurmeting van dit horloge kan
resulteren in onjuiste metingen. Lees eerst het volgende nauwkeurig voordat
u enige handeling verricht.
Vergelijk de door het horloge uitgevoerde metingen met die van een
andere, betrouwbare, nauwkeurige thermometer.