User manual

1998/2198-8
De barometerdruk calibreren
De “OFF” indicator verschijnt als de fabrieksinstelling gebruikt wordt voor
de calibratie.
4. Elke keer als u op D drukt, wordt de getoonde barometerdruk met 1 hPa/mb
verhoogd en verlaagt als u op B drukt. Als u een van beide knoppen
ingedrukt houdt, wijzigt de waarde met hoge snelheid.
Als u inHg als meeteenheid geselecteerd heeft, wordt bij bovenvermelde
operaties de uitlezing met 0.05 inHg gewijzigd.
Als u B en D tegelijkertijd indrukt, keert u terug naar het “OFF” display.
5. Nadat u de barometerdruk gecalibreerd heeft, druk op A om terug te keren
naar het barometerdruk/temperatuurscherm.
Als u gedurende enkele minuten geen knop indrukt terwijl de barometerdruk
cijfers knipperen, stopt het knipperen en keert het horloge terug naar het
barometerdruk/temperatuurscherm.
THERMOMETER FUNCTIES
Een ingebouwde temperatuur sensor meet de temperatuur en toont de waarde
op het display. De thermometer kan gecalibreerd worden.
Belangrijk!
Temperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur (terwijl
u het horloge draagt), direct zonlicht en vocht. Om een meer nauwkeurige
temperatuurmeting te verkrijgen, verwijdert u dan het horloge van uw pols,
plaats het in een goed geventileerde ruimte verwijderd van direct zonlicht en
veeg al het vocht van de behuizing. Het duurt ongeveer 20 tot 30 minuten
voordat de behuizing van het horloge de actuele omgevingstemperatuur bereikt
heeft.
Over temperatuurmetingen
Temperatuurmetingen worden automatisch elke 5 minuten uitgevoerd,
ongeacht in welke functie het horloge is. Gemeten temperatuur waarden
kunnen bekeken worden in de tijd- of hoogtemeterfuncties.
Temperatuurmetingen worden elke 5 seconden uitgevoerd gedurende de eerste
3 minuten nadat u het barometerdruk/temperatuurscherm van de tijdfunctie
kiest, of nadat u de hoogtemeterfunctie start. Daarna worden
temperatuurmetingen elke 5 minuten uitgevoerd.
Temperatuurmeting gegevens kunnen opgeroepen worden tezamen met
hoogtemetingsgegevens.
Het temperatuurscherm begrijpen
1. Gebruik C om de tijdfunctie te starten.
2. Druk op D om het barometerdruk/temperatuurscherm te kiezen.
Zie “Automatische ophef barometerdruk/temperatuurscherm”.
Het display toont “---ºC’ (of ºF) als een gemeten waarde buiten het bereik
10.0 ºC tot 60.0 ºC (14.0 ºF tot 140.0 ºF) valt. Het normale display zal
terugkeren zodra de temperatuur binnen het toegestane bereik terugkeert.
Voor details over het bekijken van de temperatuur in de hoogtemeterfunctie,
zie “De hoogtemeter display begrijpen”.
De temperatuurmeting calibreren
De sensor van dit horloge wordt in de fabriek voor verzending gecalibreerd en
verdere instellingen zijn normaal gesproken niet nodig. Als bij de
barometerdruk uitlezingsfouten worden geconstateerd, kunt u het horloge
instellen om de fout te herstellen.
Belangrijk!
Het onjuist calibreren van de temperatuurmeting van dit horloge kan resulteren
in onjuiste metingen. Lees eerst het volgende nauwkeurig voordat u enige
handeling verricht.
Vergelijk de door het horloge uitgevoerde metingen met die van een andere,
betrouwbare, nauwkeurige thermometer.
Als aanpassing nodig is, verwijder dan het horloge van uw pols and wacht
20 tot 30 minuten om de temperatuur van het horloge tijd te geven te
stabiliseren.
De temperatuur calibreren
Elke keer dat u de temperatuur calibreert, verschijnt de boodschap “TEMP
ADJ” op het display. Deze boodschap blijft op het display in elke functie
waarin de temperatuur getoond wordt.
Als u Fahrenheit als meeteenheid geselecteerd heeft, worden de uitlezingen
met 0.2 ºF gewijzigd.
Als u tegelijkertijd op B en D drukt, keert u terug naar het “OFF” scherm.
4. Na calibratie van de temperatuur, druk op A om terug te keren naar het
barometerdruk/temperatuurscherm.
Als u gedurende enkele minuten geen knop indrukt terwijl de
temperatuurcijfers knipperen, stopt het knipperen en keert het horloge terug
naar het barometerdruk/temperatuurscherm.
WAARSCHUWINGSINDICATOREN
Waarschuwingsindicatoren verschijnen telkens als een van de hieronder
beschreven condities optreedt. Als een waarschuwingsindicator verschijnt,
wordt elke meetoperatie die uitgevoerd wordt, gestopt.
Waarschuwingsindicatoren verschijnen bovenaan het display en als gevolg
hiervan worden alle directionele, hoogte, barometer en temperatuur waarden
vervangen door “ ---“.
Abnormaal magnetisch veld indicator
Zie ook “Voorzorgsmaatregelen digitaal kompas” voor verdere informatie over
condities die fouten veroorzaken.
Bijna lege batterij indicator
1.
Kies de barometerdruk en temperatuur in de
tijdfunctie.
2. Hou A ingedrukt totdat het display geschoond
wordt. “OFF” of de temperatuur waarde dient
op het display te knipperen.
3. Druk op C om de barometerdruk
calibratiedisplay te tonen. Op dit moment dient
“OFF” of de barometerdruk te knipperen op het
display.
1.
Toon de barometerdruk/temperatuur in de
tijdfunctie.
2. Hou A ingedrukt totdat het display
geschoond is. “OFF” of de temperatuur
waarde dient op het display te knipperen.
De “OFF” indicator als de fabrieksinstelling
voor de calibratie gebruikt wordt.
3. Elke keer als u op D drukt, wordt de
getoonde temperatuur met 0.1 ºC verhoogt en
verlaagt als u op B drukt. Als u een van beide
knoppen ingedrukt houdt, verandert de
waarde met hoge snelheid.
Deze indicator verschijnt als het digitale kompas
een probleem heeft om een correcte meting te
verkrijgen. Deze conditie kan aangegeven dat het
horloge zich binnen een sterk magnetisch veld
bevindt, en dat u derhalve dient te proberen naar
Deze boodschap geeft aan dat de batterij te leeg is
om een meting uit te voeren. Het verschijnt als de
batterijkracht beneden een bepaalde waarde komt,
of als u het horloge probeert te gebruiken onder
zeer koude omstandigheden (beneden ongeveer
10.0 ºC/14.0 ºF).