User manual
1998/2198-6
• Automatische geheugenmeting wordt automatisch gestopt als er 49
gegevenssets in het geheugen zijn opgeslagen. De vijftigste set
meetgegevens als u de meetoperatie stopt bij stap 2 hieronder, wordt ook in
het geheugen opgeslagen.
2. Om metingen te stoppen, hou D weer ingedrukt totdat het horloge een kort
signaal geeft.
• Een laatste meting wordt uitgevoerd als u de geheugenmeting uitschakelt, en
deze gegevens worden ook in het geheugen opgeslagen. Deze gegevens
worden aangegeven door “FIN” gedurende de oproepoperatie.
Een referentiehoogte instellen
Nadat u een hoogtereferentie instelt, berekent het horloge automatisch het
verschil tussen de huidige hoogte en de ingestelde waarde. De hoogtemetingen
die door het horloge worden uitgevoerd, kunnen onjuist zijn door verschil in
luchtdruk. Derhalve adviseren wij dat u de hoogtereferentie instelt gedurende
uw beklimming wanneer dit mogelijk is.
• De “OFF”-indicator verschijnt als de fabrieksinstelling voor de calibratie
gebruikt wordt.
2. Druk op D om de huidige referentiehoogte met 5 m te verhogen of op B om
deze te verlagen. Als u een van beide knoppen ingedrukt houdt, verandert de
waarde met hoge snelheid.
• Als u feet als meeteenheid heeft geselecteerd, verandert de uitlezing met
stappen van 20 feet.
• U kunt de referentiehoogte binnen het bereik –6.000 m tot 6.000 m instellen
(-19.680 feet tot 19.680 feet).
• Als u tegelijkertijd op B en D drukt, verschijnt de “OFF” boodschap.
3. Nadat u de gewenste referentiehoogte heeft ingesteld, druk op A om terug te
keren naar de hoogtemeterfunctie.
Over het hoogtealarm
Het hoogtealarm klinkt gedurende ongeveer vijf seconden als de huidige
hoogte gelijk is aan een ingestelde waarde. U kunt elke willekeurige knop
indrukken om het alarm te stoppen als het afgaat.
Voorbeeld
Als u het hoogtealarm op 130 meter instelt, klinkt er een signaal als u deze
hoogte op uw weg naar boven en terug passeert.
Het hoogtealarm instellen
1. In de hoogtemeterfunctie, hou A ingedrukt totdat het display geschoond
wordt. Na 4 tot 5 seconden, gaat “OFF” of de huidige referentiehoogte
waarde (indien ingesteld) knipperen. De gegevens gaan knipperen omdat ze
geselecteerd zijn.
2. Druk op C om de selectie in de volgende volgorde te wijzigen.
• Als u voet als meeteenheid heeft geselecteerd, wordt met bovenstaande
operatie de instelling met stappen van 20 voet gewijzigd.
• U kunt het hoogtealarm instellen binnen het bereik van –6.000 m tot 6.000
m (-19.680 voet tot 19.680 voet).
• Druk op B en D tegelijkertijd om de instelling naar “0” te wijzigen.
5. Nadat u de waarde van het hoogtealarm heeft ingesteld, druk op A om terug
te keren naar de hoogtemeterfunctie.
Het hoogtealarm aan en uit schakelen
1. In de hoogtemeterfunctie, hou A ingedrukt totdat het display geschoond
wordt. Na 4 tot 5 seconden, gaat “OFF” of de huidige referentiehoogte
waarde (indien ingesteld) knipperen. De gegevens gaan knipperen omdat ze
geselecteerd zijn.
2. Druk op E om het hoogtealarm aan of uit te schakelen.
3. Nadat u het hoogtealarm aan of uit geschakeld heeft, druk op A om terug te
keren naar de hoogtemeterfunctie.
• Als het hoogtealarm ingeschakeld is, blijft de indicator van het hoogtealarm
op het display getoond worden als u van functie verandert.
Over het grafische display
In de hoogtemeterfunctie geeft het grafische display normaliter het tellen van
de huidige seconden weer. Echter, als een geheugenmeting wordt uitgevoerd
als het hoogtealarm is ingeschakeld, verdeelt het horloge het grafische display
automatisch in 10 gelijke delen. Elk deel representeert 1/10 van het verschil
tussen de eerste hoogte die tijdens de geheugenmeting operatie gemeten is en
de waarde die u als hoogtealarm instelt. De grafische representatie geeft u enig
idee hoe ver u nog moet gaan om de hoogte zoals aangegeven door de
instelling van het hoogtealarm te bereiken.
• De grafische representatie zoals hieronder beschreven, wordt niet op het
display getoond als het hoogtealarm uitgeschakeld is.
Voorbeeld: als de initiële gemeten hoogte lager is dan de instelling van het
hoogtealarm.
• Segmenten op het grafische display worden donker als u de instelling van
het hoogtealarm benadert. Als u afdaalt van de instelling van het
hoogtealarm, verdwijnen de donkere segmenten op het grafische display
weer.
• Alle 10 segmenten worden donker als u de ingestelde hoogte van het
hoogtealarm bereikt of overschrijdt.
• Als u huidige hoogte lager is dan de initieel geregistreerde meting, is geen
van de segmenten van het grafische display donker.
Voorbeeld: als de initiële gemeten hoogte hoger is dan de instelling van het
hoogtealarm.
• Segmenten op het grafische display worden donker als u de instelling van
het hoogtealarm benadert. Als u omhoog gaat ten opzichte van de instelling
van het hoogtealarm, verdwijnen de donkere segmenten op het grafische
display weer.
1.
In de hoogtemeterfunctie, hou A ingedrukt
totdat het display wordt geschoond. Na 4 tot 5
seconden zal “OFF” of de huidige
referentiehoogte waarde (indien ingesteld) gaan
knipperen. De gegevens knipperen omdat deze
geselecteerd zijn.
3.
Druk op C om het instellingsdisplay van het
hoogtealarm te selecteren (aangegeven door de
“AL” indicator).
4. Druk op D om het hoogtealarm met 5 m te
verhogen of op B om het te verlagen. Als u een
van beide knoppen ingedrukt houdt, wijzigt de
waarde met hoge snelheid.
Het grafische display zal er zoals
geïllustreerd uitzien als de huidige hoogte
1.500 meter is, nadat u het hoogtealarm op
1.000 meter heeft ingesteld en de initiële
meting 2.000 meter was. Vijf segmenten zijn
donker omdat u 5/10 deel op weg bent naar
het ingestelde hoogtealarm.
Het grafische display zal er zoals
geïllustreerd uitzien als de huidige hoogte
700 meter is, nadat u het hoogtealarm op
1.000 meter heeft ingesteld en de initiële
meting 0 meter was. Zeven segmenten zijn
donker omdat u 7/10 deel op weg bent naar
het ingestelde hoogtealarm.










