User manual

Gebruiksaanwijzing 1009
3
Alarmtype
Het alarmtype wordt bepaald door de gemaakte instellingen.
Dagelijks alarm
Stel het uur en de minuten in voor de alarmtijd. Stel "
-- --
" in voor de weekdag
(zie stap 3 bij "De alarmtijd instellen"). Bij deze instelling klinkt het alarm elke
dag op de ingestelde tijd.
Wekelijks alarm
Stel het uur, de minuten en de weekdag in voor de alarmtijd. Bij deze instelling
klinkt het alarm elke week op de instelde weekdag en tijd.
De alarmtijd instellen
1. Druk in de alarmfunctie op
. De uurcijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat deze geselecteerd zijn. Tegelijkertijd wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
2. Druk op
om de selectie op de volgende wijze te veranderen.
3. Druk op
om de geselecteerde cijfers te verhogen en op
om deze te
verlagen. Als u een van beide knoppen ingedrukt houdt, wijzigt de selectie versneld.
Om een alarm zonder weekdag (dagelijks alarm) in te stellen, stel "
-- --
" in voor de
weekdag. Druk op
of
totdat "
-- --
" verschijnt (tussen SA en SU) terwijl de
weekdaginstelling knippert.
De 12/24-uur weergave van de alarmtijd komt overeen met de door u in de
tijdfunctie geselecteerde weergave.
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur weergave, let er dan op
dat u de tijd correct als ochtendtijd (A) of middag/avondtijd (P) instelt.
4. Nadat u de alarmtijd heeft ingesteld, druk op
om terug te keren naar de
alarmfunctie.
Het alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
Druk in de alarmfunctie op
om de instelling van het dagelijks alarm en het
uursigaal op de volgende wijze te veranderen.
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Tips voor het uitvoeren van hartslagmetingen
Dit hoofdstuk bevat aanbevelingen om succesvolle hartslagmetingen uit te voeren.
Tips voor het plaatsen van uw vinger op de sensor
Let op de volgende punten als u problemen ondervindt bij de metingen.
Plaats uw vinger zodanig dat de sensor door de
onderzijde in plaats van het uiteinde van de vingertop
bedekt wordt. Als u nagel wit wordt, drukt u te hard.
Druk eerst licht met uw vinger en maak vervolgens de
benodigde aanpassingen als u op het horlogedisplay
kijkt om te zien of metingen worden uitgevoerd.
Als u het lastig vindt om uw vinger stil te houden, houd
dan uw hand met uw andere hand vast, zoals in de
afbeelding getoond.
Tips voor het uitvoeren van metingen
Gebruik de volgende techniek om elke keer juiste hartslagmetingen te verkrijgen.
Verander niet uw vingerdruk op de sensor.
Verplaats niet uw vinger op de sensor.
Warm uw vinger op voor het uitvoeren van een meting.
Vermijd helder licht tijdens metingen.
Blijf stil en praat niet gedurende metingen.
Nadat u een meting start, plaats uw vinger zo snel mogelijk op de sensor.
Vermijder ringen of andere objecten die een normale bloeddoorstroming kunnen
hinderen.
Belangrijk
De volgende factoren kunnen een goede hartslagaflezing moeilijk of onmogelijk
maken.
Ernstige hartstoornis
Het hartslagpatroon is instabiel waardoor de hartslag niet juist kan worden
gedetecteerd door de sensor.
Aderverkalking of andere doorbloedingsproblemen
De bloeddoorstroming in het vingeruiteinde is slecht waardoor de sensor geen
hartslagpatroon kan detecteren.
Dikke huid op vingeruiteinde
Een dikke huid verhindert de doorgang van licht door de huid op het
vingeruiteinde, waardoor de sensor mogelijk geen aflezingen kan uitvoeren.
Metingen uitvoeren tijdens training
Uw hartslag praktisch direct nadat u uw training eindigt. Hoe eerder u dan ook uw
eerste meting kan uitvoeren, hoe beter de gemeten waarde uw trainingshartslag zal
benaderen.
Let op!
Door abrupt een intensieve training te beëindigen, wordt uw hart sterk belast.
Train altijd voorzichtig en raadpleeg een arts voordat u een intensief
trainingsprogramma uitvoert.
Over de intensiteitswaarde
De intensiteitswaarde wordt uitgedrukt in een percentage van de voor een persoon
met een bepaalde leeftijd berekende maximale hartslag. Deze kan als een richtlijn
worden gebruikt om de intensiteit van een willekeurige fysieke activteit te bepalen.
De volgende grafiek toont de relatie tussen de berekende hartslag en leeftijd.
Normaliter wordt de maximale hartslag berekend door uw leeftijd af te trekken van
220. Het maximale aerobische resultaat kan worden verkregen bij activiteiten die uw
hartslag doen stijgen naar een niveau van 60% tot 80% van uw maximum. Dit bereik
is uw aerobische zone.
Uren Minuten Weekdag
Alleen
uursignaal
Alleen
dagelijks alarm
Allebei uit
Allebei aan
Vinger te recht Vinger bedekt
sensor niet
geheel
Vinger te ver
vooruit op sensor
Juist
Noot
Niet juist
(Hartslag)
Berekende maximale hartslag
200
180
160
140
120
100
80
100
90
80
60
20 30 40 50 60 70
Trainingsbereik
Aer
o
bische zone
(%)
(Leeftijd)