User manual

Gebruiksaanwijzing 1009
2
Hartslaggeheugenmanagement
U kunt maximaal drie hartslaggegevenssets in het geheugen opslaan.
Elke gegevensset bevat de meetgegevens van een volledige 2-minuten meting,
waarbij uw initiële hartslagwaarde evenals uw hartslagwaarden 15, 30, 45, 60, 90 en
120 seconden vanaf de start van de meting worden opgeslagen. De gegevens
bevatten tevens de eindtijd, datum, intensiteitsniveau en aerobische-zone-indicator.
Als het geheugen vol is als u uw meting uitvoert, wordt de oudste gegevensset
verwijderd om plaats te maken voor de nieuwe gegevens. U kunt ook handmatig
gegevens verwijderen in de gegevensoproepfunctie.
Gegevensoproepfunctie
Gebruik de gegevensoproepfunctie om hartslaggevens
uit het geheugen op te roepen en te verwijderen. Als u
de gegevensoproepfunctie selecteert vanuit een andere
functie, worden de laatste gegevens eerst getoond.
Gegevens uit het geheugen oproepen
1. In de gegevensoproepfunctie, druk op
om op het
display door de in het geheugen opgeslagen
gegevens van hartslaggegevenssets 1, 2 en 3 te
bladeren.
2. Terwijl een van de hartslaggegevenssets getoond
wordt, druk op
om op de volgende wijze door de
gegevens in de specifieke set te bladeren.
Voor gedetailleerde informatie over het aflezen van het display, zie
"Het hartslagmetingdisplay aflezen".
Als een tijdmeting geen bruikbare gegevens heeft opgeleverd, verschijnt "- -" in
plaats van de hartslag en het intensiteitsniveau.
De eerste succesvol gemeten hartslag na de start van de hartslagmeting wordt
door het horloge beschouwd als de initiële hartslag. Als initiële hartslaggegevens
niet gemeten kunnen worden totdat een van de andere metingen (zoals de
15-seconden en de 30-seconden hartslaggegevens) gepasseerd is, worden deze
andere metingen overgeslagen en niet aangegeven als u gegevens oproept.
Voorbeeld: Als de eerste hartslag pas 18 seconden na de start van de meting
gemeten wordt, zijn de eerste opgeslagen gegevens na de initiële
hartslag (van het 18-seconden-punt) die van de 30-seconden meting.
Gegevens uit het geheugen verwijderen
1. In de gegevensoproepfunctie, toon de gegevens die u wilt verwijderen. U kunt
vanaf elk gegevensscherm (initiële hartslagwaarde, 15-seconden hartslagwaarde,
etc.) starten om de gegevensset die u wilt verwijderen te selecteren.
Belangrijk!
Door de verwijderoperatie wordt de hele door u geselecteerde gegevensset
verwijderd. Het is niet mogelijk delen van de gegevensset te verwijderen.
2. Om alle gegevens van de getoonde gegevensset te verwijderen, houd
ingedrukt totdat het horloge een lang signaal geeft.
Stopwatchfunctie
De stopwatchfunctie maakt het mogelijk verstreken tijd,
rondetijden, tussentijden en twee finishtijden te meten.
Tijden worden gemeten met een nauwkeurigheid van
1/100 seconde.
De rondetijd verschijnt op het bovenste gedeelte
van het display. U kunt deze functie gebruiken om
een specifiek gedeelte van de wedstrijd
(bijvoorbeeld een ronde) te meten.
De tussentijd verschijnt op het onderste gedeelte
van het display. U kunt deze functie gebruiken om
de tijd vanaf de start tot een bepaald punt in de
wedstrijd te meten.
Verstreken tijd meten
1. Druk op
om de stopwatch te starten.
2. Druk op
om de stopwatch te stoppen.
U kunt de meting hervatten door nogmaals op
te drukken.
3. Druk op
om de stopwatch naar allemaal nullen te wissen.
Ronde- en tussentijden meten
1. Druk op
om de stopwatch te starten.
2. Druk op
om de tijdmeting tot op dat moment te tonen.
De tijdmeting loopt intern door.
De tijd blijft gedurende zeven seconden op het display getoond worden,
waarna het horloge automatisch teruggaat naar het stopwatchdisplay.
3. U kunt stap 2 zoveel als gewenst herhalen.
4. Druk op
om de tijdmeting te stoppen.
5. Druk op
om de stopwatch naar allemaal nullen te wissen .
De eerste en tweede finishtijd meten
1. Druk op
om de stopwatch te starten.
2. Druk op
als de eerste deelnemer de finish passeert en lees de tijd af.
3. Druk op
als de tweede deelnemer de finish passeert.
De finishtijd van de tweede deelnemer verschijnt op het onderste gedeelte van het
display. De tijd van de eerste deelnemer kan worden berekend door de tijd van de
tweede deelnemer af te trekken van de op het bovenste gedeelte van het display
getoonde tijd.
4. Druk nogmaals op
om de stopwatch naar allemaal nullen te wissen.
Timeralarmfunctie
De timeralarmfunctie maakt gebruik van 2 timers
(timer 1 en 2) met een nauwkeurigheid van 1/10
seconde. Als een aftelling 0 bereikt, klinkt een alarm
gedurende 10 seconden of totdat u op een willekeurige
knop drukt.
Over timermetingen
De timeralarmfunctie kan tijden individueel of
opeenvolgend aftellen. Als individuele aftelling
geselecteerd is, telt de timer de tijd af en stopt als
deze 0 bereikt. Bij opeenvolgende aftelling telt timer
1 af totdat deze 0 bereikt en start timer 2 opeenvolgens.
Als timer 2 0 bereikt, start timer 1 wederom. Dit gaat
gedurende 30 aftellingen door. Deze functie is nuttig bij
wedstrijden met rustperiodes.
Tussen individuele en opeenvolgende tijdmeting wisselen
In de timeralarmfunctie, druk op
om tussen individuele en opeenvolgende
aftelling te wisselen.
De afteltijd instellen
1. Druk in de timeralarmfunctie op
. De uurcijfers van timer 1 knipperen op het
display, wat aangeeft dat ze geselecteerd zijn.
2. Druk op
om de selectie op de hieronder getoonde wijze te veranderen.
Stel timer 1 in als u individuele aftelling wilt gebruiken.
3.
Druk op
om de geselecteerde telling te verhogen of op
om deze te verlagen.
Als u een van beide knoppen ingedrukt houdt, wijzigt de selectie versneld.
Timer 1 kan worden ingesteld binnen een bereik van 1 seconde tot 9 uur, 59
minuten en 59 seconden. Om een starttijd van 10 uur in te stellen, stel
00 :: 00 0000 00""
in.
Timer 2 kan worden ingesteld binnen een bereik van 1 seconde tot 59 minuten en
59 seconden. Om een starttijd van 60 minuten in te stellen, stel
00 :: 00 0000 00""
in.
4. Nadat u de afteltijd heeft ingesteld, druk op
om terug te keren naar de
timeralarmfunctie.
De timer gebruiken
1. Selecteer in de timeralarmfunctie individuele of opeenvolgende aftelling.
2. Druk op
om de aftelling te starten.
3. Druk nogmaals op
om de aftelling te stoppen.
U kunt de aftelling hervatten door op
te drukken.
4. Stop de aftelling en druk vervolgens op
om de timertijd opnieuw op de
startwaarde in te stellen.
Als u een opeenvolgende aftelling uitvoert met een afteltijd van 10 seconden of
minder, klinkt het alarm slechts gedurende een seconde als 0 bereikt wordt.
Alarmfunctie
U kunt een alarm instellen op basis van uur, minuten
en weekdag. Als het alarm is ingeschakeld, klinkt het
alarm gedurende 20 seconden op de ingestelde tijd.
Druk op een willekeurige knop om het alarm te
stoppen nadat deze klinkt. Als het uursignaal is
ingeschakeld, geeft het horloge elk heel uur een signaal.
In de alarmfunctie, houd
ingedrukt om het
display te verlichten.
Weekdag
SU: zondag
MO: maandag
TU: dinsdag
WE: woensdag
TH: donderdag
FR: vrijdag
SA: zaterdag.
Metingsdatum
Functie-
indicator
Metingstijd
Geheugen-
nummer
[ Hartslaggeheugen display ]
Metingsdatum
Hartslag
Aerobische zone
Intensiteitsniveau
[ Foutmeldingsdisplay ]
Hartslaggeheugen
display
Initiële
hartslaggegevens
15-seconden
hartslaggegevens
30-seconden
hartslaggegevens
60-seconden
hartslaggegevens
45-seconden
hartslaggegevens
120-seconden
hartslaggegevens
90-seconden
hartslaggegevens
Rondetijd
(Minuten - Seconden - 1/100 Seconde)
Functie-indicator
Tussentijd
(Uren - Minuten - Seconden - 1/100 Seconde)
Timer 2
(Minuten - Seconden - 1/10 Seconde)
Functie-
indicator
Timer 1
(Uren - Minuten -
Seconden - 1/10 Seconde)
Opeenvolgende-aftelling-
indicator
[ Individuele aftelling ] [ Opeenvolgende aftelling ]
Timer 1 Timer 2
Uren
Seconden
Minuten Minuten
Seconden
Weekdag
Alarm-aan-
indicator
AM-indicator
Uren
Minuten
Functie-
indicator